Hoofdstuk 2: Frequentieverdelingen - PowerPoint PPT Presentation

1 / 59
About This Presentation
Title:

Hoofdstuk 2: Frequentieverdelingen

Description:

Title: Hoofdstuk 2: Frequentieverdelingen Author: PAUWELS-HAUMAN Last modified by: Uw gebruikersnaam Created Date: 9/7/2003 10:44:30 AM Document presentation format – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:68
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 60
Provided by: PAUW2
Category:

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: Hoofdstuk 2: Frequentieverdelingen


1
Hoofdstuk 2Frequentieverdelingen
  • Absolute, relatieve en cumulatieve frequentie
  • Tabellen en grafieken
  • 1. Frequentietabellen
  • 2. Classificeren van waarnemingen
  • 3. Grafieken

2
Absolute, relatieve en cumulatieve frequentie
  • Gegevens, data ongeordend
  • aanschouwelijk voorstellen
  • in tabelvorm
  • grafisch

datareductie
Classificeren
informatieverlies
3
De absolute frequentie
  • Totaal aantal waarnemingen
  • populatiegrootte N
  • steekproefgrootte n
  • Absolute frequentie f
  • het aantal keren dat een kenmerk Xi wordt
    waargenomen (geteld)
  • 3 stappen selecteren, sorteren, tellen

4
De relatieve frequentie
  • Relatieve frequentie rel.fi
  • absolute frequentie gedeeld door de totale
  • frequentie
  • in decimalen (fractie van 1)
  • in procenten

Som relatieve frequenties 1 of 100
5
De cumulatieve frequentie
  • Ndz. een bepaalde volgorde in de uitkomsten (b.v.
    van klein naar groot)
  • hoeveel waarnemingen zijn groter/kleiner dan een
    bepaalde waarde?

6
De cumulatieve frequentie (2)
  • de cumulatieve frequentie vanaf de grootste
    waarde Fg
  • het aantal waarnemingen dat groter dan of
    gelijk is aan een bepaalde grenswaarde
  • of hoeveel waarden zijn in het schaalpunt of
    erboven gelegen

7
De cumulatieve frequentie (3)
  • de cumulatieve frequentie vanaf de kleinste
    waarde Fk
  • het aantal waarnemingen dat kleiner dan of
    gelijk is aan een bepaalde grenswaarde
  • of hoeveel waarden zijn in het schaalpunt of
    eronder gelegen

8
De cumulatieve frequentie (4)
  • ? F Fk Fg n f n
  • bij niet-geclassificeerde waarnemingen
  • ? F Fk Fg n (of N)
  • bij geclassificeerde waarnemingen
  • ook relatief cumulatieve frequenties

9
Hoofdstuk 2 Tabellen en grafieken
  • Frequentietabellen
  • rijen, kolommen, velden/cellen
  • Richtlijnen
  • een tabel moet overzichtelijker zijn dan de lijst
    aparte waarnemingen
  • bij voorkeur indelen naar maximum drie
    gezichtsvelden
  • getallen met meer dan 3 cijfers worden afgerond
  • internationale afspraken voor gebruik van tekens

10
Classificeren van waarnemingen (1)
  • Classificeren
  • samennemen van naburige schaalpunten van een
    variabele in een beperkt aantal klassen
  • Doel data-reductie

11
Classificeren van waarnemingen (2)
  • 3 manieren
  • zoals het de onderzoeker uitkomt
  • zó dat elke klasse evenveel van de
    oorspronkelijke schaalpunten bevat (elke klasse
    is even breed)
  • zó dat iedere klasse een bepaald aantal gelijk
    of ongelijk- waarnemingen bevat

12
Classificeren van waarnemingen (3)
  • Aanbevelingen voor het classificeren van
    waarnemingen
  • het aantal klassen ligt bij voorkeur tussen 5 en
    20 vuistregel is ongeveer vn klassen te nemen
  • men streeft naar een gelijk klasse-interval
    (gelijke klassebreedte)
  • vermijdt lege klassen of klassen met weinig
    waarnemingen (frequentieverdelingen  met een
    staart )

13
Classificeren van waarnemingen (4)
  • vermijdt open klassen aan het begin of einde
    (soms echter noodzakelijk)
  • klassegrenzen mogen elkaar niet overlappen en
    moeten aaneensluiten (categorisch systeem!)
  • voor klassegrenzen en middens kiest men best
    ronde getallen
  • bepaalt men de klassegrenzen op één rang meer dan
    de waarnemingen, dan kan er nooit twijfel bestaan
    in welke klasse een waarneming valt.

