De inhoud van dit thema: - PowerPoint PPT Presentation

1 / 258
About This Presentation
Title:

De inhoud van dit thema:

Description:

De inhoud van dit thema: 1.2 De geschiedenis van zorg en welzijn 1.3 Zorgmodellen 1.4 Overheidsbeleid 1.5 De Wet maatschappelijke ondersteuning – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:543
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 259
Provided by: oem217
Category:
Tags: dit | inhoud | teacch | thema | van

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: De inhoud van dit thema:


1
De inhoud van dit thema
  • 1.2 De geschiedenis van zorg en welzijn
  • 1.3 Zorgmodellen
  • 1.4 Overheidsbeleid
  • 1.5 De Wet maatschappelijke ondersteuning
  • 1.6 Vraagsturing en zorg op maat
  • 1.7 Kwaliteitszorg
  • 1.8 Marktwerking en resultaatgericht werken
  • 1.9 Beleid Gehandicaptensport Nederland
  • 1.10 Tips voor de praktijk

1-1
2
Zorgmodellen vanaf 1945
  • medisch model nadruk op verzorgen en
  • verplegen
  • ontwikkelingsmodel nadruk op ontwikkelingskansen,
  • integreren en normaliseren
  • relationele model nadruk op relaties,
  • communicatie en
  • belevingswereld
  • Community care nadruk op integratie, opvang
  • binnen de samenleving

1-2
3
De belangrijkste kernbegrippen van het medisch
model
  • ziek zijn en defecten
  • verzorgen en verplegen
  • totale instituties
  • hospitalisatie
  • separatie/segregatie

1-3
4
De belangrijkste kernbegrippen van het
ontwikkelingsmodel
  • iedereen heeft ontwikkelingsmogelijkheden
  • eigen wil en keuzevrijheid
  • kleinschaligheid
  • prikkelende inrichtingsomgeving
  • breed activiteitenaanbod
  • integratie
  • normalisatie

1-4
5
De belangrijkste kernbegrippen van het
relationele model
  • erkenning van behoefte aan intieme relaties en
    seksualiteit
  • (totale) communicatie
  • belevingswereld van de cliënt centraal
  • integratie
  • zorg op maat (met als gevolg
    zorgdifferentiatie)

1-5
6
De Wet maatschappelijke ondersteuning
  • het doel van de Wmo
  • taken voor de gemeenten
  • Wmo en sport

1-6
7
Vraagsturing en zorg op maat
  • vraagsturing
  • persoonsgebonden budget
  • de cliënt centraal
  • integratie

1-7
8
Persoonsgebonden budget
  • PGB vanuit AWBZ en Wmo
  • PGB en sport
  • keuze in hoe je de zorg wilt ontvangen
  • stappenplan PGB

1-8
9
Keuze in hoe je de zorg wilt ontvangen
  • 1 persoonsgebonden budget
  • 2 zorg in natura
  • 3 een combinatie van PGB en zorg in natura

1-9
10
Kwaliteitszorg
  • prioriteiten van de overheid
  • beschikken over een kwaliteitssysteem
  • werken met individuele zorg- en
    begeleidingsplannen

1-10
11
Prioriteiten van de overheid
  • het recht op goede zorg
  • veiliger maken van de zorg
  • vergroten van de invloed van patiënten en
    cliënten
  • zichtbaar en meetbaar maken van de kwaliteit
    van de zorg

1-11
12
Beschikken over een kwaliteitssysteem
  • kwaliteitssystemen
  • de cliënt als uitgangspunt
  • is meten wel weten?

1-12
13
Marktwerking en resultaatgericht werken
  • DBCs
  • concurrrentie
  • resultaatgericht werken

1-13
14
Tien Speerpunten beleid Gehandicaptensport
Nederland
  • jeugdsport
  • sport en bewegen voor mensen met een
    verstandelijke handicap
  • versterking sportparticipatie sporters met een
    handicap in de reguliere sport
  • topsport
  • deskundigheidsbevordering
  • classificatie
  • vervoersregeling
  • Wet maatschappelijke ondersteuning
  • onderzoek en monitoring
  • voorlichting en beeldvorming

1-14
15
De inhoud van dit thema
  • 2.2 Bewegingsagogiek
  • 2.3 Uitgangspunten van de bewegingsagogiek
  • 2.4 Betekenissen van het bewegen
  • 2.5 De betekenis van bewegen voor de
    verschillende
  • doelgroepen
  • 2.6 Lichaamsplan, lichaamsbesef, lichaamsidee
  • 2.7 Tips voor de praktijk

2-1
16
Bewegingsagogiek
  • de begrippen
  • bewegen en lichamelijkheid
  • orthobewegingsagogisch werk en sociaal
    bewegingsagogisch werk
  • wat is je deskundigheid als bewegingsagoog?

2-2
17
Bewegingsagogiek
  • kennis en theorievorming over het beïnvloeden,
    begeleiden en veranderen van het bewegen van
  • mensen met het oog op welzijnsverbetering
  • Bewegingsagogie
  • het daadwerkelijk in de praktijk beïnvloeden,
  • begeleiden en veranderen van het bewegen van
    mensen met het oog op welzijnsverbetering

2-3
18
Uitgangspunten van de bewegingsagogiek
  • bewegen is relationeel
  • bewegen is intentioneel
  • bewegen beïnvloedt het zelfbeeld positief
  • bewegen levert een bijdrage aan
    gedragsverandering

2-4
19
Ordeningsmodellen van betekenissen van bewegen
  • model van Van Breukelen
  • model van Geenen
  • model van Windesheim

2-5
20
Model van Van Breukelen
  • de instrumentele betekenis
  • de exploratieve betekenis
  • de sociale betekenis
  • de persoonlijke betekenis

2-6
21
Model van Geenen
  • actieve betekenis
  • sociale (interactieve) betekenis
  • belevingswaarde
  • betekenis voor het zelfbeeld
  • gezondheidswaarde
  • betekenis voor de cognitieve ontwikkeling

2-7
22
De vier modaliteiten van bewegen
  • ontmoeten
  • leren
  • sparren
  • vieren

2-8
23
De betekenis van bewegen voor verschillende
doelgroepen
  • kinderen en jeugdigen op de mytyl- en
    tyltylschool
  • mensen die revalideren (ravalidanten)
  • mensen met een chronische aandoening
  • oudere mensen met een verstandelijke beperking
  • mensen met een ernstig meervoudige beperking
  • mensen met psychische problemen
  • kinderen en jeugdigen met gedrags- en
    opvoedingsproblemen

2-9
24
Doelstellingen bewegen voor kinderen en jeugdigen
op de mytyl- en tyltylschool
  • aanspreken en benutten van alle motorische
    mogelijkheden (actieve betekenis)
  • zich zo onafhankelijk mogelijk kunnen opstellen
    (belevingswaarde)
  • lenigheid, kracht en uithoudingsvermogen
    optimaliseren (gezondheidswaarde)
  • rolstoeltechniek oefenen en rolstoelbehendig
    worden (sociale betekenis)
  • opvoeren belastbaarheid waardoor de
    gezondheidstoestand verbetert (gezondheidswaarde)
  • verantwoordelijkheid dragen voor de eigen
    gezondheid (gezondheidswaarde)
  • integratie tussen kinderen met en zonder
    beperking (sociale betekenis)

