METHODIEK VLINDERSLAG - PowerPoint PPT Presentation

1 / 26
About This Presentation
Title:

METHODIEK VLINDERSLAG

Description:

Title: Initiator Vlinderslag Author: Steven Claes Last modified by: Luc Ooms Created Date: 9/15/2005 12:23:33 PM Document presentation format: Diavoorstelling (4:3) – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:79
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 27
Provided by: Steven1149
Category:

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: METHODIEK VLINDERSLAG


1
METHODIEK VLINDERSLAG
  • Beginsituatie waarbij de kinderen
  • geen angst meer hebben in het water
  • zowel in ruglig als voorlig kunnen drijven
  • de aquatische ademhaling (ritmisch inademen
    boven het wateroppervlakte, uitblazen in het
    water) beheersen
  • zich zowel in ruglig als in voorlig kunnen
    afduwen van de muur en steeds vanuit drijvende
    positie kunnen rechtstaan.

2
METHODIEK VLINDERSLAG
  • Methodische stappen
  • de kinderen moeten de oefeningen steeds correct
    en zonder teveel inspanning kunnen uitvoeren.
    De correcte uitvoering primeert op de afgelegde
    afstand.
  • tijdens een les een bepaalde oefenvorm niet te
    lang aanhouden. Wel deze oefenvorm blijven
    herhalen tijdens de opeenvolgende lessen. Totdat
    de doelstellingen bereikt zijn.
  • nieuwe oefenstof aanbieden bij de aanvang van de
    les. Verder inoefenen van reeds gekende
    oefenvormen in het 2de deel van de les.
    (Kinderen zijn beter geconcentreerd bij de
    aanvang van de les).
  • in een les kunnen verschillende zwemslagen en
    zwemvaardigheden aan bod komen (voorbeeld
    oefenvorm rugslag, oefenvorm vrije slag, springen
    in het water).
  • het is belangrijk dat de L. zich zeker in de
    beginfase met de kinderen in het water bevindt.
    Dit zowel uit pedagogische en veiligheidsoverwegin
    gen.

3
METHODIEK VLINDERSLAG
Opmerking goed vlinderslag zwemmen vereist meer
krachtinzet op bepaalde momenten van het
bewegingsverloop dan de andere drie zwemslagen.
Tevens dient het kind lenig te zijn in de
schoudergordel en reeds grondig de drie andere
zwemslagen te beheersen, hoewel voorbereidende
oefeningen (cfr. oefeningen vlinderslag) best
vroeg kunnen aangeboden worden. Dikwijls stellen
we ook vast dat men bij het aanleren van
vlinderslag een zekere schrik heeft omdat
vlinderslag (ten onrechte?) beschouwd wordt als
een zware slag. Dat dit ten onrechte is kan
duidelijk zijn doordat veel jonge zwemmers al op
jeugdige leeftijd een goede vlinderslag zwemmen
die gebaseerd is op efficiënte techniek dewelke
het gebrek aan kracht op jonge leeftijd kan
compenseren. Je kan niet ontkennen dat in de
vlinderslag na de stuwende fase van de armen
onder water deze gelijktijdig als het ware
zonder steun naar voor gebracht worden tijdens
de contra hetgeen zeker niet eenvoudig is. Hier
ligt evenwel een taak voor de zwemonderwijzer om
het kind te wijzen op het feit dat het belangrijk
is de technische aspecten van het vlinderslag
zwemmen onder de knie te krijgen, meer nog dan
het gebruik van kracht in deze stijl. Op die
manier zal ook het aanleren en vervolmaken van
vlinderslag een uitdaging zijn voor jonge
zwemmers
4
METHODIEK VLINDERSLAG
  • Hoe beginnen?
  •  
  • begin het aanleren van de vinderslag met een
    demonstratie van de beweging op het droge. Geef
    hierbij de belangrijke punten aan waarop het kind
    moet letten bij de uitvoering ervan. Je kan ook
    best een voorbeeldzwemmer nemen waarvan je weet
    dat hij de slag technisch goed zwemt en deze de
    beweging laten voorzwemmen, ondertussen kan je
    dan de nodige informatie geven aan de kinderen
    die van op de kant de beweging zien. Maak hierbij
    (indien mogelijk) tevens gebruik van beeldspraak
    die de kinderen verstaan, probeer in ieder geval
    de uitleg bondig en duidelijk te geven.
  •  
  • wat betreft het gebruik van zwemvliezen dient men
    op te letten ingeval van het gebruik van lange
    vliezen. Ervaring heeft geleerd dat dit leidt tot
    blijven hangen bij het inslaan van de handen
    van de armen doordat de benen het ritme niet
    kunnen volgen ten gevolge van de lange vliezen

