Title: Fysica
1Fysica
2- De mechanica is het onderdeel van de natuurkunde
dat zich bezighoudt met bewegingen van voorwerpen
onder invloed van de krachten die erop werken. - De kinematica is een onderdeel van de mechanica
dat de beweging van een lichaam bestudeert
zonder zich af te vragen wat de oorzaak van deze
beweging is. - Het verband tussen kracht(en) en beweging wordt
bestudeerd in de dynamica. - In de kinematica wordt ook de vorm van het object
verwaarloosd, en wordt het geabstraheerd tot een
puntmassa.
3- Kinematica Op welke wijze bewegen voorwerpen?
- Dynamica Waarom bewegen voorwerpen?
4 5(No Transcript)
6- Isaac Newton was the greatest English
mathematician of his generation. - 1642 - 1727
- Brits natuurkundige, filosoof, wiskundige,
sterrenkundige, theoloog en alchemist. - Cambridge
- Voor zijn 25ste jaar 3 fundamentele
ontdekkingen - De universele gravitatie,
- differentiaal- en integraalrekening
- dispersie (kleurschifting).
7 8Vraag
- Is het de natuurlijke neiging van voorwerpen om
tot rust te komen? - Een voorwerp in rust blijft in rust?
- Een voorwerp in beweging gaat naar rust?
- Is er een kracht nodig is om een beweging te
onderhouden?
9- Demonstratie
- (waterbak)
- Waarneming?
10Waarneming
- We verspillen water wanneer
- de bak in rust is en we de bak proberen te
verplaatsen - de bak in beweging is en we de bak proberen te
stoppen - de bak beweegt in de ene richting en we proberen
van de bak te doen bewegen in een andere richting - Besluit?
11Besluit
- Een voorwerp in rust
- probeer in rust te blijven
- Een voorwerp dat beweegt
- probeert in beweging te blijven aan dezelfde
snelheid en in dezelfde richting (geen
versnellende voorwerpen)
12Besluit
13Voorbeelden
- Hebben jullie ooit traagheid ervaren?
- In de auto, moto, ladder op vrachtwagen,
skateboard -
- keep on doing what it is doing
14Voorzie de volgende voorbeelden van de nodige
uitleg
- Bezem en bezemsteel
- Ketchup
15Definitie
- De traagheid is de weerstand die een voorwerp
ondervindt als het verandert van
bewegingstoestand.
16Vraag
- Waarom is er niemand voor Newton op deze wet
gekomen? - Wat waren de bestaande wetten die gehanteerd/
aanvaard werden rond zijn tijd?
17Antwoord
- In de 17de eeuw stemde het begrip traagheid niet
overeen met de meer populaire concepten van
beweging. - Men dacht dat het de natuurlijke neiging was van
voorwerpen om tot rust te komen. - Bewegende voorwerpen zouden uiteindelijk stoppen
met bewegen als er geen kracht was die het
voorwerp onderhield om te bewegen. - Een bewegend voorwerp zou eindelijk tot rust
komen en een voorwerp in rust blijft in rust. - Dat was het idee dat bijna 2000 jaar domineerde
het was de natuurlijke neiging van voorwerpen om
een rust positie aan te nemen
18Verder
- Galileo, de eerste wetenschapper van de
zeventiende eeuw, ontwikkelde het begrip van
traagheid. - Galileo beredeneerde dat bewegende voorwerpen
uiteindelijk stoppen door een kracht die we
wrijving noemen. - Galileo observeerde een bal die via een helling
naar beneden rolde en via een andere weer omhoog
rolde.
19Verder
- Isaac Newton bouwde verder op de ideëen van
Galileo van beweging. - De eerste wet van Newton vertelt ons dat er geen
kracht nodig is om een voorwerp in beweging te
houden. - Duw een boek over de tafel en kijk hoe het stopt.
- Het bewegende boek komt niet tot rust door het
gebrek aan een kracht.
20Denk daar eens over na
- Tot op de dag van vandaag denkt men dat er een
kracht nodig is om een beweging te onderhouden.
21Vraag
- Alle voorwerpen weigeren veranderingen in hun
beweging. Alle voorwerpen ondervinden traagheid. - Hebben sommige voorwerpen meer de neiging om
veranderingen te weerstaan/weigeren dan anderen? - Ja.
- Van wat hangt dat af?
- Massa
- Meer massa, meer
22Check
- Stel je een plaats in de kosmos voor ver van alle
gravitatie. Een astronaut werpt daar een rots. De
rots zal - geleidelijk aan stoppen.
- verder bewegen in dezelfde richting aan
constante snelheid.