2-10
25
Betekenissen revalidatie
  • grenzen verleggen, gevoel nog wat te kunnen
    (vergroten van competentiegevoelens)
  • verbeteren en vergemakkelijken van sociale
    contacten (integratie)
  • verbeteren van uithoudingsvermogen, kracht,
    snelheid en coördinatie (gezondheidswaarde)
  • bijdragen aan het verliesverwerkingsproces en
    acceptatieproces (belevingswaarde)
  • voorbereiden op deelname aan de sport- en
    bewegingscultuur (sport als zinvolle vrije
    tijdsbesteding)
  • verbeteren van de gezondheid, terugdringen van
    de medische consumptie (gezondheidswaarde)

2-11
26
Betekenis van bewegen voor ouderen met
verstandelijke beperking
  • voorkomen/vertragen van fysieke achteruitgang
    (actieve betekenis)
  • voorkomen/doorbreken sociaal isolement (sociale
    betekenis)
  • lichaamsbeleving of succesbeleving
    (belevingswaarde)
  • vergroten gevoel van zelfstandigheid en
    onafhankelijkheid (betekenis voor zelfbeeld)
  • in stand houden/verberen fitheid
    (gezondheidswaarde)
  • als onderdeel van realiteitsoriëntatietraining
    (ROT) (cognitieve betekenis)

2-12
27
Betekenis van bewegen voor mensen met een ernstig
meervoudige beperking
  • onderhouden bewegingsvaardigheid (actieve
    betekenis)
  • stimuleren contact met omgeving (sociale
    betekenis)
  • uitbreiden belevings- en ervaringswereld
    (belevingswaarde)
  • voorkomen gezondheidsklachten
    (gezondheidsbetekenis)

2-13
28
Betekenis van bewegen voor mensen met psychische
problemen
  • bevorderen sociale contactname en sociaal
    gedrag, (re)socialisatie (sociale betekenis)
  • positieve invloed op lichaamsbeleving
    (belevingswaarde)
  • stimuleren zelfwaardering en zelfvertrouwen
    (betekenis voor zelfbeeld)

2-14
29
Betekenis van bewegen voor jongeren met gedrags-
en opvoedingsproblemen
  • bevorderen positieve normencultuur (sociale
    betekenis)
  • manier om emoties te uiten (belevingswaarde)
  • opdoen positieve ervaringen (betekenis voor
    zelfbeeld)

2-15
30
Lichaamsplan, lichaamsbesef en lichaamsidee
  • lichaamsplan
  • het georganiseerde totaal van alle sensorische
    en motorische structuren dat het geautomatiseerde
    gedrag van de mens bepaalt
  • lichaamsbesef
  • de informatie die een persoon verwerft over
    zijn eigen lichaam gestalte, aangenomen houding,
    positie van de ledematen ten opzichte van elkaar
    en de uitgevoerde bewegingen
  • lichaamsidee of lichaamsbeeld
  • een subjectief, min of meer bewust oordeel
    (waardering) over de eigen lichamelijkheid

2-16
31
De inhoud van dit thema
  • 3.2 De indeling in strategieën
  • 3.3 Primaire activering
  • 3.4 Bewegingsactivering
  • 3.5 Bewegingsonderwijs
  • 3.6 Bewegingsrecreatie
  • 3.7 Psychomotorische therapie
  • 3.8 Aangepaste sport
  • 3.9 Sport- en bewegingsgedrag van mensen met een
  • beperking
  • 3.10 Tips voor de praktijk

3-1
32
De indeling in strategieën
  • bewegingsagogische strategieën
  • geschiedenis van de bewegingsagogie

3-2
33
Bewegingsagogische strategieën
  • basisbenadering of primaire activering
  • bewegingsactivering
  • bewegingsonderwijs
  • bewegingsrecreatie
  • psychomotorische therapie
  • aangepaste sport

3-3
34
Deelgebieden bewegingsagogie
  • bewegingsopvoeding, bestaande uit drie
    benaderingswijzen
  • - bewegingsactivering
  • - bewegingsonderwijs
  • - bewegingsrecreatie
  • bewegingstherapie

3-4
35
Primaire activering/basisbenadering
  • doelgroepen
  • mensen in lichaamsgebonden ervaringsfase
  • doelstellingen
  • - onderhouden bewegingsvaardigheden
  • - ervaringsstimulering
  • - stimuleren sociaal-affectief contact
  • sport- en bewegingsactiviteiten
  • snoezelactiviteiten
  • bewegingsagogisch handelen
  • creëren van lichaamservaringssituaties en
    bewegingssituaties

3-5
36
Bewegingsactivering
  • doelgroepen
  • - mensen met een beperking
  • - mensen met psychische problemen of
  • gedragsproblemen
  • doelstellingen
  • vergroten/behouden actieve betrokkenheid op
    omgeving
  • sport- en bewegingsactiviteiten
  • uitdagende en uitlokkende activiteiten
  • bewegingsagogisch handelen
  • - ontwerpen uitnodigende bewegingssituaties
  • - actieve houding

3-6
37
Bewegingsonderwijs
  • doelgroepen
  • ieder die zijn bewegingsvaardigheid kan en wil
    verbeteren
  • doelstellingen
  • - uitbouwen bewegingsvaardigheden
  • - uitbreiden sociale en emotionele vaardigheden
  • - verkrijgen positief zelfbeeld
  • sport- en bewegingsactiviteiten
  • alle activiteitsgebieden
  • bewegingsagogisch handelen
  • - open werkvormen
  • - werken vanuit het didactisch model

3-7
38
Leerlijnen basisdocument bewegingsonderwijs
  • balanceren
  • klimmen
  • zwaaien
  • over de kop gaan
  • springen (ver- en hoogspringen)
  • (hard)lopen
  • mikken (ver- en gericht werpen)
  • jongleren
  • doelspelen
  • tikspelen (inclusief slag- en loopspelen)
  • stoeispelen
  • bewegen op muziek

3-8
39
Aspecten didactisch model
  • de bewegingsvormen (sport- en
    bewegingsactiviteiten)
  • de opbouw van de les
  • de organisatie (met name gericht op
    groepsdynamische aspecten)
  • instructie, aanwijzingen, feedback
  • de begeleiding
  • de veiligheid
  • de evaluatie

3-9
40
Bewegingsrecreatie
  • doelgroepen
  • iedereen
  • doelstellingen
  • - ontspanning
  • - plezier
  • - bevorderen sociale contacten
  • - uitleven, stoom afblazen
  • sport- en bewegingsactiviteiten
  • - sportspelen
  • - spelvormen
  • bewegingsagogisch handelen
  • - aansluiten bij individuele wensen
  • - gebruik maken van didactisch model

3-10
41
Psychomotorische therapie
  • doelgroepen
  • mensen met psychische problemen
  • doelstellingen
  • - vergroten sociale competentie
  • - leren omgaan met negatieve emoties
  • - vergroten zelfvertrouwen en zelfstandigheid
  • - verhogen vitaliteit
  • sport- en bewegingsactiviteiten
  • - bewegingsgeoriënteerde methoden
  • - lichaamsgeoriënteerde methoden
  • bewegingsagogisch handelen
  • functioneel-oefengericht, ervaringsgericht of
    conflictgericht

