10 Reclame en Sponsoring - PowerPoint PPT Presentation

1 / 25
About This Presentation
Title:

10 Reclame en Sponsoring

Description:

Title: 1. Wat is Marketing Author: Jan van der Zanden Last modified by: Jan Created Date: 9/8/2003 8:32:49 AM Document presentation format: Diavoorstelling – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:80
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 26
Provided by: Janva88
Category:

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: 10 Reclame en Sponsoring


1
10 Reclame en Sponsoring
  • Invloed reclame positief
  • goede informatiebron
  • financiering TV en pers
  • ontstaan van massamarkten met schaalvoordelen
  • veel lagere kosten t.o.v. persoonlijke verkoop
  • image building verplicht tot constante kwaliteit
  • Negatief
  • 57 zapt tijdens TV reclame van de 43 door 66
    even iets anders, kijker mist 80 van de TV
    reclame (onderzoek januari 2005)
  • ergernis
  • soms onnodig prijsverhogend

2
10 Reclame en Sponsoring
  • Plaats van reclameplan
  • Ondernemingsplan
  • Marketingplan
  • Communicatieplan
  • Reclameplan

3
10 Reclame en Sponsoring
  • Indeling in soorten Reclame
  • Zender
  • Boodschap
  • Medium
  • Ontvanger

4
Indeling naar Zender
  • Producentenreclame (vooral A-merken en merken)
  • Detailhandelsreclame (klanten de winkel in
    krijgen)
  • Ideële reclame (SIRE, Postbus 51)
  • Samenwerkingsvormen
  • Collectieve reclame (via branchevereniging of
    productschap, concurrenten samen voor één
    product(groep), geen free-riders)
  • Coöperatieve reclame (samenwerking in keten,
    producten en detaillist kosten deling)
  • Combinatiereclame (samenwerken voor combinatie
    van ieders eigen product winkelcentrum,
    meubel-/autoboulevard)

5
Indeling naar Ontvanger
  • Consumentenreclame (bekende media)
  • Industriële reclame (groepsaankoopbeslissingen,
    gerichte media (vakbladen, beurzen, direct mail
    bijv.))
  • Handelsreclame (naar handelaren, agenten,
    detaillisten etc. vooral ook vakbladen)
  • Professionele reclame (gericht op adviseurs van
    consumenten zoals artsen)

6
Indeling naar Boodschap
  • Informatieve reclame (cognitief gerichte
    boodschappen)
  • Institutionele reclame of corporate advertising
    nadruk op onderneming als geheel i.p.v. op
    producten
  • Generieke reclame voor productsoort van belang
    bij nieuwe innovatieve producten en evt. voor
    collectieve reclame
  • Selectieve reclame, gericht op één merk/specifiek
    product.
  • Thema reclame vooral kennis en attitude, imago
    beïnvloeden, sfeertje, meer zaaien dan oogsten
  • Actie reclame, direct gericht op omzet,
    ondersteuning van salespromotion actie

7
Indeling naar Boodschap (2)
  • Vergelijkende reclame benadrukt verschillen met
    anderen, mag wel, is toch (nog?) not-done, moet
    objectief zijn, niet denigrerend, geen
    ongerechtvaardigd voordeel (bijv. meeliften op
    zeer bekende merknaam is verboden, tenzij).
    Liberaal regime sinds nieuwe Europese richtlijn
    in 1998.
  • Aanhakende reclame, benadrukt overeenkomsten met
    ander bekend product/merk niet alles mag, maar
    is nog onduidelijk wegens weinig jurisprudentie

8
Indeling naar Medium
  • Ether (TV, Radio)
  • Pers (landelijk/regionaal, dagbladen,
    week-/opiniebladen, huis-aan-huis bladen
    (weekblad, zondagsblad), trein/OV-bladen etc.)
  • Tijdschriften (vakbladen, damesbladen,
    blootbladen, knutsel/hobbybladen, tienerbladen,
    pulpbladen etc.)
  • Ledenbladen (omroepbladen, ANWB, Natuurmonumenten
    etc.)
  • Controlled circulation (gratis tijdschriften voor
    specifieke doelgroepen zoals Intermediair)
  • Sponsored magazine (bijv. Allerhande, Weleda
    berichten)

9
Indeling naar Medium (2)
  • Directe of rechtstreekse reclame (medium
    reclame uiting, bijv. sponsored magazines)
  • Point-of-purchase reclame (displays, folders,
    posters in de winkel)
  • Direct mail (actie reclame, nieuwsbrief, goede
    segmentatiemogelijkheden)
  • Internet reclame (bannering, contekstbannering,
    pop-up, webvertising (2e lijns opvang), sponsored
    links, e-mail nieuwsbrief). Spam en anti-spam.
    Met interactiviteit (quiz, test etc.) de
    vluchtige surfer vasthouden.
  • Bioscoop reclame, theater reclame, evenementen
    reclame
  • Buitenreclame (abris, billboards, mobiel,
    vervoer, lantarenpaal, neon/verlichting,
    uithangborden, promoteam/promo-girls)
  • Ook de plaats is belangrijk (voor/na de voetbal,
    voor/achter/rechter pagina)

10
Doelplanning
  • Doel reclame meehelpen aan marktbeheersing
    door
  • vergroten vraag (afzet per klant, nieuwe klanten,
    substitutie andere merken)
  • nieuw product lanceren
  • handhaven bestaande klanten, merktrouw
  • uitbreiding distributienetwerk
  • Reclame is belangrijk onderdeel van Promotie van
    de MM. En ter ondersteuning van de andere Ps.
  • Unique Selling Proposition/Point is cruciaal voor
    goed overkomende boodschap. En
  • Dont sell features but benefits.