23Check check
- Bert en Mandhond zitten in de cafeteria. Mandhond
zegt dat indien hij zijn blommen met een grotere
snelheid werpt, het een grotere traagheid zal
ondervinden. Bert zegt dat traagheid niet afhangt
van de snelheid, maar eerder van de massa
afhangt. Met wie ga je akkoord? Waarom? - Traagheid hangt enkel af van de massa van een
voorwerp. - Hoe meer massa, hoe meer traagheid.
24Check check check
- Indien je in een gewichtloze omgeving in de
ruimte was, zou het een kracht vereisen om een
voorwerp in beweging te zetten? - Ja zeker! Zelfs in de ruimte hebben voorwerpen
een massa. En als ze massa hebben, ondervinden ze
traagheid.
25Andere definities
- Traagheid is de neiging van een voorwerp om
veranderingen in snelheid te weerstaan. - Traagheid is de neiging van een voorwerp om
versnellingen te weerstaan. -
26De eerste wet van Newton
- Het gedrag van voorwerpen waarbij resultante
0. - a 0 m/s2
- Traagheidswet
27 282 variabelen
- De tweede wet zegt dat de versnelling van een
voorwerp van 2 variabelen afhangt - De resultante
- De massa van het voorwerp
- Is de versnelling recht of omgekeerd evenredig
met de aangewende kracht? - Is de versnelling recht of omgekeerd evenredig
met de massa van het voorwerp?
29Besluit
30GH - EH
Grootheid Symbool Eenheid
Kracht F F N
31Besluit
32Opmerking
- Nog niet benadrukt
- De resultante is recht evenredig met de
versnelling. - NIET
- Een enige/enkele/individuele kracht
33 34Voorbeeld
- Wat is de zin van de resultante in figuur A in
figuur B?
35 36 37So what's the big deal?
- De eerste wet van newton en Fm.a zijn niet zo
verschrikkelijk moeilijk!!! - Betekenis!
38Belangrijk
- Krachten veroorzaken geen beweging maar
versnellingen!!!
39- Are You Infected with the Misconception?
40In rust of in beweging?
- Beide.
- Een voorwerp in rust blijft in rust.
- Een voorwerp dat beweegt blijft in beweging aan
dezelfde snelheid en in dezelfde richting. - Krachten veroorzaken geen beweging maar
versnellingen!!!
41Teken de krachten werkzaam op de man met de slee.
42- Vrije val en luchtweerstand
43Vrije val
- Demonstratie
- (tennisballen)
- Waarneming?
44Waarneming
- Beide ballen vallen tegelijk op de grond!
- Waarom?
45Vrije val
- Speciaal type van beweging enige kracht ?
zwaartekracht (luchtweerstand te verwaarlozen) - Passen we de tweede wet van Newton toe
- Fz 100 N Fz 10 N
- ? eerste voorwerp grotere versnelling
- Van wat hangt de versnelling af?
- Kracht massa
46Vrije val
- Eerste voorwerp ondervindt meer traagheid.
- a 100 N / 10 kg a 10 N / 1 kg
- Besluit?
47(No Transcript)
48Besluit
- De verhouding F/m is voor beide voorwerpen
dezelfde! - De verhouding F/m versnelling van het voorwerp!
49Luchtweerstand
- Voorwerp dat valt ? luchtweerstand
- Wat is luchtweerstand?
- Botsingen met luchtmoleculen
- Welke factoren hebben direct verband met de
hoeveelheid luchtweerstand die een voorwerp
ondervindt? - Snelheid
- Contactoppervlak van het voorwerp
- Hoe meer een voorwerp in botsing komt met
luchtmoleculen ? hoe meer luchtweerstand
50Vraag - situaties waar voorwerpen luchtweerstand
ondervinden
- Bereiken voorwerpen, die weerstand van de lucht
ondervinden, uiteindelijk een bepaalde
eindsnelheid? - Waarom vallen grotere massas sneller dan
kleinere massas?
51Luchtweerstand
- Wie raakt eerst de grond? De olifant of de veer?
- Waarom?
52- h t0
- Animatie te zien
- Beweging olifant beweging veer
- Vector versnelling
- Waarom valt de olifant sneller?
53Juist of fout?
- De olifant ondervindt een kleinere luchtweerstand
dan de veer en valt daarom sneller. - De olifant heeft een grotere versnelling dan de
veer en valt daarom sneller. - Zowel de olifant als de veer hebben deze
zwaartekracht, toch heeft de olifant een grotere
versnelling. - Zowel de olifant als de veer hebben deze
zwaartekracht, toch ondervindt de veer een
grotere luchtweerstand. - Elk voorwerp ondervindt dezelfde luchtweerstand,
toch ondervindt de olifant een grotere
zwaartekracht. - Elk voorwerp ondervindt dezelfde luchtweerstand,
toch ondervindt de veer een grotere
zwaartekracht. - De olifant ondervindt minder luchtweerstand dan
de veer en bereikt dan een grotere eindsnelheid. - De veer ondervindt meer luchtweerstand dan de
olifant en bereikt daarom een kleinere
eindsnelheid. - De olifant en de veer ondervinden dezelfde
luchtweerstand, toch heeft de olifant een grotere
snelheid.