3-11
42
Aangepaste sport
  • doelgroepen
  • iedereen die in staat is tot oefenen en trainen
    van bewegingsvaardigheden en zich kan en wil
    conformeren aan de regels van het spel
  • doelstellingen
  • - presteren
  • - plezier, ontspanning
  • - bevorderen sociale contacten
  • - bevorderen gezondheid
  • - bevorderen zelfbeeld
  • sport- en bewegingsactiviteiten
  • - niet-aangepaste reguliere sportvormen
  • - aangepaste reguliere sportvormen
  • - speciaal ontwikkelde sportvormen
  • bewegingsagogisch handelen
  • - sport op maat bieden
  • - begeleiden vrijwilligers

3-12
43
Sport en bewegingsgedrag van mensen met een
beperking
  • sportdeelname van mensen met een lichamelijke
    beperking
  • sportdeelname van mensen met een verstandelijke
    beperking

3-13
44
Sportdeelname van mensen met een lichamelijke
beperking
  • deelname in cijfers
  • jeugdigen met een beperking
  • motieven voor sportdeelname
  • knelpunten en belemmeringen voor sportdeelname

3-14
45
Belangrijkste belemmeringen
  • aanbod
  • persoonlijke belemmeringen
  • organisatorische belemmeringen

3-15
46
Sportdeelname van mensen met een verstandelijke
beperking
  • deelname in cijfers
  • populaire sporten
  • motieven van sportdeelname
  • knelpunten en belemmeringen voor sportdeelname
  • sportdeelname van kinderen met een beperking in
    het speciaal onderwijs
  • populaire sporten

3-16
47
De inhoud van dit thema
  • 4.2 Visies op bewegen
  • 4.3 Vakconcepten
  • 4.4 Tips voor de praktijk

4-1
48
Twee visies op bewegen
  • substantiële visie
  • bewegen is anatomisch-fysiologisch proces
  • relationele visie
  • bewegen is zinvol gedrag

4-2
49
Het vakconcept
  • stadia van het vakconcept
  • inhoud van het vakconcept
  • indeling van vakconcepten

4-3
50
Indeling vakconcepten
  • 1 biologisch georiënteerd vakconcept
  • 2 vormingstheoretisch vakconcept
  • 3 personalistisch vakconcept
  • 4 sportgericht vakconcept
  • 5 kritisch constructief vakconcept

4-4
51
De inhoud van dit thema
  • 5.2 Doelgroepen
  • 5.3 Indeling in doelgroepen
  • 5.4 Stoornis, beperking, participatieprobleem
  • 5.5 De deviantietheorie
  • 5.6 Tips voor de praktijk

5-1
52
Doelgroepindeling zorg en welzijn
  • indeling naar ontwikkelingsfase
  • indeling naar welzijnsbedreiging

5-2
53
Doelgroepen naar ontwikkelingsfase
  • de baby (0 - 1,5 jaar)
  • de peuter (1,5 - 4 jaar)
  • het basisschoolkind
  • - de kleuter (4 - 6 jaar)
  • - het jonge schoolkind (6 - 9 jaar)
  • - het oudere schoolkind (9 -12 jaar)
  • de puber (12 - 16 jaar)
  • de adolescent (16 - 21 jaar)
  • de volwassene
  • - de jonge volwassenheid (21 - 40 jaar)
  • - de middelbare leeftijd (40 - 55 jaar)
  • - de vroege ouderdom (55 - 65 jaar)
  • de ouderdom (65 jaar en ouder)

5-3
54
Indeling naar welzijnsbedreiging
  • lichamelijk welzijn
  • geestelijk welzijn
  • materieel welzij
  • sociaal welzijn
  • cultureel welzijn

5-4
55
Stoornis-beperking-participatieprobleem
  • de terminologie
  • stoornis
  • beperking
  • participatieprobleem
  • samenvatting

5-5
56
Stoornis, beperking, participatieprobleem
  • stoornis
  • defect of ontbreken van orgaan of orgaanfuncties
  • beperking
  • vermindering van mogelijkheden ten aanzien van
    gedrag of activiteiten
  • handicap/participatieprobleem
  • belemmering in het sociaal-maatschappelijk
    functioneren als gevolg van een stoornis

5-6
57
Stoornissen kunnen zich voordoen op het gebied
van
  • de cognitie
  • de zintuigen (oog- en oorstoornissen)
  • het bewegingsapparaat
  • de taal
  • de organen
  • de ledematen

5-7
58
Stoornissen leiden tot beperkingen op het gebied
van
  • communicatie
  • persoonlijke verzorging
  • mobiliteit
  • vaardigheden
  • gedrag

5-8
59
Participatieproblemen kunnen zich voordoen op het
gebied van
  • scholing/opleiding
  • arbeid
  • wonen
  • het sociale leven/sociale contacten
  • vrijetijdsbesteding (sport)

5-9
60
Deviantietheorie
  • 1 etikettering
  • 2 stigmatisering
  • 3 sociale druk
  • 4 aanvaarding
  • 5 bevestiging

5-10
61
De inhoud van dit thema
  • 6.2 De taken en werkzaamheden van de
  • bewegingsagoog
  • 6.3 De professionele houding van de
    bewegingsagoog
  • 6.4 De bewegingsagoog als begeleider
  • 6.5 Teamrollen
  • 6.6 Samenwerken in een team
  • 6.7 Tips voor de praktijk

6-1
62
De taken en werkzaamheden van de bewegingsagoog
  • opleiding en taken
  • typering van het beroep volgens FWG
  • het beroepscompetentieprofiel (BCP)
    bewegingsagoog

6-2
63
De professionele houding van de bewegingsagoog
  • communicatie
  • afstand en nabijheid
  • ongewenste intimiteiten
  • gedragscodes
  • reflecteren als onderdeel van een professionele
    houding

6-3
64
Factoren bij afstand en nabijheid
  • de ruimte
  • - sociale ruimte
  • - persoonlijke ruimte
  • - intieme ruimte
  • de zintuigen
  • woorden en reacties

6-4
65
Gedragscode
  • een schriftelijke afspraak tussen een werkgever
    en werknemers
  • waarin wordt vastgelegd wat van iedereen wordt
    verwacht
  • als het gaat om het gedrag en de omgang met
    hulpvragers

6-5
66
De bewegingsagoog als begeleider
  • doelgerichtheid
  • bewust vormgeven van de (opvoedings)relatie
  • bewust hanteren van het groepsklimaat
  • bewust hanteren van middelen en methoden

6-6
67
Teamrollen
  • Remmerswaal
  • teamrollen van Belbin
  • typologie van Myers-Briggs
  • de Roos van Leary
  • kernkwaliteiten van Ofman

6-7
68
Vier onderdelen zelfevaluatie
  • 1 De aard van de sociale gerichtheid
  • A Exravert (E) grote gerichtheid op anderen,
    op
  • grote vriendengroep
  • B Introvert (I) gericht op enkele goede
    vrienden
  • en bekenden
  • 2 De wijze waarop je informatie opneemt
  • A Sensing (S) gericht op praktische feiten,
  • oog voor details
  • B Intuition (N) gericht op globale beelden,
  • fantasierijk, creatief
  • 3 De wijze waarop je tot conclusies,
    besluitvorming komt
  • A Thinking (T) redeneren logisch, analytisch,
  • objectief
  • B Feeling (F) volgen hun hart, gevoel,
  • medelevend
  • 4 De aard van je levensstijl
  • A Judging (J) leven geordend, gepland, werken
  • systematisch
  • B Percieving (P) spontaan, flexibel, werken
    niet

