1 ? EHSAL - PowerPoint PPT Presentation

1 / 43
About This Presentation
Title:

1 ? EHSAL

Description:

Title: IKZ-INITIATIEVEN attitudes en ervaring Author: Berings Last modified by: CEKIM Created Date: 4/21/2000 11:43:34 AM Document presentation format – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:44
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 44
Provided by: Beri155
Category:
Tags: ehsal | watzlawick

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: 1 ? EHSAL


1
HOOFDSTUK 10Samenwerken communiceren
  • Samenwerken
  • - Groepsoefening
  • - Groepen en teams
  • 2. Communiceren

2
NASA-groepsoefening
  • Lees de instructies op de handout

3
NASA-groepsoefening
  • Lees de instructies op de handout
  • Vul individuele rangorde in (kolom 1) 5

4
NASA-groepsoefening
  • Lees de instructies op de handout
  • Vul individueel je rangorde in (kolom 1)
  • Maak in groep een consensusrangorde door overleg
    (kolom 2) 20

5
NASA-groepsoefening
  • Lees de instructies op de handout
  • Vul individueel je rangorde in (kolom 1)
  • Maak in groep een consensusrangorde door met
    elkaar te overleggen (kolom 2)
  • Beantwoord in groep de reflectievragen
  • 15

6
NASA-groepsoefening
  • Lees de instructies op de handout
  • Vul individueel je rangorde in (kolom 1)
  • Maak in groep een consensusrangorde door met
    elkaar te overleggen (kolom 2)
  • Beantwoord in groep de reflectievragen
  • Docent geeft expertscores

7
NASA-groepsoefening
  • Lees de instructies op de handout
  • Vul individueel je rangorde in (kolom 1)
  • Maak in groep een consensusrangorde door met
    elkaar te overleggen (kolom 2)
  • Beantwoord in groep de reflectievragen
  • Docent geeft expertscores
  • Bereken kolom 1 kolom 3 (kolom 4)
  • Bereken kolom 2 kolom 3 (kolom 5)
  • Maak de somscores voor kolom 4 5

8
Reflectievragen
  • Was het doel voor iedereen duidelijk? Hoe werd er
    begonnen?
  • Wat verliep goed en minder goed?
  • -Zegde ieder zijn mening?
  • -Wie sprak veel/weinig
  • -Wie had meeste invloed, was er leider?
  • -Hoe gingen jullie om met menings-verschillen
    omtrent de rangorde?
  • -Welke zijn verschillen in deelname
  • Hoe kwam de groep tot besluiten?

9
Reflectievragen
  • Maak een inschatting van de kwaliteit van jullie
    groepsresultaat en van de aanvaarding ervan
  • Q
  • A

10
Synergie
  • brede betekenis groepsresultaat is beter dan
    het gemiddeld resultaat van de individuen
  • sterke betekenis groepsresultaat is beter dan
    dat van het beste individu

11
Vraag
  • Werd er in jullie groep synergie bereikt? In
    welke betekenis?
  • Welke factoren hielpen of belemmerden het bekomen
    van je groepsresultaat? Inventariseer in twee
    kolommen. Kijk ook terug naar de antwoorden op de
    reflectievragen.

12
Gewenst organisatiegedrag
  • INDIVIDU
  • Sterk betrokken en gemotiveerde mensen
  • Effectieve leidinggevenden
  • Arbeidssatisfactie en enkel positieve stress
  • GROEP
  • High performing teams
  • SYSTEEM
  • Constructieve samenwerking tussen teams
  • Doorleefde structuur, cultuur en verandering
  • Lerende organisatie

13
Groepen in de organisatie
  • Groepen zijn een tussen-niveau tussen het
    individu (motivatie en leiderschap) en de
    organisatie
  • Leider als linking pin (Likert)

14
Kernelementen van een groep
  • Twee of meer personen
  • Interactie en communicatie (face to face?)
  • Continuïteit en regelmaat
  • Gemeenschappelijke doelen
  • Onderlinge afhankelijkheid
  • Sociale identiteit

15
Soorten groepen
  • Formele groepen (van buitenaf)
  • Stuur- en overleggroepen
  • Taakgroepen
  • Informele groepen (van binnenuit)
  • Belangengroepen
  • Vriendschapsgroepen
  • Teams
  • Synergie
  • Complementariteit en interafhankelijkheid
  • Gedeelde doelen
  • Gedeelde verantwoordelijkheid

16
Functie van groepen
  • Bestudeerd vanuit
  • Management en organisatiekunde teamwork als
    succesfactor voor org.
  • Sociale psychologie
  • Ontwikkelingspsychologie
  • ? Mens én Organisatie !

17
Team
  • Formele groep
  • Collectieve gt individuele
  • Synergie
  • Complementaire doelen
  • Complemantariteit in leden
  • Samen verantwoordelijk
  • normatief concept

18
Het belang van teamworkVoorbeeld ziekenhuis
  • Team rondom een kankerpatient
  • Chirurg
  • Internist
  • Radio-therapeut
  • Chemo-therapeut
  • Radioloog
  • Oncoloog
  • Wat gebeurt er wanneer de communicatie fout loopt?