14
Keuze klassegrenzen en middens (mi)
  • 161 cm 171 cm mi 166 cm
  • 171 cm 181 cm 176 cm
  • 160 cm 170 cm mi 165 cm
  • 170 cm 180 cm 175 cm
  • 160,5 cm 170,5 cm mi 165,5 cm
  • 170,5 cm 180,5 cm 175,5 cm

15
Stap voor stap (1)
  • Waarnemingsresultaten

hoogste Xmax.
turven frequenties
laagste Xmin.
Uitbijters?
Ja ? schrappen aan beide uiteinden
Range R Xmax. Xmin.
16
Stap voor stap (2)
  • Bepaling klassebreedte
  • i R / v n

als nlt40 R/6 als ngt400 R/20
Kleinste waarneming moet in de laagste klasse
liggen
Bepaling klassemiddens mi (bi Bi ) / 2
17
Frequentietabel voorbeeld Lichaamslengte 35
studenten van een klas
Klasse (cm) mi fi rel.fi () Fk Fg ? F rel.Fk () rel.Fg
150-158 154 4 11,4 0 35 35 0,0 100
158-166 162 9 25,7 4 31 35 11,4 88,6
166-174 170 12 34,3 13 22 35 37,1 62,9
174-182 178 7 20,0 25 10 35 71,4 28,6
182-190 186 3 8,6 32 3 35 91,4 8,6
totaal 35 100 35 0 35 100 0,0
Cumulatieve frequenties bepaald op de
benedengrens!
18
Frequentiedichtheid
  • Wat?
  • Frequentiedichtheid frequentie/klassebreedte
  • fd fi / i
  • Nut?
  • Om klassen te vergelijken met ongelijke
    klassebreedte
  • Belangrijkste klasse is deze met de hoogste
    frequentiedichtheid (dichtste bezetting)

19
Stem and leaf-diagram
  • Wat?
  • Combinatie van een tabel en een grafiek
  • Voorbeeld afstand huis-school van 43 studenten

stam loof fi
0 5 7 0 1 2 8 7 3 0 8 6 3 12
1 5 8 2 2 4 9 0 3 5 4 8 0 5 6 14
2 3 1 5 6 8 6 0 4 8
3 9 2 4 3
4 8 3 9 1 0 5 6
90
20
Hoofdstuk 2 Grafieken
  • Indeling
  • frequentiediagrammen
  • tijdreeksgrafieken
  • spreidings- of correlatiediagrammen
  • specifieke voorstellingswijzen

21
Grafieken (1)frequentiediagrammen
  • 3 soorten
  • histogrammen en kolommendiagrammen
  • frequentieveelhoeken (-polygonen)
  • frequentiecurven
  • (waarschijnlijkheidsverdelingen)

22
Frequentiediagrammen
  • Algemeen kenmerk
  • vertikale as frequentieas
  • absolute frequentie (fi )
  • relatieve frequentie (rel.fi )
  • cumulatieve frequentie
  • vanaf de kleinste waarde (Fk )
  • vanaf de grootste waarde (Fg )
  • relatief cumulatieve frequenties
  • (rel.Fk en rel.Fg )
  • horizontale as meetschaal