6-8
69
Samenwerken in een team
  • voorwaarden voor effectieve samenwerking
  • kwaliteiten
  • samenwerken in een multidisciplinair team

6-9
70
De inhoud van dit thema
  • 7.2 Het belang van bewegingsdiagnostiek
  • 7.3 Bewegingsdiagnostische methoden
  • 7.4 Leerlingvolgsystemen
  • 7.5 Tips voor de praktijk

7-1
71
Het belang van bewegingsdiagnostiek
  • het begrip
  • het belang
  • voorbereiding
  • uitvoering
  • evaluatie

7-2
72
Indeling bewegingsdiagnostische methoden
  • vaardigheidstests
  • kwantitatieve motorische tests
  • kwalitatieve motorische tests
  • vragenlijstmethoden
  • observatiemethoden

7-3
73
Leerlingvolgsystemen
  • Beleves, gebaseerd op de leerlijnen en
    tussendoelen uit het Basisdocument
    Bewegingsonderwijs
  • Bewegen en spelen van Van Gelder en Stroes

7-4
74
De inhoud van dit thema
  • 8.2 Naar een planmatige aanpak van de zorg
  • 8.3 Voordelen van het werken met zorgplannen
  • 8.4 De inhoud van het zorgplan
  • 8.5 Het bewegingsagogisch plan
  • 8.6 Tips voor de praktijk

8-1
75
Ontstaan zorgplannen door
  • veranderde visie op zorg cliënt staat centraal
  • wens tot hogere kwaliteit en doelmatigheid

8-2
76
Voordelen van het werken met zorgplannen
  • verhoging kwaliteit
  • continuïteit van de zorg
  • duidelijke verantwoordelijkheden
  • overeenstemming, samenhang en afstemming van
    zorg
  • zorg op maat

8-3
77
Het zorgplan
  • de onderverdeling van het zorgplan
  • fasen van het zorgplan

8-4
78
Onderverdeling zorgplan
  • wonen en vrije tijd een begeleidingsplan
    opgesteld door en voor de groepsbegeleiding
  • behandeling een behandelplan, opgesteld door
    en voor medici, paramedici en agogen
  • dagbesteding een activiteitenplan, opgesteld
    door en voor activiteitenbegeleiders en
    bewegingsagogen

8-5
79
Fasen van het zorgplan
  • 1 de beeldvormingsfase
  • 2 de diagnose, het vaststellen van de hulpvraag
    en de zorgbehoefte
  • 3 het bepalen van de doelstellingen (korte en
    lange termijn)
  • 4 de planning van de activiteiten
  • 5 de uitvoering
  • 6 de evaluatie

8-6
80
SCAMP
  • S somatisch
  • C communicatie
  • A ADL (algemeen dagelijkse levensverrichtingen)
  • M maatschappelijk functioneren
  • P psychisch functioneren

8-7
81
Afspraken begeleiding
  • 1 afspraken betreffende het hulpaanbod
  • 2 afspraken over de persoon
  • 3 afspraken over contacten en informatie

8-8
82
De opbouw van een bewegingsagogisch plan
  • de taak van de bewegingsagoog
  • de opbouw van het bewegingsagogisch plan

8-9
83
Fasen van het bewegingsagogisch plan
  • 1 de beeldvormingsfase
  • 2 de diagnose, het vaststellen van de hulpvraag
    en de zorgbehoefte
  • 3 het bepalen van de doelstellingen (korte en
    lange termijn)
  • 4 de planning van de activiteiten
  • 5 de uitvoering
  • 6 de evaluatie

8-10
84
De inhoud van dit thema
  • 9.2 Methoden in zorg en welzijn
  • 9.3 Gedragstherapeutische methoden
  • 9.4 Gentle Teaching
  • 9.5 Bewegingspedagogiek van Veronica Sherborne
  • 9.6 Methode Heijkoop
  • 9.7 Rehabilitatie
  • 9.8 Methoden in de jeugdhulpverlening
  • 9.9 Methoden in het speciaal onderwijs
  • 9.10 Tips voor de praktijk

9-1
85
Gedragstherapeutische methoden
  • ontwikkelingen binnen de gedragstherapie
  • conditionering
  • cognitieve gedragstherapie

9-2
86
Conditionering
  • klassieke conditionering
  • operante conditionering
  • conditionering, wenselijk of verwerpelijk?
  • toepassing conditioneringsprincipes in de
    gezondheidszorg
  • functionele analyse

9-3
87
Gentle Teaching
  • wat is Gentle Teaching?
  • middelen
  • persoonlijke relatie
  • levenskwaliteit
  • gewenst of ongewenst gedrag?

9-4
88
Levenskwaliteit acht basiswaarden
  • je lichaam accepteren
  • deel uitmaken van een sociale omgeving
  • een positief zelfbeeld hebben
  • liefdevolle relaties hebben
  • een ondersteunende structuur hebben
  • dagelijkse, zingevende activiteiten hebben
  • jezelf veilig en geborgen voelen
  • innerlijke rust ervaren

9-5
89
Veronica Sherborne
  • drie basale behoeften
  • bouwen aan een relatie

9-6
90
Drie basale behoeften
  • persoonlijke lichaamsbehoefte
  • persoonlijke omgevingsbehoefte
  • persoonlijke relatiebehoefte

9-7
91
Fasen in het opbouwen van een relatie
  • 1 de fase van het ontvangen
  • 2 de fase van het initiatief
  • 3 de fase van het partnerschap

9-8
92
De methode Heijkoop
  • wat is de methode Heijkoop?
  • begrijpen
  • begrepen worden

9-9
93
Rehabilitatie
  • het begrip rehabilitatie
  • systematisch rehabilitatiegericht handelen
  • uitgangspunten rehabilitatie
  • relatie en begeleiding
  • planmatige aanpak

9-10
94
Domeinen rehabilitatie
  • vier levensdomeinen
  • wonen
  • werken
  • leren
  • recreëren
  • vier persoonlijke domeinen
  • zelfzorg
  • gezondheid
  • zingeving
  • sociale relaties

9-11
95
Planmatige aanpak rehabilitatie
  • 1 stel de zorg- of ondersteuningsvragen van de
    cliënt vast
  • 2 stel de mogelijkheden en belemmeringen van de
    cliënt vast met betrekking tot het zelfstandig
    vervullen van de behoefte
  • 3 stel de belangrijkste randvoorwaarden vast
  • 4 stel de gewenste steunfactoren of hulpbronnen
    vast
  • 5 stel de belemmeringen en mogelijkheden van de
    omgeving vast

9-12
96
Methoden binnen de jeugdhulpverlening
  • de effectiviteit van programmas
  • aanpak van de Glen Mills School
  • de sociogroepsstrategie van Den Engh
  • Families First

9-13
97
Vijf fasen Glen Mills School
  • gewenningsfasen
  • voorbereiding op lidmaatschap
  • lidmaatschap
  • voorbereiding op vertrek
  • nabegeleiding