5
METHODIEK VLINDERSLAG
  • Beschrijf de belangrijke punten in beweging
  • van het lichaam als licht golvend met fixatie
    van hoofd-schouders dewelke op- en neergaan
  • van de benen als de staart van een dolfijn die
    op- en neerklopt
  • van het uitduwen als ver naar achter (voorbij
    heupen) met uitkomen van de pinken eerst
  • van het inslaan handen vooraan als met de
    handpalmen neerwaarts gericht en op
    schouderbreedte (opgelet inslaan is niet op het
    water slaan pletsen)
  • van het ademen als dat dit begint bij het einde
    van de stuwende fase van de armen en eindigt
    voordat de handen inslaan (de kin gaat enkel
    hierbij omhoog)
  • Opmerking
  • leg niet teveel de nadruk op het moment van de
    beenslag, vraag enkel om tweemaal te kloppen op
    een armbeweging. Indien het kind goed golft
    zullen de beenslagen dikwijls spontaan juist
    zijn.
  • laat na deze fase van uitleg-beschrijving de
    kinderen eerst zelf eens proberen om vlinderslag
    te zwemmen (best in de breedte) en observeer!

6
METHODIEK VLINDERSLAG
  • Aanleren vlinderslag benen
  •  
  • Opmerking
  • om de beenslag en de ontwikkelde stuwing ervan
    door het kind goed te laten aanvoelen mogen de
    beenslagoefeningen daar waar mogelijk anders dan
    enkel in buiklig uitgevoerd worden (benen zijlig
    ruglig etc.)
  • ook het laten oefenen van de beenbeweging
    vlinderslag onder water is zeer nuttig, het geeft
    aan het kind een goed gevoel van stuwing en
    leunt, goed uitgevoerd, nauw aan bij de dolfijn
    zwemwijze. Let bij het aanleren er ook op dat je
    niet te lang alleen de benen inoefent. Van zodra
    je merkt dat de beenslag begint te vlotten tracht
    je de globale vlinderslagbeweging met de
    armbeweging in te bouwen.

7
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 1
  • ? vlinderslag benen laten uitvoeren aan de rand
    van het bad (ev. ook in klein bad, zitten op
    trapje)
  • ? uitvoering het kind zit op de badrand,
    onderbenen gebogen in het water gelijktijdig
    benen naar het wateroppervlak kloppen .
  • methodische wenken
  • vraag aan het kind om met de tenen naar boven te
    shotten (zie ook benen rug)
  • laat het kind goed de waterdruk aanvoelen op de
    bovenzijde van de voet bij het omhoog kloppen van
    de voeten
  • let op het overstrekken van de voet bij het
    omhoog kloppen  

8
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 2
  • ? vlinderslag beenbeweging laten uitvoeren met
    steun aan badrand (goot rail trapje)
  • uitvoering
  • het kind steunt met de handen en voert de
    vlinderslag beenbeweging uit met aangezicht in
    het water, bij ademnood stoppen
  • je kan op die manier een aantal kinderen naast
    mekaar laten oefenen waarbij je van kind naar
    kind gaat om te helpen/ corrigeren
  • methodische wenken

9
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 2 (vervolg)
  • methodische wenken
  • bij het begin van de beenbeweging leg je best de
    nadruk op het naar beneden kloppen van de
    (overstrekte) voeten, dus een beenslag die naar
    de diepte gaat zonder dat het bekken mag afzakken
    of enkel het bekken de beweging mag sturen (goede
    beenslag vertrekt vanuit het sternumpunt, dus
    geen op en neer gewiebel van de heupen)
  • de beide benen kloppen gelijktijdig en even hard
    naar beneden (alle beenslagen even hard en even
    diep)
  • het lichaam blijft vlak golven (dus bekken niet
    te diep laten zakken tijdens de beenslagen)
  • de diepte van de beenslag is enigszins
    individueel bepaald, maar dient zich te situeren
    tussen 40cm 50cm onder water als diepste punt
  • let er op dat de beenslag onder water gebeurt en
    dat de voeten bij de opwaartse beweging niet te
    hoog uit het water komen
  • de benen moeten onder water blijven tijdens de
    beenbeweging, een goede beenslag wordt naar onder
    (in de diepte) gegeven en niet aan of op het
    wateroppervlak