23
Histogrammen en kolommendiagrammen
  • Histogram
  • continue kenmerken
  • reeks rechthoeken
  • opp. evenredig met frequentie kenmerk
  • sluiten aan elkaar
  • absoluut, relatief, cumulatief, relatief
    cumulatief
  • twee- en driedimensionaal
  • Kolommendiagram
  • discontinue kenmerken
  • los van elkaar getekend
  • grotere vrijheid in de vorm
  • (b.v. cilinders, objecten )

24
Frequentiediagrammen voorbeeld
(1)Lichaamslengte 35 studenten van een klas
Klasse (cm) mi fi rel.fi () Fk Fg ? F rel.Fk () rel.Fg
150-158 154 4 11,4 0 35 35 0,0 100
158-166 162 9 25,7 4 31 35 11,4 88,6
166-174 170 12 34,3 13 22 35 37,1 62,9
174-182 178 7 20,0 25 10 35 71,4 28,6
182-190 186 3 8,6 32 3 35 91,4 8,6
totaal 35 100 35 0 35 100 0,0
Cumulatieve frequenties bepaald op de
benedengrens!
25
Frequentiediagrammen voorbeelden (2)
1. Absoluut histogram
26
Frequentiediagrammen voorbeelden (3)
2. Staafdiagram 3. Frequentieveelhoek/-polygoon
27
Frequentiediagrammenvoorbeelden (4)
  • 4. Relatief cumulatief frequentiehistogram vanaf
    de kleinste waarde
  • 5. Relatief cumulatief frequentiepolygoon vanaf
    de kleinste waarde

De (relatief) cumulatieve frequentie- veelhoeken
worden geconstrueerd op de benedengrens (of
bovengrens)
28
Histogrammen varianten
  • puntendiagram
  • klassemiddens
  • staafdiagram
  • loodrechte projectie van de klassemiddens
  • frequentieveelhoek (-polygoon)
  • klassemiddens verbinden uiterste klassen
    verbinden met klassemiddens fictieve aanliggende
    klassen met nulfrequentie
  • frequentiecurve
  • klassemiddens verbinden door vloeiende lijn

29
Gestapelde frequentiediagrammen
  • Mogelijkheid om histogrammen en
    kolommendiagrammen te stapelen
  • - absoluut
  • - relatief
  • - voordeel evolutie van het totaal is
    gemakke-lijker af te lezen
  • - nadeel evolutie van de aparte kenmerken is
    moeilijk of niet af te lezen

30
 Een grafiekje om bestwil  misleiding met
grafieken
  • nulpunt/nullijn houdt geen verband met de
    resultaten en er wordt geen scheurlijn/breuklijn
    gebruikt
  • de verhouding op de assen klopt niet met de
    realiteit
  • de kolommen worden uitgezet op een stijgende lijn
    (dus niet op dezelfde hoogte)
  • de afstanden op de X-as zijn niet evenredig
    (bepaalde periodes worden weggelaten)
  • bepaalde resultaten worden extra in de verf
    gezet, b.v. op een cirkeldiagram
  •  Kans op onjuiste diagrammen in een jaarverslag
    is 47 

31
Aanbevelingen voor grafieken
  • bij niet rangschikbare kenmerken
  • volgorde staven/kolommen speelt geen rol
  • aanbeveling rangschikken van klein naar groot
    of van groot naar klein
  • ondelinge afstand tussen de kolommen is
    willekeurig
  • klassen samenvoegen de totale frequentie delen
    door het aantal samengenomen klassen
  • soms is het nuttig de oorsprong van het
    assenstelsel te verleggen gebruik een scheurlijn
    of breuklijn
  • op de assen schaalpunten en meeteenheid
    vermelden, niet de exacte waarnemingen.