9-14
98
Methoden in het speciaal onderwijs
  • de PAD-methode
  • de kanjermethode

9-15
99
De PAD-methode
  • het PAD-leerplan
  • lesprogramma en PAD-kind van de dag
  • padden

9-16
100
De kanjermethode
  • de kanjerafspraken
  • de vier gedragstypen

9-17
101
De inhoud van dit thema
  • 10.2 Wat is agressie
  • 10.3 Opvattingen over agressie
  • 10.4 Agressie in de samenleving
  • 10.5 Risicofactoren van agressiviteit
  • 10.6 Het agressiemodel
  • 10.7 Omgaan met en voorkomen van agressie
  • 10.8 Signaleringsplan Amarant

10-1
102
Wat is agressie
  • de verschillende betekenissen van agressie
  • verschijningsvormen van agressie

10-2
103
Indeling verschijningsvormen van agressie
  • naar aard van de agressie
  • naar de gerichtheid van agressie
  • naar de mate van directheid waarop de agressie
    geuit wordt
  • seksuele intimidatie

10-3
104
Opvattingen over agressie
  • biologisch
  • behavioristisch
  • psychoanalytisch

10-4
105
Biologisch georiënteerde theorieën
  • Darwin
  • Lorenz
  • De Waal

10-5
106
Behavioristisch georiënteerde theorieën
  • frustratieagressie theorie
  • instrumentele agressie theorie

10-6
107
Risicofactoren van agressie
  • registratie van agressie-incidenten
  • de belangrijkste factoren
  • de zienswijze van G. Schuur
  • het maken van een risico-inschatting

10-7
108
De belangrijkste factoren
  • aanlegfactoren
  • psychiatrische aandoeningen
  • opvoedingsfactoren
  • omgevingsfactoren

10-8
109
Omgevingsfactoren
  • maatschappelijke factoren
  • culturele factoren
  • factoren die de fysieke omgeving bepalen

10-9
110
Het agressiemodel
  • het belang van het agressiemodel
  • CFB-technieken
  • verschijningswijzen en niveaus van agressie
  • handelend optreden bij agressie interventies

10-10
111
Omgaan met en voorkomen van agressie
  • houding en omgangsvormen
  • sociaalcommunicatieve vaardigheden
  • nazorg

10-11
112
Signaleringsplan Amarant
  • signaleringsplan
  • de stappen van het signaleringsplan

10-12
113
De stappen van het signaleringsplan
  • 1 de ontspannen fase
  • 2 de fase van onrust en lichte irritatie
  • 3 de fase van oplopende spanning
  • 4 de fase van dreigen met geweld
  • 5 de fase van openlijke agressie
  • 6 de fase van herstel

10-13
114
De inhoud van dit thema
  • 11.2 Leefomstandigheden
  • 11.3 Interculturele opvoeding
  • 11.4 Interculturele psychiatrie
  • 11.5 Tips voor de praktijk

11-1
115
Leefomstandigheden
  • factoren die de leefomstandigheden bepalen
  • samenhang tussen de factoren
  • opleiding
  • werk en inkomen
  • huisvesting en buurt
  • gezinsvormen

11-2
116
Factoren leefomstandigheden
  • opleiding
  • werk en inkomen
  • huisvesting en buurt
  • gezinsvorm

11-3
117
Opleiding
  • type onderwijs
  • opleiding, leefgewoonten en sport
  • opleiding van allochtonen

11-4
118
Opleidingsniveau is afhankelijk van
  • aanleg
  • stimulatie vanuit omgeving
  • verwachtingen van de omgeving

11-5
119
Werk en inkomen
  • werk en inkomen bepalend voor
    leefomstandigheden
  • werk, inkomen en sportbeoefening
  • functies van werk
  • minimaal inkomen
  • inkomen en gezondheid
  • positie van allochtonen

11-6
120
Huisvesting en buurt
  • direct verband met werk en inkomen
  • indirect verband met opleiding
  • goedkope woningen in grote steden
  • socialisatie in buurt belangrijk
  • achterstandswijk risico voor leefomstandigheden

11-7
121
Gezinsvormen
  • leefverband waarbij kinderen betrokken zijn,
    zoals
  • traditionele kerngezin
  • éénoudergezin
  • pleeggezin
  • stiefgezin
  • co-oudergezin
  • adoptief gezin

11-8
122
Interculturele opvoeding
  • F-culturen en G-culturen
  • opgroeien in twee culturen

11-9
123
Interculturele psychiatrie
  • risicofactoren
  • problemen in de hulpverlening

11-10
124
Problemen in de hulpverlening
  • 1 relationele problemen er niet in slagen de
    relatie optimaal vorm te geven
  • 2 professionele problemen er niet in slagen de
    juiste hulpverlening/zorg te bieden

11-11
125
De inhoud van dit thema
  • 12.2 Aandoeningen van het houdings- en
  • bewegingsapparaat
  • 12.3 Spierziekten
  • 12.4 Tips voor de praktijk

12-1
126
Aandoeningen van het houdings- en
bewegingsapparaat
  • amputatie
  • reumatische aandoeningen
  • osteoporose

12-2
127
Reumatische aandoeningen
  • symptomen van reuma
  • artrose of gewrichtsslijtage
  • reumatoïde artritis of gewrichtsontstekingen
  • de ziekte van Bechterew
  • jeugdreuma

12-3
128
Spierziekten
  • oorzaken en verschijnselen
  • verschillende aandoeningen
  • de ziekte van Duchenne

12-4
129
De ziekte van Duchenne
  • dystrofine gen
  • verloop en verschijnselen
  • belang sport en bewegen

12-5
130
De inhoud van dit thema
  • 13.2 Aandoeningen van de hersenen
  • 13.3 Aandoeningen van het ruggenmerg
  • 13.4 Aandoeningen van het centrale zenuwstelsel
  • 13.5 Tips voor de praktijk

13-1
131
Aandoeningen van de hersenen
  • niet-aangeboren hersenletsel
  • cerebrale parese
  • ziekte van Parkinson
  • epilepsie

13-2
132
Niet-aangeboren hersenletsel
  • oorzaken
  • gevolgen
  • schade rechts en links
  • de behandeling
  • bewegingsagogische consequenties
  • sporten

13-3
133
Belangrijkste gevolgen niet-aangeboren
hersenletsel
  • lichamelijke functiestoornissen
  • cognitieve stoornissen
  • taalstoornissen
  • stoornissen in de waarneming
  • veranderingen in de persoonlijkheid

13-4
134
Cerebrale parese
  • oorzaken
  • verschijnselen
  • indelingen
  • bijkomende beperkingen
  • bewegingsagogische consequenties
  • het belang en effect van sportbeoefening
  • sporten

13-5
135
Indeling vormen cerebrale parese
  • naar het type spieren dat erbij betrokken is
  • het spastische type (spasme)
  • het athetotische type (athetose, trage
    kronkelende bewegingen van de handen en voeten)
  • het atactische type (ataxie, beschadiging van
    zenuwstelsel)
  • het hypotone type (floppy-infant, slap)
  • de gemengde vorm
  • naar de aangedane lichaamsgebieden
  • monoplegie (verlamming van één arm of been)
  • diplegie of paraplegie (verlamming van beide
    armen of benen)
  • hemiplegie (eenzijdige verlamming)
  • triplegie (verlamming van drie van de vier
    ledematen)
  • tetraplegie (alle vier de ledematen zijn verlamd)
  • quadriplegie (vier ledematen zijn verlamd en
    sommige andere functies)