10
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 3 ( Persoonlijk geen voorstander om gebruik
    te maken van drijfhulp )
  • ? vlinderslag beenbeweging laten uitvoeren met
    drijfhulp (i.c. zwemplank of pull-buoy)
  • uitvoering het kind heeft een drijfhulp (plankje
    of pull-buoy, achteraan vastnemen) en voert de
    beenbeweging uit (afstand opdrijven), bij
    ademnood stoppen
  • methodische wenken
  • al de vorige punten blijven de nodige aandacht
    verdienen
  • lichaam is goed gestrekt en gestroomlijnd
    (opletten voor te diep afzakken van het lichaam)
  • laat het ritme van de beenslag variëren, dit zal
    zorgen voor een verschil in diepte van de
    beenslag. Zoek op die manier naar de beste diepte
    van de beenslag
  • in geval dat je ziet dat de golfbeweging teveel
    vanuit de heupen komt, kan je ook door variatie
    van het ritme van de beenslag deze fout trachten
    te corrigeren

11
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 4
  • ? idem vorige oefening maar met ademen
  • uitvoering idem maar met ademen vraag het kind
    na twee beenslagen te ademen (kin heffen) en
    daarna aangezicht terug in het water gevolgd door
    twee beenslagen (uitblazen!), afstand opdrijven
  • methodische wenken
  • alle vorige punten
  • let op bij het ademen dat de schouders en het
    hoofd worden omhoog gebracht, gevolgd door een
    opwaarts heffen van het aangezicht om te komen
    ademen (mond juist boven water) en daarna
    onmiddellijk knikken (tot neutraal) van het hoofd
  • blijf aandacht geven aan het correct vasthouden
    van de plank (achteraan de plank, handen elk
    langs een zijde)

12
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 5
  • ? zonder hulp met gestrekt lichaam afstoten en
    vanuit glijden met beenslagen vorderen (zonder
    ademen)
  • ? uitvoering idem maar met ademen vraag het
    kind na twee beenslagen te ademen (kin heffen) en
    daarna aangezicht terug in het water gevolgd door
    twee beenslagen (uitblazen!), afstand opdrijven
  • methodische wenken
  • let op een goede pijlfase bij afstoot (handen
    aaneengesloten)
  • goede pijlfase zorgt voor een vlakke
    lichaamspositie in het water met weinig weerstand
    tijdens het glijden
  • let op uitblazen onder water tijdens de
    uitvoering
  • eens de eerste beenbeweging begonnen gaan de
    handen van mekaar en zijn de armen gestrekt op
    schouderbreedte
  • oren worden tussen de armen geklemd
  • oriëntatie aangezicht onder water bodemwaarts,
    lichtjes voorwaarts gericht

13
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 6
  • ? zonder hulp met gestrekt lichaam afstoten en
    van uit glijden enkel met benen overzwemmen (met
    ademen)
  • ? uitvoering het kind staat in het water en
    stoot af van de muur. Vanuit goede pijlfase enkel
    met benen overzwemmen (begin mogelijk in de
    breedte van het bad)
  • methodische wenken blijf op de voorgaande punten
    letten

14
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 7
  • ? afstoten op de rug en enkel vlinderslag benen
    zwemmen (eerst armen naast lichaam, later armen
    opwaarts
  • ? uitvoering het kind stoot af van de muur in
    rugligging aan het wateroppervlak en vordert met
    vlinderslag benen
  • methodische wenken
  • blijf op de voorgaande punten letten
  • blijf werken op verdere efficiëntie van de
    beenslag

15
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 8
  • ? afstoten op de buik, armen naast het lichaam
    houden en vorderen met vlinderslag benen (met
    ademen)
  • ? uitvoering het kind stoot af van de muur in
    buikligging en vordert aan het wateroppervlak met
    vlinderslag
  • methodische wenken
  • blijf aandacht hebben voor de voorgaande punten
  • heel goede oefening voor het ademen in te oefenen
    (heffen schouders hoofd, daarna opwaarts heffen
    aangezicht, ademenen, daarna knikken naar
    neutrale positie)
  • het heffen van de schouders dient in feite om de
    latere contra van de armen te vergemakkelijken,
    het ademen zelf wordt ingezet door actief
    voor-opwaarts heffen van het hoofd!
  • werken op ondulatie (golven) vanuit sternumpunt
    (en niet vanuit heup)