32
Waarschijnlijkheidsverdelingen
  • homogene verdelingen
  • normale verdelingen
  • - spits, normaal en vlak
  • scheve verdelingen
  • scheef naar links
  • scheef naar rechts
  • eentoppige, tweetoppige en meertoppige
    verdelingen
  • U-vormige verdelingen
  • J-vormige en omgekeerd J-vormige verdelingen

33
Hoofdstuk 2 Grafieken
  • Indeling
  • frequentiediagrammen
  • tijdreeksgrafieken
  • spreidings- of correlatiediagrammen
  • specifieke voorstellingswijzen

34
Tijdreeksgrafieken
  • Algemeen kenmerk
  • horizontale as tijdsas
  • vertikale as meetschaal
  • Soorten
  • lijn(en)diagram
  • stralendiagram
  • sterdiagram, poolcurve of radardiagram

35
Tijdreeksgrafieken (1)lijn(en)diagram
  • b.v. verloop beurskoersen
  • temperatuurverloop in een maand
  • evolutie elektriciteitsverbruik in 24u

36
Tijdreeksgrafieken (2)stralendiagram (1)
  • Het resultaat in de basisperiode wordt
    gelijkgesteld aan 100 en alle volgende uitslagen
    worden omgerekend naar die basis

2000 2001 2002
Product A 40.000 36.000 58.000
100 90 145
Product B 150.000 157.500 180.000
100 105 120
Product C 20.000 50.000 40.000
100 250 200
37
Stralendiagram (2)
38
Stralendiagram (3)
  • Voordelen
  • - relatieve groei onmiddellijk af te lezen
  • - resultaten gemakkelijk te vergelijken
  • Nadelen
  • - geen absolute resultaten
  • - onmogelijk af te lezen welke reeks de hoogste
  • scores heeft

39
Tijdreeksgrafieken (3)radardiagram/poolcurve/ste
rdiagram
  • Concentrisch opgebouwde grafiek, af te lezen in
    wijzerszin
  • toepassingen
  • - samenstellen homogene teams (complementaire
  • vaardigheden)
  • - bezettingsgraden infrastructuren in bepaalde
    periode
  • - kwaliteitsvergelijking reeks producten
  • - illustreren van het seizoenkarakter van
    verschijnselen

40
Radardiagram/poolcurve/sterdiagram (2)
41
Radardiagram/poolcurve/sterdiagram (3)
  • Voordelen
  • - moderne vorm van grafische voorstelling
  • - mogelijk veel info op één grafiek
  • - bij goed gebruik zeer praktisch
  • Nadelen
  • - zeer specifiek
  • - moeilijk af te lezen door de leek
  • - als de volgorde van de uitslagen wordt
    gewijzigd,
  • dan verandert de vorm/het uitzicht van de
    grafiek

42
Hoofdstuk 2 Grafieken
  • Indeling
  • frequentiediagrammen
  • tijdreeksgrafieken
  • spreidings- of correlatiediagrammen
  • specifieke voorstellingswijzen

43
Spreidings-, correlatie- of scatterdiagrammen (1)
  • Gebruik
  • om grafisch de samenhang tussen twee kenmerken
    na te gaan
  • Opbouw
  • horizontale as kenmerk 1 oorzaak
  • vertikale as kenmerk 2 gevolg
  • de bekomen combinaties liggen meestal in het
    eerste kwadrant van de grafiek

44
Spreidingsdiagrammen (2)
  • Soorten
  • correlatiediagrammen
  • laddergrafieken
  • grafiek van Claparède

45
Correlatiediagrammen
46
Laddergrafieken
  • Wat?
  • Visuele methode om samenhang tussen twee
    kenmerken te illustreren
  • Hoe?
  • 2 reeksen uitslagen rangschikken (van klein naar
    groot of omgekeerd) ? corresponderende rangorden
    verbinden
  • - geen snijpunten volmaakte ladder 100
    positieve correlatie
  • - 1 snijpunt volmaakte negatieve correlatie
    100 neg. corr.
  • - veel snijpunten geen correlatie
  • Opm. 1 afwijkende uitslag kan zorgen voor heel
    wat snijpunten

47
Grafiek van Claparède
  • Wat?
  • 2 tijdreeksgrafieken boven elkaar geplakt
  • Aflezing?
  • - grafieken evenwijdig grote positieve
    correlatie
  • - 1 snijpunt grote negatieve correlatie
  • - veel snijpunten weinig/geen correlatie