13-6
136
Ziekte van Parkinson
  • oorzaak en verloop
  • verschijnselen
  • belang van bewegen
  • sporten

13-7
137
Epilepsie
  • wat is epilepsie
  • oorzaken
  • verschijnselen
  • bewegingsagogische consequenties
  • sportadvies
  • sporten
  • het belang van bewegen

13-8
138
Factoren die een rol spelen bij het ontstaan van
epilepsie
  • erfelijke factoren
  • allerlei vormen van hersenbeschadiging als
    gevolg van
  • - een zuurstoftekort voor, tijdens of na de
    bevalling
  • - een stofwisselingsstoornis
  • - een tumor
  • - een cerebro vasculair accident (CVA)
  • - een infectie, bijvoorbeeld hersen(vlies)ontstek
    ing
  • - een trauma (hersenletsel als gevolg van een
  • ongeval)
  • - vergiftiging
  • - een zuurstoftekort door bijna-verdrinking of
    bijna
  • stikken

13-9
139
Categorieën epileptische aanvallen
  • de gedeeltelijke of partiële aanvallen
  • - eenvoudige partiële aanvallen
  • - complexe partiële aanvallen
  • de gehele of gegeneraliseerde aanvallen
  • - tonisch-clonische aanvallen (grote aanvallen)
  • - absences (wegrakingen)

13-10
140
Factoren die een rol spelen bij een sportadvies
aan mensen met epilepsie
  • epilepsiespecifieke factoren
  • sportspecifieke factoren
  • persoonlijke factoren

13-11
141
Aandoeningen aan het ruggenmerg
  • dwarslaesie
  • spina bifida

13-12
142
Dwarslaesie
  • oorzaken
  • verschijnselen
  • indeling dwarslaesies
  • bewegingsagogische consequenties
  • het belang van sporten en bewegen

13-13
143
Indeling dwarslaesies
  • naar de hoogte van de laesie
  • naar de compleetheid van de laesie

13-14
144
Multiple sclerose
  • wat is multiple sclerose
  • gevolgen
  • belang van bewegen
  • sporten

13-15
145
De inhoud van dit thema
  • 14.2 Hart- en vaatziekten
  • 14.3 Longaandoeningen
  • 14.4 Diabetes mellitus
  • 14.5 Kanker
  • 14.6 Chronische pijn en chronische aandoeningen
  • 14.7 Tips voor de praktijk

14-1
146
Hart- en vaatziekten
  • coronaire hartziekten
  • hart- en vaatziekten bij mensen met
    Downsyndroom
  • belang van bewegen
  • sportadvies

14-2
147
Longaandoeningen
  • astma
  • COPD (chronic obstructive pulmonary diseases)
  • - chronische bronchitis
  • - longemfyseem
  • belang van bewegen

14-3
148
CODP
  • chronische bronchitis
  • - hoesten met opgeven van sputum
  • - verstopping luchtwegen
  • - kortademigheid bij inspanning
  • longemfyseem
  • - beschadigde longblaasjes
  • - kortademigheid ook bij rust

14-4
149
Diabetes mellitus
  • wat is diabetes mellitus
  • belang van sportbeoefening

14-5
150
Kanker
  • ontstaan en voorkomen van kanker
  • het belang van bewegen

14-6
151
Chronische pijn en chronische aandoeningen
  • wat is pijn
  • chronische pijnklachten
  • fibromyalgie
  • het belang van bewegen
  • chronische aandoeningen

14-7
152
De inhoud van dit thema
  • 15.2 Auditieve beperking
  • 15.3 Visuele beperking
  • 15.4 Tips voor de praktijk

15-1
153
Auditieve beperkingen
  • oorzaken
  • verschillende auditieve beperkingen
  • ontwikkeling
  • belang van sportbeoefening

15-2
154
Oorzaken auditieve beperkingen
  • aangeboren
  • - erfelijke factoren
  • - stoornissen tijdens de zwangerschap
  • (aanlegfouten, fouten in de celdeling)
  • verworven
  • - hersenbeschadiging als gevolg van bijvoorbeeld
  • zuurstofgebrek
  • - lawaai
  • - ouderdom
  • - infectieziekte (rode hond, bof, mazelen,
    polio,
  • kinkhoest, hersenvliesontsteking)

15-3
155
Verschillende auditieve beperkingen
  • verlies van geluidssterkte
  • verlies van bepaalde toonhoogten (frequenties)
  • ouderdomsslechthorendheid

15-4
156
Ontwikkeling
  • de taalontwikkeling
  • de sociaal-emotionele ontwikkeling
  • de motorische ontwikkeling

15-5
157
Visuele beperkingen
  • oorzaken
  • verschillende visuele beperkingen
  • ontwikkeling
  • het belang van sportbeoefening

15-6
158
Oorzaken visuele beperkingen
  • aangeboren
  • - erfelijke factoren (in bijna de helft van de
    gevallen
  • is dit de oorzaak)
  • - stoornissen tijdens de zwangerschap (infecties
    als
  • rode hond, zuurstoftekort, overmatig alcohol
    en/of
  • drugsgebruik, hersenbloeding)
  • verworven
  • - ongevallen
  • - hersenvliesontsteking
  • - tumoren
  • - diabetes mellitus (suikerziekte)

15-7
159
Verschillende visuele beperkingen
  • verlies van gezichtsscherpte
  • verlies van gezichtsveld
  • leeftijd
  • blind en braille
  • hulpmiddelen

15-8
160
Ontwikkeling
  • de sociale ontwikkeling
  • de emotionele ontwikkeling
  • de motorische ontwikkeling
  • integratie

15-9
161
De inhoud van dit thema
  • 16.2 Het begrip verstandelijke beperking
  • 16.3 Niveau-aanduidingen
  • 16.4 Ontwikkeling van mensen met een
    verstandelijke
  • beperking
  • 16.5 Begeleiding van mensen met een
    verstandelijke
  • beperking
  • 16.6 Syndromen
  • 16.7 Ouderen met een verstandelijke beperking
  • 16.8 Mensen met een ernstig meervoudige
    beperking
  • 16.9 Tips voor de praktijk

16-1
162
Het begrip verstandelijke beperking
  • een heterogene groep
  • definities en oorzaken
  • cijfers en diagnose
  • uitgangspunten beeldvorming
  • benaming

16-2
163
Niveau-aanduidingen verstandelijke beperking
  • indeling op basis van intelligentie
  • indeling op basis van ervaringsfase

16-3
164
Indeling op basis van intelligentie
  • lichte verstandelijke beperking (IQ 50 70)
  • matige verstandelijke beperking (IQ 20 50)
  • ernstige verstandelijke beperking (IQ lt 20)

16-4
165
Indeling op basis van ervaringsfasen
  • 1 de lichaamsgebonden ervaringsfase
  • 2 de associatieve ervaringsfase
  • 3 de structurerende ervaringsfase
  • 4 de vormgevende ervaringsfase

16-5
166
Ontwikkeling van mensen met een verstandelijke
beperking
  • de motorische ontwikkeling
  • de cognitieve ontwikkeling
  • de sociaal-affectieve ontwikkeling

16-6
167
Belangrijke cognitieve functies
  • denken
  • waarnemen
  • onthouden
  • leren

16-7
168
Begeleiding mensen met een verstandelijke
beperking
  • hoe kunnen we begeleiden
  • situatieve (bege)leidingstijl
  • de deelnemers
  • de omgeving
  • jij als bewegingsagoog

16-8
169
De deelnemers
  • hoe zelfstandig is de deelnemer?
  • met welke motieven komt de deelnemer naar de
    lessen?
  • hoe is de belevingswereld van de deelnemer?