16
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 9
  • ? idem stap 6, 7 en 8 maar onder water vorderen
  • ? uitvoering het kind stoot af onder water en
    voert de oefeningen uit onder water, bij ademnood
    opduiken (ev. oef verderzetten indien mogelijk)
  • methodische wenken
  • goede oefeningen om de efficiëntie van de
    beenslagbeweging te blijven verbeteren
  • voorbereiding op het kicken onder water na
    start en keerpunt

17
METHODIEK VLINDERSLAG
  • Aanleren van de armbeweging
  • STAP 1
  • ? vanuit stand in ondiep water de armbeweging
    uitvoeren
  • uitvoering
  • het kind staat in het ondiepe badgedeelte,
    aangezicht boven water. De zwemleerkracht doet de
    oefening voor van op de kant. Nadien kan de
    zwemleerkracht mee in het water gaan en
    corrigeren waar nodig

18
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 1 (vervolg)
  • methodische wenken bij het uitvoeren van de
    armbeweging (van uit stand) begint deze met als
    aandachtspunten
  • de vingers zijn gesloten tijdens de
    onderwaterfase
  • aandacht voor een goede catch van het water en
    het behoud van het waterdrukgevoel tijdens de
    volledige stuwende onderwaterfase
  • handpalmen wijzen naar achter en blijven tijdens
    de stuwende onderwaterfase zolang mogelijk naar
    achter gericht
  • tijdens de catch letten op het behoud van de
    hoge elleboog positie tijdens de stuwende fase
    onder water
  • inslaan van de handen vooraan met de vingertoppen
    eerst, handpalmen bodemwaarts gericht, handen op
    schouderbreedte
  • bij het einde van de stuwende fase zijn de handen
    voorbij de heupen (ver genoeg achterwaarts
    duwen), aandacht voor de vloeiende beweging met
    versnelling in de stuwende beweging achterwaarts
  • geen dood moment vooraan na de contra (jonge
    zwemmers blijven vooraan nogal eens hangen ipv
    de catchpositie onmiddellijk op te zoeken), zeker
    te vermijden!!!
  • houd er rekening mee dat door een gebrek aan
    lenigheid een aantal kinderen deze bewegingen
    (vooral de contra boven water) niet soepel kunnen
    uitvoeren
  • niet teveel aandacht aan de ademhaling in deze
    fase omdat het kind de zwemleerkracht dient te
    observeren

19
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 2
  • ? armbeweging uitvoeren met verplaatsen (stappen)
    zonder nadruk op ademhaling
  • ? uitvoering het kind staat in het ondiepe
    badgedeelte, aangezicht boven water, met iedere
    armbeweging verplaatsen dmv kleine stappen
  • methodische wenken vorige punten blijven van
    toepassing
  • het kind dient te voelen dat de beweging onder
    water van de armen constante stuwing oplevert
  • let er op dat de schouders juist onder water
    blijven en enkel tijdens de contra armen boven
    water lichtjes mee omhoog komen

20
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 3
  • ? armbeweging uitvoeren met verplaatsen (stappen)
    met nadruk tijdstip ademhaling
  • ? uitvoering idem stap 2 maar met ademhaling
  • methodische wenken bij invoegen ademhaling extra
    aandacht voor
  • positie van het hoofd bij invoegen ademhaling
    (eerst hoofd, dan armen, oren klemmen etc.)
  • hoofd niet te diep knikken (neutrale positie) na
    einde ademhaling, dit geeft problemen bij de
    contra van de armen (bemoeilijkt
    terugvoerbeweging armen boven water)
  • uitademen tijdens achterwaartse stuwende
    armbeweging door mond en neus (explosief
    uitblazen)
  • inademen tijdens de contra armen boven water,
    moet beëindigd zijn voor het inslaan van de armen
  • het omhoog komen van de schouders bij het einde
    van de stuwende achterwaartse armbeweging heeft
    tot doel het vergemakkelijken van de contra
    armen, niet om het ademen mogelijk te maken