11
Doelplanning (2)
  • DAGMAR model
  • Defining Advertising Goals of Measured
    Advertising Results.
  • Klassiek hiërarchisch aankoopmodel onbekend,
    bekend, begrip, overtuiging, actie.
  • Omzet(groei) niet direct te relateren aan
    reclame.
  • Doelbepaling reclame
  • doelen in kennis, houding, gedrag
  • welke doelgroep
  • in welke periode

12
STARCH model
  • Klassiek hiërarchisch model over de werking van
    communicatie, waarbij afnemer stadia doorloopt.
  • Stadia
  • opmerken
  • waarnemen
  • geloven
  • herinneren
  • actie
  • Zie ook AIDA en Lavidge-Steiner

13
Diverse Klassieke modellen

14
Reclame strategieën
  • Introductiefase functionele eigenschappen,
    voordelen, samenstelling, werking, kosten, baten.
    Kostbaar om markt te openen, maar meestal
    blijvend voordeel om de eerste te zijn.
  • Groeifase onderscheidende productwaarden
    profileren, USPs, bij me-too een affectieve
    sfeer/waarde toevoegen/creëren.
  • Volwassenheidsfase spontane merkbekendheid
    vergroten (want consumenten kiezen routinematig
    het bekendste merk), profileren USPs, lagere
    prijs maar pas op voor prijsvechten,
    productverbeteringen)
  • Neergangsfase nieuwe toepassingsmogelijkheden,
    gebruiksfrequentie opvoeren, nieuwe doelgroepen
    (denk aan Ansoff)

15
Campagne ontwikkeling
  • Bepaal reclame strategie
  • gevolgd door de feitelijke campagne ontwikkeling
  • Briefing (PMC, distributiekanaal,
    (communicatie)doelgroep (keuzecriteria,
    koopgedrag, attitude, definieer de
    communicatiedoelgroep zo mogelijk in media
    doelgroepen), doelen, propositie vanuit
    klantperspectief, vorm inhoud (kort,
    duidelijk), media, budget, tijdplan)
  • Creatief concept (explicatieconcept,
    effect-/implicatieconcept, associatieconcept,
    vergelijkingsconcept)
  • Uitwerking (kop, beeld, tekst, pay-off/slogan)
  • Mediaselectie

16
Mediaselectie
  • Media typen al belangrijk tijdens ontwikkeling
    van campagne. Audio-visueel voor demonstraties
    pers voor veel informatie status medium voor
    juiste imago-building van product
  • Mediumdoelgroep valt die samen met
    marketingdoelgroep?
  • Benodigde mediadruk om doelen te bereiken
    (frequentie, bereik)
  • Communicatievermogen (technisch (datum, omvang,
    kleur etc.), status, confrontatiesituatie (thuis,
    bioscoop, relaxen, stress)
  • Copy platform wat is de kernboodschap

17
Mediaselectie en -

18
Mediumbereik
  • Oplage aantal fysieke exemplaren
  • Bereik aantal personen dat het medium echt ziet
    (uitgepakt, ook aan andere personen doorgegeven)
  • Totaal bereik aantal personen dat het medium in
    bijv. een jaar ziet
  • gemiddeld bereik aantal personen dat medium per
    uitgave ziet
  • actueel bereik aantal personen dat specifieke
    uitgave ziet
  • Cumulatieve bereik. aantal personen dat minimaal
    één maal medium gezien heeft
  • dekking doelgroepbereik percentage van de
    totale communicatiedoelgroep dat met een medium
    bereikt wordt
  • Bruto bereik totaal aantal keren dat de
    doelgroep de advertentie ziet (dus inclusief
    doublures via verschillende media som van de
    bereikcijfers van media)
  • Netto bereik brutobereik -/- dubbeltellingen
  • Bij combinatie van media trek dus af doublures
  • Kosten per duizend, worden ook bepaald door de
    waste (niet relevant bereik)
  • effectief bereik aantal (potentiële) kopers
    bereikt

19
  • Reclame onderzoek
  • Pre-test (valt het op, komt de boodschap over,
    welke vorm is het effectiefst, plaatsingsvolgorde/
    frequentie bepalen)
  • Post-test (n.b. carry-over effect) doel
    bereikt?, impact meting (nulmeting,
    herinneringtest, herkenningtest), verveelt het
    thema?, exacte mediumbereik?
  • Mediaonderzoek
  • Kijk- en luisteronderzoek
  • Lezerskring onderzoek
  • mediumbereik en reclame bereik (wordt het reclame
    blok bekeken
  • Multimediaonderzoek (SUMMO-scanner, wekelijks
    onderzoek multimedia)
  • Kosten RTV uitgedrukt in GRP, gross rating point,
    of kosten per luister-/kijkdichtheid per
    standaardspot van 15 of 20 seconden. Zie ook
    www.tipnl.nl