16-9
170
Syndromen
  • kenmerken van syndromen
  • syndroom van Down
  • het fragiele-X-syndroom
  • syndroom van Prader-Willi
  • Angelman-syndroom

16-10
171
Het syndroom van Down
  • lichamelijke kenmerken
  • gedragskenmerken
  • intelligentie

16-11
172
Lichamelijke kenmerken
  • uiterlijk
  • bewegingsvaardigheid
  • oogafwijkingen
  • gehoorafwijkingen
  • hartafwijkingen
  • neurologische afwijkingen
  • afwijkingen in keel en neus
  • huidafwijkingen
  • het immuniteitssysteem

16-12
173
Ouderen met een verstandelijke beperking
  • fysieke aspecten van veroudering
  • cognitieve aspecten van veroudering
  • psychosociale aspecten van veroudering

16-13
174
Mensen met een ernstig meervoudige beperking
  • combinatie van beperkingen
  • communicatie
  • intensief zorgbehoeftig
  • primaire activering of basisbenadering

16-14
175
De inhoud van dit thema
  • 17.2 Verhoogde kwetsbaarheid
  • 17.3 Veelvoorkomende gedragsproblemen en
  • psychiatrische diagnoses
  • 17.4 Het begeleiden van gedragsmoeilijke
    deelnemers
  • 17.5 Zelfverwondend gedrag
  • 17.6 Sterk gedragsgestoord licht verstandelijk
  • gehandicapt (SGLVG)
  • 17.7 Tips voor de praktijk

17-1
176
Verhoogde kwetsbaarheid
  • psychiatrie en verstandelijke beperking
  • oorzaken van verhoogde kwetsbaarheid voor
    psychische problemen

17-2
177
Oorzaken van verhoogde kwetsbaarheid voor
psychische problemen
  • organische factoren
  • psychosociale factoren
  • omgevingsfactoren

17-3
178
Veelvoorkomende gedragsproblemen en
psychiatrische diagnoses
  • agressieproblemen
  • angst- en dwangstoornissen
  • ADHD
  • autisme en aan autisme verwante stoornissen

17-4
179
Autisme en aan autisme verwante stoornissen
  • autisme en verstandelijke beperking
  • diagnostische problemen
  • verschijningsvormen van autisme bij mensen met
    een verstandelijke beperking
  • twee subtypen
  • primaire en secundaire contactstoornis

17-5
180
Het begeleiden van gedragsmoeilijke deelnemers
  • methodische benadering
  • functionele analyse
  • de bewegingsagoog als begeleider

17-6
181
Methodische stappen
  • beeldvormingsfase
  • probleemformulering
  • formulering van de doelstelling
  • formulering van de aanpak
  • de uitvoering
  • de evaluatie

17-7
182
Drie mogelijkheden begeleiding
  • 1 het bewust hanteren van het groepsklimaat
  • 2 het bewust vormgeven van de (opvoedings)relatie
  • 3 het bewust hanteren van middelen en methoden

17-8
183
Zelfverwondend gedrag
  • vormen van zelfverwonding
  • de methode Heijkoop

17-9
184
Methode Heijkoop
  • 1 beeldvormingsfase
  • nauwkeurige omschrijving
  • zelfbescherming
  • zelfverdediging
  • 2 gewenste situatie
  • 3 plan van aanpak
  • bevorderen van het (zelf)vertrouwen
  • leren omgaan met het probleemgedrag
  • 4 uitvoering
  • 5 evaluatie

17-10
185
Sterk gedragsgestoord licht verstandelijk
gehandicapt (SGLVG)
  • korte typering
  • oorzaken
  • aard van de problematiek
  • poging tot typering van de SGLVGer

17-11
186
Poging tot typering van de SGLVGer
  • positie in de zorg
  • kenmerken doelgroep
  • gedragsstoornissen
  • indeling in subgroepen
  • moeilijke en groeiende problematiek
  • SGLVG-behandelcentrum
  • behandelmethoden

17-12
187
De meest gebruikte behandelmethoden
  • Gentle Teaching
  • ontwikkelingsdynamische benadering
  • sociaal competentiemodel
  • psychosociale rehabilitatie
  • methode Heijkoop

17-13
188
De inhoud van dit thema
  • 18.2 Vormen van psychiatrische hulpverlening
  • 18.3 Wanneer spreken we van psychische nood?
  • 18.4 Het ontstaan van psychische problemen
  • 18.5 Algemene psychopathologische verschijnselen
  • 18.6 Indeling van psychiatrische ziektebeelden
  • 18.7 Tips voor de praktijk

18-1
189
Vormen van psychiatrische hulpverlening
  • ambulante hulp
  • het algemeen psychiatrisch ziekenhuis
  • psychiatrische afdeling van een algemeen
    ziekenhuis (PAAZ)
  • onderwijs

18-2
190
Ambulante hulp
  • psychiatrische thuishulp
  • dagbehandeling, avondbehandeling,
    weekendbehandeling

18-3
191
Wanneer is er sprake van psychische nood
  • wat is normaal of abnormaal
  • geen meetlat, wel enkele criteria
  • de continuïteitsgedachte en de
    evenwichtsgedachte

18-4
192
Factoren die bepalen wat (ab)normaal is
  • je persoonlijke opvatting
  • de opvattingen van de omgeving
  • de situatie

18-5
193
Belangrijkste factoren psychische problemen
  • psychosociale factoren
  • - traumatische ervaringen
  • - relationele factoren
  • - opvoeding en gezinsfactoren
  • - cultureel-maatschappelijke factoren
  • aanlegfactoren
  • - erfelijkheid
  • - persoonlijkheid, temperament
  • organische factoren
  • - lichamelijke factoren
  • - biochemische en hormonale factoren

18-6
194
Gedragsaspecten
  • 1 het bewustzijn
  • 2 de zelfbeleving en de beleving van de
    werkelijkheid
  • 3 de waarneming
  • 4 het denken
  • 5 de communicatie
  • 6 de stemming
  • 7 de motoriek en het handelen

18-7
195
Indeling van psychiatrische ziektebeelden
  • angst- en dwangstoornissen
  • psychotische stoornissen
  • stemmingsstoornissen
  • verslavingsstoornissen en stoornissen in de
    impulscontrole
  • somatoforme stoornissen
  • persoonlijkheidsstoornissen
  • organische stoornissen
  • gedragsstoornissen
  • pervasieve stoornissen

18-8
196
De inhoud van dit thema
  • 19.2 Angst- en dwangstoornissen
  • 19.3 Schizofrenie
  • 19.4 Depressiviteit
  • 19.5 Borderline persoonlijkheidsstoornis
  • 19.6 Tips voor de praktijk

