Title: Taal en Beпnvloeding
1Taal en Beïnvloeding
- Daniël Wigboldus
- Universiteit van Amsterdam
2Introductie
- Bush
- A war against terrorism
- A war against Osama Bin Laden
- Osama Bin Laden
- A strike against all moslims
- Jihad
3Inhoud
- Relatie taal en denken (sociale cognitie)
- Beïnvloeding via taal
- Vier verschillende modellen van communicatie
- Een experimenteel voorbeeld van beïnvloeding via
taal - Stereotypering en taal
4Relatie Taal en Denken
- Cognitie --gt Taal
- In welke mate zijn alle talen vormgegeven door de
(beperkingen van) de menselijke cognitieve
mogelijkheden? - In hoeverre zijn alle talen gelijk?
- Taal ---gt Cognitie
- In welke mate beïnvloeden de specifieke
eigenschappen van een taal het denken van een
spreker van deze taal? - In hoeverre zijn talen verschillend en
beïnvloeden deze verschillen een spreker?
5Cognitie --gt Taal I
- Als de tolken bij de UN wegvalen zal meteen
duidelijk worden hoeveel verschillen er tussen
verschillende talen zitten. - Echter, er lijken ook overeenkomsten te zijn.
Elke nieuwe taal die je leert lijkt iets
makkelijker te gaan dan de vorige (Reed, 1983). - Hele basale overeenkomsten tussen talen
reflecteren de cognitieve structuur van de mens.
6Cognitie --gt Taal II
- In alle talen (zelfs die van ongeletterde
culturen) wordt de planten- en dierenwereld
georganiseerd in een taxonomie (hierarchie) - Kingdom Dieren
- Life form Zoogdieren
- (Intermediate) Huisdieren
- Generic Hond
- Specific Herder
- Varietal Duitse Herder
7Cognitie --gt Taal III
- Het generieke niveau
- Binnen alle talen is er altijd één
categorie-niveau van speciale betekenis ("generic
level" of "basic object level"). - Binnen dit niveau is er sprake van maximale
gelijkheid tussen de verschillende, meer
specifeke items en maximale verschillen met
andere categorieën. - Kleding
- Broek Shirt
- Spijkerbroek Nette broek T-shirt Blouse
8Cognitie --gt Taal IV
- Prototypiciteit
- Bij een indeling in natuurlijke categorieën is
het geen alles of niets kwestie. In plaats
daarvan blijken de verschillende items te
verschillen in prototypiciteit. - Onderzoek van Rosch (1973)
- In hoeverre is een item prototypisch voor de
soort? - Niemand had moeite met deze opdracht!
- De prototypiciteit beoordelingen komen binnen
culturen heel erg overeen! - Natuurlijke categorieën blijken niet bij elkaar
te horen op grond van duidelijk gedefinieërde
grenzen, maar meer op grond van gelijkheid op
bepaalde attributen (net als een familie).
9Taal --gt Cognitie I
- Linguïstische relativiteits hypothese van Sapir
(1946) en Whorf (1956) - Linguïstisch relativisme Taal beïnvloedt cultuur
- Linguïstisch determinisme Taal determineert het
denken (en zelfs perceptie!) - George Orwell's Newspeak in 1984
- Niet-sexistisch taalgebruik (timmermens)
- Tweetaligen (Japanse aanspreekvormen)
10Taal --gt Cognitie II
- Probleem is het wetenschappelijk (experimenteel)
toetsen van de linguïstische relativiteits
hypothese. - Belangrijkste probleem is het gebruik van
vertalingen. - Het idee van linguïstische relativiteit wordt wel
algemeen geaccepteerd, maar is tot voor kort
nooit experimenteel is bewezen. - Binnen de cognitieve psychologie werd het idee
van linguïstische relativiteit tot voor kort
verworpen.