48
Hoofdstuk 2 Grafieken
  • Indeling
  • frequentiediagrammen
  • tijdreeksgrafieken
  • spreidings- of correlatiediagrammen
  • specifieke voorstellingswijzen

49
Grafieken specifieke voorstellingswijzen
  • Overzicht
  • cirkeldiagrammen en taartpuntdiagrammen
  • stroomdiagrammen (flow-charts)
  • beeldstatistieken
  • cartogrammen
  • driehoeksdiagrammen
  • bevolkingspiramiden

50
Grafieken specifieke voorstellingswijzen
  • Overzicht
  • cirkeldiagrammen en taartpuntdiagrammen
  • stroomdiagrammen (flow-charts)
  • beeldstatistieken
  • cartogrammen
  • driehoeksdiagrammen
  • bevolkingspiramiden

51
Cirkeldiagrammen (1)
  • Wellicht de meest gebruikte soort grafieken
  • Wat?
  • - de cirkel wordt verdeeld in sectoren recht
    evenredig met de waarde van het voorgestelde
    verschijnsel
  • - zowel de oppervlakte van het segment als de
    middelpuntshoek zijn een maat voor de resultaten
  • - afspraken
  • maximum 6 à 10 sectoren
  • aflezing starten op 12 uur
  • aflezing in wijzerzin
  • volgorde van de sectoren respecteren
  • kleurlegende/arcering een duidelijk onderscheid
    is noodzakelijk

52
Cirkeldiagrammen (2)
  • Mogelijkheden
  • - twee- en driedimensionaal
  • - taartpunten uit de taart geschoven
  • De oppervlakte van de cirkel is evenredig met
    het totale resultaat
  • S2 / S 1 ? R22 / ? R12
  • ? R2 R1 ? T2 / T1
  • ? T2 T1 R22 / R12
  • __

53
Cirkeldiagrammen (3)
54
Stroomdiagrammen / flow charts
  • met pijlen wordt de richting aangegeven waarin
    grootheden zich bewegen
  • de breedte van de pijlen geeft de omvang van de
    verschijnselen weer
  • mogelijkheid om complexe systemen overzichtelijk
    voor te stellen in één diagram
  • b.v. energieverbruik in een regio
  • klantenbewegingen in een winkelcomplex

55
Beeldstatistieken
  • meest bekend bij het publiek
  • zeer toegankelijk want extreem suggestief
  • beeldjes illustratief voor verschijnselen
  • aantal beeldjes zijn maat voor omvang kenmerken
  • eerder illustratief dan nauwkeurig

56
Cartogrammen
  • Combinatie van een kaart en een grafiek
  • geven de ruimtelijke verspreiding van kenmerken
    weer
  • veelal gebruik van conventionele symbolen
  • kennis van ruimtelijke entiteiten is noodzakelijk

57
Driehoeksdiagrammen
  • Gebruik?
  • relatieve frequentieverdelingen van 3 kenmerken
    in een categorisch systeem
  • Vorm?
  • gelijkzijdige driehoek, elke zijde wordt
    verdeeld in 100
  • Aflezing?
  • - geografen in tegenwijzerzin
  • - economisten in wijzerzin
  • Toepassingen
  • - bevolkingsopbouw
  • - verdeling actieve bevolking over de
    economische
  • sectoren
  • - textuurdriehoek (bodemkunde)

58
Bevolkingspiramiden (1)
  • Wat?
  • de grafische voorstelling van de samenstelling
    van een bevolking naar geslacht en leeftijd
  • Opbouw?
  • twee histogrammen, basis tegen basis
  • - vertikale as leeftijdsklassen (1 of 5 jaar)
  • - horizontale as mannen (links) of vrouwen
  • (rechts) in procent of promille

59
Bevolkingspiramiden (2)
  • Soorten bevolkingspiramiden
  • basiszwaar
  • theoretisch (gelijkbenig)
  • topzwaar
  • b.v. bevolkingspiramiden N.I.S.
  • het rijk, de gewesten, provincies, gemeenten
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com