19-1
197
Angst- en dwangstoornissen
  • angststoornissen
  • dwangstoornissen
  • oorzaken
  • behandeling
  • bewegingsagogische consequenties

19-2
198
Angststoornissen
  • paniekstoornis
  • fobie
  • posttraumatische stressstoornis

19-3
199
Dwangstoornissen
  • dwanggedachte (obsessie)
  • dwanghandeling (compulsie)

19-4
200
Schizofrenie
  • psychose
  • kenmerken schizofrenie
  • oorzaken
  • behandeling
  • de bewegingsagogische consequenties

19-5
201
Algemene kenmerken of symptomen van een psychose
  • derealisatie (gevoel voor de werkelijkheid
    kwijt zijn)
  • depersonalisatie (gevoel voor eigen identiteit
    kwijt zijn)
  • wanen
  • hallucinaties
  • bizar, vreemd gedrag

19-6
202
Kenmerken schizofrenie
  • kenmerken en verloop
  • positieve psychotische symptomen
  • negatieve psychotische symptomen
  • gedesorganiseerde symptomen

19-7
203
Kenmerken schizofrenie
  • hallucinaties en wanen
  • emotionele vervlakking
  • afname behoefte aan sociaal contact
  • afname interesses
  • onsamenhangende spraak en gedachten
  • chaotisch gedrag

19-8
204
Behandeling
  • medicijnen
  • - antipsychotica
  • een gunstige omgeving
  • - structuur
  • - eigen plek
  • - lage EE van begeleiders

19-9
205
De bewegingsagogische consequenties
  • beginsituatie en doelstellingen
  • de organisatie
  • sport- en bewegingsactiviteiten
  • werkvormen, opdrachten, instructie
  • begeleiding

19-10
206
Depressiviteit
  • kenmerken
  • oorzaken
  • behandeling
  • bewegingsagogische consequenties

19-11
207
Kenmerken depressie
  • gevoelens van somberheid en hopeloosheid
  • verminderde belangstelling in alledaagse
    bezigheden
  • onvermogen om plezier te beleven aan alledaagse
    bezigheden
  • verandering van eetlust
  • gewichtsverandering
  • moeite met inslapen en doorslapen
  • cognitieve problemen (moeite met concentreren,
    geheugenproblemen, besluiteloosheid, traagheid in
    denken)
  • rusteloosheid, geïrriteerdheid
  • negatief zelfbeeld, gevoelens van
    waardeloosheid, suïcidale gedachten
  • vermoeidheid, vitaliteitsverlaging

19-12
208
Borderline persoonlijkheidsstoornis
  • kenmerken
  • oorzaken
  • behandeling
  • bewegingsagogische consequenties

19-13
209
Kenmerken borderline
  • stemmingswisselingen
  • impulsiviteit
  • moeite met contacten
  • zelfbeschadigend gedrag
  • laag zelfbeeld

19-14
210
De inhoud van dit thema
  • 20.2 Dementie algemeen
  • 20.3 Oorzaken van dementie
  • 20.4 Kenmerken van dementie
  • 20.5 Fasen dementie
  • 20.6 Benaderingswijzen
  • 20.7 Belang van sport- en bewegen
  • 20.8 Depressiviteit
  • 20.9 Tips voor de praktijk

20-1
211
Oorzaken dementie
  • hersentraumata
  • meerdere CVAs
  • vergiftiging
  • chromosomale fout
  • ziekten die de hersenen aantasten
  • - hersentumor
  • - ziekte van Alzheimer
  • - ziekte van Parkinson
  • - ziekte van Huntington
  • - ziekte van Creutzfeldt-Jacob
  • - ziekte van Korsakow
  • - AIDS
  • - bepaalde aandoeningen van de schildklier

20-2
212
Algemene kenmerken dementie
  • geheugenstoornissen
  • oriëntatiestoornissen (desoriëntatie)
  • taalstoornissen (afasie)
  • problemen in de praktische vaardigheden en
    alledaagse handelingen (apraxie)
  • problemen in de visuele herkenning (agnosie)
  • stoornissen in de uitvoerende functies

20-3
213
Fasen van dementie
  • voorfase
  • fase van lichte dementie
  • fase van matige dementie
  • fase van ernstige dementie

20-4
214
Benaderingswijzen
  • warme zorg
  • realiteitsoriëntatietraining (ROT)
  • validation
  • snoezelen

20-5
215
De inhoud van dit thema
  • 21.2 Begripsbepaling
  • 21.3 Autisme
  • 21.4 Stoornis van Asperger
  • 21.5 Stoornis van Rett
  • 21.6 PDD-NOS
  • 21.7 Behandelings- en begeleidingsmethoden
  • 21.8 Tips voor de praktijk

21-1
216
Pervasieve ontwikkelingsstoornissen
  • A autistische stoornissen
  • 1 autisme
  • 2 aan autisme verwante stoornissen
  • stoornis van Asperger
  • stoornis van Rett
  • stoornis van Heller
  • B PDD-NOS

21-2
217
Kenmerken autisme
  • ernstige relatiestoornis of sociale stoornis
  • een taal-/spraakstoornis
  • weerstand tegen veranderingen
  • opvallend dwangmatig en stereotiep gedrag
  • gemis aan centrale coherentie
  • vaak een verstandelijke beperking
  • zintuiglijke overgevoeligheid

21-3
218
Kenmerken stoornis van Asperger
  • ernstige relatiestoornis of sociale stoornis
  • weerstand tegen veranderingen
  • opvallend dwangmatig en stereotiep gedrag
  • intense en meer dan normale interesse in
    bepaalde dingen
  • normale tot hoge intelligentie

21-4
219
Kenmerken stoornis van Rett
  • zeldzame neurologische aandoening
  • hoofdzakelijk bij meisjes
  • aanvankelijk normale ontwikkeling gevolgd door
    regressie
  • ernstige verstandelijke beperking
  • kleine schedelomvang
  • verlies van sociale betrokkenheid
  • ontwikkeling van stereotiepe handbewegingen
  • ernstige taalbeperking
  • slechte coördinatie

21-5
220
Kenmerken PDD-NOS
  • beperking in de ontwikkeling van
    sociale vaardigheden, en/of
  • beperking in verbale en non-verbale
    communicatievaardigheden
  • stereotiep gedrag
  • voldoet niet aan criteria voor autisme of ASS

21-6
221
Behandelings- en begeleidingsmethoden
  • Applied Behavior Analyses
  • contacttherapie
  • TEACCH-programma
  • Son Rise-programma

21-7
222
De inhoud van dit thema
  • 22.2 Jeugdzorg
  • 22.3 Wat is gedragsproblematiek?
  • 22.4 Antisociaal gedrag
  • 22.5 Oppositioneel opstandig gedrag
  • 22.6 Attention Deficit Hyperactivity Disorder
  • 22.7 Tips voor de praktijk

22-1
223
Jeugdzorg
  • jeugdzorg of jeugdhulpverlening
  • functie van jeugdzorg
  • soorten voorzieningen

22-2
224
Typen jeugdhulpverlening
  • ambulante jeugdzorg
  • dagbehandeling
  • pleegzorg
  • residentiële hulpverlening
  • justitiële jeugdbescherming

22-3
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com