21
METHODIEK VLINDERSLAG
  • Aanleren vlinderslag globale beweging
  • STAP 1
  • ? vanuit stand in ondiep water snoeken, handen
    naast lichaam (oef. ev. over flexi-tube laten
    uitvoeren)
  • ? uitvoering het kind staat in het ondiepe
    badgedeelte. Vanuit stand met handen naast
    lichaam snoekbeweging oefenen (eerst 1x, daarna
    in serie, afstand vergroten), telkens tussensteun
    voeten voor afstoot
  • methodische wenken let op voor te ondiep water
    VEILIGHEID!
  • let op goed knikken van hoofd
  • één vloeiende beweging
  • bij iedere snoek komen ademen
  • !!! uitademen door mond en neus - explosief !!!

22
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 2
  • ? idem maar armen en handen gestrekt opwaarts
    (oef. ev. over flexi-tube laten uitvoeren)
  • ? uitvoering het kind staat in het ondiepe
    badgedeelte, vanuit stand met armen en handen
    gestrekt opwaarts snoekbeweging oefenen (eerst
    1x, daarna in serie, afstand vergroten), telkens
    tussensteun voeten voor afstoot
  • methodische wenken alle vorige punten blijven
    van toepassing
  • let op hoofd dat goed tussen de bovenarmen moet
    geklemd worden

23
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 3
  • ? idem maar met armzwaai van achter naar voor
    (oef. ev. over flexi-tube laten uitvoeren)
  • ? uitvoering het kind staat in het ondiepe
    badgedeelte. Vanuit stand met armzwaai van achter
    naar voor snoekbeweging oefenen (eerst 1x, daarna
    in serie, afstand vergroten), telkens tussensteun
    voeten voor afstoot
  • methodische wenken alle vorige punten blijven
    van toepassing
  • armzwaai van achter naar voor contra armen
    boven water
  • armen voeren de stuwende beweging onder water uit
    (cf. methodische wenken armbeweging)

24
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 4
  • ? oefenen globale beweging zonder ademen
  • uitvoering het kind stoot af van de muur in
    goede pijl en voert een aantal volledige
    bewegingen uit zonder ademen (begin met 3 cycli
    en ga verder tot een 6-tal)
  • methodische wenken aandacht voor volgende punten
  • het kind mag niet overdreven golven (zwem eerder
    vlak golvend dan op en neer golvend)
  • aangezicht blijft in het water, aangezicht
    bodemwaarts gericht
  • werk op de twee beenslagen (1 bij het inslaan
    van de handen, 2 bij het einde van de stuwende
    achterwaartse armbeweging)

25
METHODIEK VLINDERSLAG
  • STAP 5
  • ? oefenen globale beweging met ademen
  • uitvoering het kind stoot af van de muur in
    goede pijl en voegt een aantal volledige
    bewegingen uit met ademhalingen (begin met iedere
    slag te ademen)
  • methodische wenken blijf aandacht hebben voor de
    voorgaande punten alsook bijkomend voor
  • op het einde van de achterwaarts stuwende
    armbeweging komen de schouders lichtjes omhoog om
    de contra van de armen te vergemakkelijken (niet
    om het ademen mogelijk te maken)
  • ademen gebeurt door actief voorwaarts-opwaarts
    heffen van het hoofd

26
METHODIEK VLINDERSLAG
  • SLOTBEMERKINGEN
  •  bij het aanleren van de globale beweging kan
    eveneens gebruik gemaakt worden van 1
    arm-vormen. Moeilijkheid hierbij is evenwel het
    voorwaarts ademen omdat bij de 1 arm-vorm het
    gemakkelijker is zijwaarts te ademen. Aan te
    bevelen zijn dan ook oefenvormen zoals 2 linker
    arm, 2 rechter arm, 2 volledig alsook 1
    arm-vormen waarbij de passieve arm naast het
    lichaam gehouden wordt.
  • het is duidelijk dat zwemvliezen een zeer
    belangrijk hulpmiddel zijn bij het aanleren van
    vlinderslag. Let wel op met lange zwemvliezen
    omdat deze nogal makkelijk leiden tot te lang
    blijven hangen van de handen in plaats van
    inslaan met onmiddellijke overgang naar de
    catchpositie
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com