Title: REDOXREACTIES
1REDOXREACTIES
- Reacties waarbij elementen betrokken zijn
Pb(s) S(s) ? PbS(s)
Metaal
Niet-metaal
Zout
ONGELADEN
IONEN
Pb2 en S2-
Pb ? Pb2 2 e-
Pb REDUCTOR (staat e- af)
S OXIDATOR (neemt e- op)
S 2 e- ? S2-
Redoxreactie reactie met elektronenoverdracht.
Halfreactie / halfvergelijking reactie waarbij
e- vermeld staat.
Totaalreactie optelsom van beide halfreacties.
2REDOXREACTIES
Welke deeltjes zijn reductor?
Welke deeltjes zijn oxidator?
Metaalionen (Fe2, Co2 etc) Halogenen (Cl2, Br2
etc) Zuurstof (O2)
Metalen (Fe, Co, Ni, Zn etc) Halogenideionen
(Cl-, Br- etc.) Waterstof (H2) C, CO, CH4
CH4 2 O2 ? CO2 2 H2O
PbO CO ? Pb CO2
3REDOX en TABEL 48
Voorbeeld waterstofperoxide en een aangezuurde
oplossing van kaliumjodide.
Procedure 1. vind de betreffende ox en red in
tabel 48 2. schrijf beide halfreacties
juist over 3. maak de elektronen links en
rechts kloppend 4. tel beide halfreacties
bij elkaar op 5. vereenvoudig indien nodig
moeilijkste onderdeel !!
Tip inventariseer het mengsel op sterkste ox en
red.
4Inventarisatie van het mengsel
H2O2 H K I- H2O
Sterkste oxidator (hoogste) en sterkste reductor
(laagste)
Tip 1. verwaarloos positieve metaalionen van
groep 1 en 2 (deze zijn te zwakke
oxidator) 2. H hoort altijd bij een oxidator
(of staat op zichzelf) 3. In oplossingen vaak
water verwaarlozen
OXIDATOR H2O2 H H2O2 ( K H2O
) REDUCTOR H2O2 I- ( H2O )
5Sterkst!
Als er geen H is, neem je deze!
Sterkste reductor
6Waterstofperoxide-opl met aangezuurde
kaliumjodide-opl.
a
Ox H2O2 2H 2 e- ? 2 H2O
H2O2 (aq) H(aq) K(aq) I- (aq)
RED 2 I- ? I2 2 e-
H2O2 2H 2I- ? 2 H2O I2
Totaal
Joodoplossing met natriumsulfietoplossing.
b
Ox I2 2 e- ? 2 I-
I2 (aq) Na SO32-
RED SO32- H2O ? SO42- 2H 2 e-
SO32- H2O I2?SO42-2H 2I-
Totaal
7Er is geen OH- dus
8Opstellen van halfreacties
Oxidatiegetal (denkbeeldige) lading (met O 2-
en H 1)
S oxidatiegetallen 0 bij elementen lading
ion bij ionen
Oxidatiegetal neemt af bij ox en neemt toe bij
red.
Bij oxidator zuur milieu met H voor de pijl en
H2O na de pijl neutraal milieu met H2O voor
de pijl en OH- na de pijl
9Vraag 1 Chroom(III)ionen in neutraal milieu
naar dichromaat
Cr3 ? Cr2O72-
2
7H2O
14 H
6e-
Stap 1 Noteer oxidator en reductor
Stap 2 Maak element kloppend
Stap 3 Maak O en H kloppend met H2O, H of
OH- afhankelijk van het milieu
Stap 4 ladingbalans
10Halfreactie opstellen
Vraag 2 ethanol in neutraal milieu naar
azijnzuur
C2H5OH ? CH3COOH
H2O
4 H
4e-
Stap 1 Noteer oxidator en reductor
Stap 2 Maak element kloppend
Stap 3 Maak O en H kloppend met H2O, H of
OH- afhankelijk van het milieu
Stap 4 ladingbalans
11Halfreactie opstellen
Vraag 3 buteen wordt omgezet in CO2
C4H8 ? CO2
4
8H2O
24 H
24e-
Stap 1 Noteer oxidator en reductor
Stap 2 Maak element kloppend
Stap 3 Maak O en H kloppend met H2O, H of
OH- afhankelijk van het milieu
Stap 4 ladingbalans
12Halfreactie opstellen
Vraag 4 buteen wordt in basisch milieu omgezet
in CO2
4
C4H8 ? CO2
8H2O
24 H
24e-
24 OH- 24 OH-
(8H2O aan beide zijden wegstrepen)
4
24e-
C4H8 ? CO2
24 OH-
16 H2O
13Halfreactie opstellen
Vraag 5 nitriet omzetten in stikstofgas in zuur
milieu
NO2- ? N2
2
4H2O
8 H
6e-
Stap 1 Noteer oxidator en reductor
Stap 2 Maak element kloppend
Stap 3 Maak O en H kloppend met H2O, H of
OH- afhankelijk van het milieu
Stap 4 ladingbalans
14Halfreactie opstellen
Vraag 6 2-butanol in butanon in zuur milieu
C4H9OH ? C4H8O
2 H
2e-
Stap 1 Noteer oxidator en reductor
Stap 2 Maak element kloppend
Stap 3 Maak O en H kloppend met H2O, H of
OH- afhankelijk van het milieu
Stap 4 ladingbalans
15Halfreactie opstellen
Vraag 7 permanganaat omzetten in
mangaan(IV)oxide in neutraal milieu
MnO4- ? MnO2
2H2O
4 H
3e-
Stap 1 Noteer oxidator en reductor
Stap 2 Maak element kloppend
Stap 3 Maak O en H kloppend met H2O, H of
OH- afhankelijk van het milieu
Stap 4 ladingbalans