19
Voordelen van werken in groep
  • Kwaliteit van het besluit
  • cf. synergie meer kennis en informatie
  • meer benaderingswijzen
  • Aanvaarding
  • Begrip, acceptatie
  • Betrokkenheid en motivatie tot implementatie
  • ? E Q x A

20
Synergie
  • Twee betekenissen
  • Brede versie groepsscore is beter dan de
    gemiddelde score van de individuen
  • Sterke versie groepsscore is beter dan deze
    van het beste individu
  • Een goede balans tussen taakgerichtheid,
    procesgerichtheid en proceduregerichtheid is
    noodzakelijk om synergie te kunnen bereiken

21
Groepsfuncties
  • Taak- (inhoud) procedure functies
  • Rationeel en logisch zijn
  • Werken met feiten en meningen
  • Korte termijn perspectief bereiken van
    onmiddellijke doelen
  • Ondersteunings- (proces-) functies
  • Aandacht voor het proces en interpersoonlijke
    relaties
  • Omgaan met het relationele, met emoties en
    gevoelens
  • Lange termijn perspectief werken aan een goede
    atmosfeer

22
Groepsfuncties gedistribueerd leidersschap
TAAK
  • vragen voor en geven van informatie en
    opinies
  • verhelderen en samenvatten
  • PROCES
  • elkaar aanmoedigen
  • bemiddelen tussen mensen
  • aandacht voor gevoelens
  • toetsen van overeenkomst
  • PROCEDURE
  • afspraken maken over
  • hoe te werken
  • hoe beslissen
  • time keeping agenda bepalen

23
Ontwikkeling van groepen
  • Forming/Vorming
  • vraag naar duidelijkheid
  • afhankelijkheid
  • welwillendheid
  • Storming/Vechten
  • coalities, allianties
  • open confrontatie of onder tafel
  • Norming/Afstemming
  • overleg
  • afbakening respect voor rollen
  • gedeelde verantwoordelijkheid
  • 4. Performing/Presteren
  • effeciëntie doelgerichtheid
  • appreciatie ondersteuning van bijdragen

spiraalvormig individuele verschillen
24
Teamwork soorten teams
  • Probleemoplossende teams
  • Cross-functionele teams
  • Virtuele teams
  • Zelfsturende teams

25
Zelfsturende (autonome) teams
  • Teams die empowered zijn om te beslissen
    aangaande
  • Planning
  • Uitvoering
  • Evaluatie verbetering
  • Van de dagelijkse activiteiten

26
Leiderschap en teamwerk
Mate van Autoriteit
Mate van participatie
27
Empowerment en situatie
  • Kenmerken van de medewerker willen en kunnen
    (cf. leiderschap Blanchard)
  • Aard van de groep
  • Soort probleem info, tijd
  • Klimaat
  • Cultuur

28
Model van Ronald FRY
DOELEN
  • - rol ambiguiteit
  • rol over- of underload
  • rol conflict

ROLLEN
PROCEDURES
INTERPERSOONLIJKE RELATIES
group cohesiveness
29
Teamrollen van Belbin
  • Plant
  • Bronzoeker
  • Voorzitter
  • Vormer
  • Monitor
  • Groepsmedewerker
  • Bedrijfsman
  • Zorgdrager
  • Specialist

heterogene samenstelling werkt indien onzekerheid
ambiguïteit
Model van OFMAN
KWALITEIT
VALKUIL
UITDAGING
ALLERGIE
30
  • Voorzitter

31
  • Vormer
  • Monitor
  • Groeps-
  • medewerker

32
  • Bedrijfsman
  • Zorgdrager
  • Specialist

33
Teams de ideale omvang
  • minimaal 3
  • ideaal 7-9
  • maximaal 12
  • afhankelijk van aard taken
  • zwakste schakel?
  • ideeën genereren
  • autonoom werken
  • kwaliteit van besluitvorming
  • even of oneven?
  • indien besluitvorming door
  • meerderheidsbeslissing

34
Nadelen van teamwerk
  1. Wij en zij kliekvorming
  2. Groepsdruk
  3. Group think
  4. Social loafing
  5. Vergaderitis
  6. Teams hiërarchie een contradictie?

35
De Asch-experimenten
36
Verdere nadelen van teamwerk
  • Soms moeilijk en bevat risicos
  • Tijdsintensief
  • Win-lose spelletjes, conflicten, coalities

37
HOOFDSTUK 10Samenwerken communiceren
  • Samenwerken
  • - Groepsoefening
  • - Groepen en teams
  • 2. Communiceren

38
Communiceren
  1. Functie
  2. Componenten
  3. Patronen
  4. Richting
  5. Axiomas (5)

39
Functie in organisaties
  • Sturen, coördineren, controleren, beslissen
  • Motiveren, emotieregulering, vormen gemeenschap
  • Imagovorming
  • ? Vaak aparte afdelingen in bedrijven

40
Componenten
rijkheid van medium evenredig met complexiteit
van situatie
41
Communicatiepatronen
  • 3 ? 3
  • 5 ? 10
  • 6 ? 15
  • 20 ? 190
  • bijvoorbeeld
  • wiel
  • compleet netwerk
  • gecentraliseerd netwerk
  • satisfactie bij statusgelijkheid
  • dissatisfactie aan de uiteinden van netwerken

42
Richting van communicatie
  • vertikaal
  • top-down
  • bottom-up
  • lateraal
  • transversaal

43
Axiomas van communiceren (Watzlawick)
  1. Men kan niet niet communiceren
  2. Elke communicatie bezit een inhouds- en
    relatieaspect
  3. Relaties worden bepaald door de interpunctie
    tussen de communicerende personen
  4. Mensen communiceren digitaal en analoog
  5. Communicatie is altijd of symmetrisch of
    complementair
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com