54Antwoord
- Alle stellingen ? fout
- Voorwerpen niet in evenwicht ? beide versnellen
- Voorwerpen vallen en ondervinden een opwaartse
kracht luchtweerstand - Luchtweerstand hangt af van
- De snelheid van het vallend voorwerp
- Het contactoppervlak van het voorwerp
- Stel dezelfde snelheid ? olifant meer
luchtweerstand - Maar waarom valt de olifant sneller terwijl hij
meer luchtweerstand ondervindt? - Luchtweerstand vertraagt toch je voorwerp?
55Antwoord - Wet van Newton
- Voorwerp versnelt ? als resultante
- ? Luchtweerstand vergroot
- Voorwerp versnelt niet meer ? Luchtweerstand
groot genoeg is - De olifant ? grotere massa
- ? grotere zwaartekracht
- ? versnelt gedurende een langere periode tot
wanneer de luchtweerstand de zwaartekracht kan
opheffen - ? ERB bepaalde snelheid tot einde
56Tekening
57Besluit
- De olifant valt sneller dan de veer omdat het
nooit de eindsnelheid bereikt. De olifant blijft
versnellen. Daarbij neemt de luchtweerstand toe. - De veer bereikt snel zijn eindsnelheid. Vereist
niet veel luchtweerstand alvorens zijn
eindsnelheid ophoudt. De veer bereikt zijn
eindsnelheid in een vroeg stadium van zijn val. - Als er geen luchtweerstand zou zijn, wie zou er
dan eerst op de grond aankomen?
58Eindsnelheid
- Waarom bereiken voorwerpen, die luchtweerstand
ondervinden, uiteindelijk een bepaalde
eindsnelheid?
59Skydiver
60 61(No Transcript)
62Experiment 1
- Benodigdheden
- - filmrolpotje
- - ballon
- Werkwijze
- 1. Blaas de ballon op via de opening van het
potje. Blaas niet meer dan 2 of 3-maal. - 2. Hou de ballon boven het potje dicht en laat
het geheel dan vliegen. - Waarneming
- Er zijn twee bewegingen enerzijds zal hij
stijgen en anderzijds zal hij roteren. - Verklaring
- Het stijgen en roteren van het geheel is
uiteraard te verklaren vanuit het actie-reactie
principe.
63Experiment 2
- Benodigdheden
- - twee rietjes (ong. 24 cm) met plooistuk
- - plakband
- Technische uitvoering
- 1. Knip van één van de rietjes een achttal cm af
van het lange stuk. - 2. Schuif het korte stuk van dit rietje over het
lange stuk van het andere rietje. Dit zal pas
goed lukken als je eerst in het lange stuk een
inkeping knipt van ongeveer 2 cm. - 3. Plak beide rietjes met een reepje plakband aan
elkaar vast. - 4. Buig de rietjes zodat twee rechte hoeken
ontstaan, maar niet in hetzelfde vlak! - Werkwijze
- 1. Steek het ingekorte lange stuk van het rietje
in de mond. - 2. Neem het vast alsof je een sigaret zou
vastnemen. - 3. Blaas nu krachtig door het rietje.
64Experiment 2 vervolg
- Waarneming
- Het geheel zal ronddraaien!
- Buig het onderste stuk nu over een hoek van 180
en herbegin. - Het geheel zal nu langs de andere kant
ronddraaien! - Door de stand van het onderste deel te veranderen
kan je bepalen wanneer het geheel het best
ronddraait. - Verklaring
- Dit is uiteraard opnieuw een zeer eenvoudig, maar
praktisch voorbeeld van het actie-reactie
principe.
65Experiment 3
- Benodigdheden
- - plastieken speelgoedemmertje
- - tennisbal
- - elastiek
- - touwtje
- Werkwijze
- 1. Neem het touwtje in de ene hand
- 2. Draai met de andere hand het balletje rond
zodat het elastiekje goed opgespannen is. - 3. Laat het balletje nu los en zie wat er
gebeurt.
66Experiment 3 vervolg
- Waarneming
- Het balletje draait rond en het emmertje ook,
maar dan wel in tegengestelde zin van het
balletje! Na een tijdje draait het balletje in de
andere zin en ook het emmertje gaat van draaizin
veranderen. - Verklaring
- Dit alles heeft zoals de voorgaande drie
experimenten opnieuw te maken met het
actie-reactie principe. Het veranderen van de
draaizin na een tijdje komt door de traagheid dat
het balletje heeft en hierdoor verder doordraait
dan normaal en dus opnieuw kan terugdraaien.