Gebruik indexcijfers

1
Gebruik indexcijfers

• Een overzicht van de mogelijkheden

2
Indexcijfer wat betekent het ?

• Er is een jaar of een periode waarmee je
  vergelijkt. Dat jaar of die periode noem je het
  basisjaar. De waarde, de prijs, de hoeveelheid
  in dat jaar stel je op 100. Dus 1995 100
  betekent 1995 is het basisjaar.

• Neem aan De bastogneverkoop kan in 1999
  aangegeven worden met het indexcijfer 254. Dit
  betekent dat er 154 meer verkocht is dan in het
  basisjaar 1995.

3
Indexcijfer wat betekent het ?

• Een indexcijfer is dus een verhoudingsgetal. Het
  heeft ook geen eenheid.

4
Indexcijfer hoe maak je die?

• Je neemt de waarde, hoeveelheid, prijs uit het
  nieuwe jaar en deelt dat door die uit het
  basisjaar en vermenigvuldigt dit met 100.
• n/b 100
• 1999 Autoverkoop 245.900 en in 1995 (1995 100)
  was het 220.000. Indexcijfer?
• 245.900/220.000 100 111,8

5
Indexcijfers een toepassing
Indexcijfer nationaal inkomen 224 betekent
Nationaal inkomen gestegen met 124
In vergelijking met het basisjaar
6
Indexcijfers een toepassing
Voorraad eind 1999 is 1,1 254.000
Groei in 1999 10
Voorraad eind 1998 is 254.000
279.400
7
Indexcijfers een toepassing
Huizen eind 1999 5,34 mln
Groei in 1999 20
5,34 mln/120100
Huizen eind 1998?
4,45 mln huizen
8
Indexcijfers een toepassing
1002,23 223
223 groter
100
9
Indexcijfers een toepassing
Neem aan toegang in 2001 zal ƒ23 kosten.
Dit is een toename van 125 in vergelijking met
1995.
Toegang in 1995 kostte
ƒ23/225 100
ƒ10,22
10
Indexcijfers een toepassing
Loonkosten stijgen met 3
Gemiddelde arbeidsproductiviteit met 5
Procentuele verandering van de loonkosten per
product ?
103/105100 98,1
Dus een daling van 1,9
11
Indexcijfers een toepassing
Verhoogt de rente met 0,5 tot 4,5.
Inflatiepercentage bedraagt 3.
Het reële rentepercentage bedraagt
104,5/103 100
101,5 Dus 1,5
12
Indexcijfers een toepassing
Einde 1996 was de waarde 105
In elk jaar is de groei 5
1051,054
De waarde eind 2000 bedraagt ...
115,8
13
Het slot.
Opnieuw als je niet alles uit je hoofd al weet.
Opnieuw omdat je deze presentatie zo leuk vond.
Je weet alles en sluit af.
ETM27082000