20
Reclame bureaus
  • Onafhankelijke
  • Afhankelijke van één adverteerder (house agency,
    reclame kantoor)
  • Full service bureau doet naast ontwikkelen
    reclame campagne en media selectie ook
    geïntegreerde marketing communicatie
    advies/realisatie (PR, promotie, sponsoring)
  • Mediabureaus grootschalig inkoopbureau met
    korting op media
  • Kijk naar successen, conflicting accounts,
    voorselectie, pitch, honorarium
    (mediakorting/provisie, fixed-price, no-cure
    less-pay)

21

22
Organisaties in de Reclamewereld
  • VEA (Vereniging van Erkende reclame-Adviesbureaus)
    . Erkenningsregeling door ROTA (Raad van Orde en
    Toezicht voor het Advertentiewezen)
  • Reclame Code Commissie (Gedragsregelen van de
    Nederlandse Code voor het Reclamewezen).
  • KOAG/KAG zelfregulering geneesmiddelen en
    gezondheidsproducten
  • Bond van Adverteerders
  • Nederlandse Dagblad Pers (NDP, dagbladen) en
    Nederlandse Nieuwsblad Pers
  • Nederlandse Organisatie van Tijdschriften
    Uitgevers (NOTU)
  • Centraal Bureau voor de Courantenpubliciteit
    (Cebuco dagbladen, Nederlandse regio indeling,
    bevordert adverteren, geeft uit het
    Marktanalytisch Vademecum)
  • Stichting Ether Reclame (STER)
  • Genootschap voor Reclame

23
Sponsoring
  • Geen liefdadigheid i.h.a. Gewoon business.
  • Weloverwogen keuze van activiteit, status, imago,
    herkenbaarheid, media-aandacht etc. t.o.v.
    investering
  • Ongedwongen benadering, sterk emotioneel/imago
    versterkend
  • Omzeilen reclame verbod (drank, tabak)
  • Goodwill kweken
  • Sluikreclame beperkt toegestaan (met name bij
    publieke omroepen)
  • Afbreukrisico bij individuen, of omstreden clubs

24
DATUM 06 MRT 2008 AMSTELVEEN - De bruto
mediabestedingen voor producten en diensten in
Nederland bedroegen in 2007 ruim  6,1 miljard
euro. Dit is een stijging van 8 (400 miljoen
euro) ten opzichte van 2006 en hiermee is voor
het eerst de grens van 6 miljard euro
gepasseerd. Zie ook http//www.marketingtribune.
nl/nieuws/Bruto-mediabestedingen-boven-6-miljard-e
uro-31833/ Unilever 's werelds tweede
adverteerder Datum 27 NOV 2006 AMSTERDAM -
Unilever, Philips en Heineken behoren tot s
werelds grootste adverteerders. Dit blijkt uit
cijfers van het Amerikaanse reclamevakblad
Advertising Age . Blijkens de top-100 die het
blad samenstelde, neemt Unilever
(voedingsmiddelen en persoonlijke verzorging) met
4,3 miljard dollar de tweede positie in op de
lijst. Unilever verdringt daarmee General Motors
van de tweede plaats, dat in 2005 4,2 miljard
dollar aan reclame spendeerde. In totaal
besteedden de top-100 adverteerders in 2005
samen 88,3 miljard dollar. Dat is ongeveer een
kwart van de totale mediakoek, waarbij de
bestedingen met zon 4,5 procent stegen.
Heineken en Philips Heineken staat met 332
miljoen dollar op de 85e plaats,
elektronicaconcern Philips, dat in 2005 zon 301
miljoen dollar in zijn reclamecampagnes
investeerde, eindigt op de 91e plaats. Op nummer
1 staat Procter Gamble. Met 8,2 miljard dollar
laat de Amerikaanse producent van diverse
consumentenartikelen de rest ver achter zich

25
  • Merkkoppeling bij humoristische tv-commercials
    verbeteren11-2009
  • Dat humor de aandacht kan opslokken ten koste van
    het geadverteerde, is al langer bekend. Maar de
    vraag waarom men bij de ene humoristische
    commercial direct het merk kan noemen en waarom
    bij de andere het antwoord uitblijft, is tot nu
    toe onbeantwoord gebleven. Merkkoppeling is het
    principe dat men bij het weerzien van een
    commercial in staat is de juiste merknaam aan de
    commercial te verbinden. In het onderzoek van de
    Universiteit Twente (113 stuks) werden drie
    groepen commercials onderscheiden
  • commercials met arme humor, waarvoor de
    gerelateerdheid van de humor niet echt relevant
    is, 45
  • commercials met rijke en ongerelateerde humor (de
    meest ongunstige categorie), 32
  • commercials met rijke en gerelateerde humor (de
    meest gunstige categorie). Slechts 23.
  • De onderzoekers concluderen dat er in termen van
    effectiviteit dus nog veel winst te behalen valt.
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com