Hoofdstuk 2

1
Hoofdstuk 2

• De Gouden eeuwDe Rep 1585-1672

2
1 Oriëntatie

• Groot gedeelte van de 17e eeuw dus
• In de meeste landen centralisatie.
• Vorsten streefden naar machtsuitbreiding

3

• In de rep niet. Hier had je nog steeds het
  systeem van raadspensionaris en stadhouder (leger
  aanvoerder) luitenant/ lieu tennant /
  plaatsvervanger
• Tussen hen ontstond een strijd om de macht
• Part. ondernemers namen grote risicos
• Eu landen stichtten handelsposten en kolonies,
  eerste aanzet tot wereldeconomie
• Culturele bloei in Rep. Ook door het burgerlijke
  karakter.

4
2 De markt

• Agrarisch
• Amsterdam is de grootste graanmarkt van Europa
• Daardoor komt er steeds goedkoop voedsel de Rep
  binnen, daardoor moeten boeren investeren en
  specialiseren in andere producten.
• Intensieve veeteelt zorgt voor veel mest.
• Hierdoor dragen de boeren bij aan het succes vd
  Rep

5

• Alleen de kapitaalkrachtige boeren overleven
• extensiveren hun bedrijfsvoering (groot
  oppervlak, maar weinig bewerking behoevend)
• verhogen efficiëntie
• producten verbouwen die minder in prijs dalen
• Hierdoor verdwijnt de keuterboer

6

• Burgers investeren in grote projecten
• verbetering infrastructuur (trekvaarten)
• landaanwinning (inpoldering Beemster)
• turfwinning voor de nijverheid

7

• Nijverheid
• Profiteert van
• Bev. groei
• Grote welvaart
• Goedkope turf
• Investeringen (lage rente)
• Opkomst Amsterdam

8
Turf (steken)
9

• De aanvoer van grondstoffen zorgt weer voor
• ontwikkeling van trafieken (verwerken van
  grondstoffen bijv. suikerraffinage) en groeiende
  export
• Groei nijverheid en ontwikkeling trafieken zorgen
  voor werkgelegenheid.
• Naast handel in bulkgoederen ook groeiende handel
  in luxe goederen

10

• Door de val van Antwerpen in 1585 is er een
  toevloed van geschoolde arbeidskrachten en rijke
  en goede ondernemers.
• Hierdoor nieuwe ondernemingen en hogere lonen
  (betaald door technische voorsprong)

11
Schipbrug van Parma
12

• Waternetwerk zorgt voor makkelijk contact in Rep
• Verplaatsing van textielproductie naar
  platteland.
• Opkomst Haarlem als linnenstad en Leiden als
  wolstad (lakenindustrie)

13
Linnen ligt te bleken in de duinen bij Haarlem
(Ruisdael 1670)