11Taal --gt Cognitie III
- Juist op cognitief niveau wordt er recentelijk
steeds meer bewijs voor de Whorfiaanse hypothese
gevonden (zie Hunt Agnoli, 1991). - Taal kan van invloed zijn op de verwerking van
informatie. - Bijvoorbeeld, hoeveel denkstappen moet iemand
maken om een woord te kiezen? Hoeveel tijd kost
het. - Beschrijven, en door een ander laten
identificeren van gekleurde muntjes in
verschillende talen (Lucy Shweder, 1979). - Ooggetuigen verslagen (Loftus Palmer, 1974).
Hoe hard reed de auto tegen de ander aan? of, Hoe
hard knalde de auto tegen de ander aan? En blauwe
auto vs groene auto? - Gebruik van woorden met meerdere betekenissen.
Zinnen met deze woorden duren langer om te
verwerken! En dezelfde zinnen zijn makkelijker te
verwerken in een taal waarin hetzelfde woord maar
één betekenis heeft (Perfetti, Beverly, Bell,
Rodger, Faux, 1987).
12Beïnvloeding via Taal
- Wat is communicatie?
- Vier modellen van communicatie
- Code/Encode model
- Intentie mode
- Perspectief model
- Dialoog model
13Wat is Communicatie? I
- Signs
- Een sign representeert iets anders dan zichzelf
omdat er een intrinsieke relatie is tussen het
sign en wat het representeert. - Bijvoorbeeld Blozen
- Symbols
- Een symbool representeert iets anders dan
zichzelf omdat dat zo is afgesproken. - Bijvoorbeeld "Ik schaam me"
- Signs Symbols
- Intentie Onintentioneel Intentioneel
- Begrip Attributie Afspraak
- Produktie Vanzelf Aanleren
14Wat is Communicatie? II
- Een belangrijk verschil tussen definities van
communicatie is het onderscheid tussen Signs en
Symbols. - Communicatie is het gebruik van symbolen
(codering). Ekman et al. (1969) en Wiener et al
(1972) - Te strict, alleen taalgebruik?
- Elke vorm van gedrag is communicatie Watzlawick
et al. (1967) - Te veel, waar moet je op letten?
15Wat is Communicatie? III
- Het is beter om je niet te veel bezig te houden
met wat communicatie is, maar juist met wat
communicatie doet! - Communicatie is een proces met twee
informatie-verwerkende-systemen. De ene
modificeert de fysieke omgeving van de ander.
Daardoor construeert de tweede een representatie
die gelijk is aan die van de eerste (Sperber
Wilson, 1986). - De vier modellen die we nu gaan behandelen zijn
verschilende zienswijzen op hoe dit proces tot
stand komt.
16Code/Encode Model I(Shannon Weaver, 1949)
Machinaal (morse) Ook van toepassing op
menselijke communicatie?
17Code/Encode Model II
Bij het Encoder/Decoder model zit de betekenis
van de boodschap gecodeerd in de boodschap
zelf! Beperking De 1-op-1 relatie tussen
boodschap en signaal is lang niet altijd 1-op-1!
18Intentie Model I
- Weet je hoe laat het is?
- Is er suiker?
- X koopt de Telegraaf.
- Code/Encode Model
- Kun je me de tijd vertellen?
- Ja of nee
- Berlusconi koopt de Telegraaf.
- Intentie Model
- Ik wil naar huis!
- Geef me de suiker.
- Pietje koopt een krant van de Telegraaf.
19Intentie Model II
- "It is a common misperception that language use
has primarily to do with words and what they
mean. It does not. It has primarily to do with
people and what they mean. It is essentially
about speakers' intentions (Clark Schober,
1992) - Succesvolle communicatie is niet de uitwisseling
van gecodeerde boodschappen, maar de uitwisseling
van communicatieve intenties. - Betekenis wordt hierbij niet verleend door het
decoderen van de boodschap, maar door het
achterhalen van de intentie van de spreker.
20Intentie Model III
- Voorbeeld Grice (1975)
- The Cooperative Principle
- "Make your conversational contribution such as is
required at the stage at which it occurs, by the
accepted purpose or direction of the talk
exchange in which you are engaged. - Maxim of Quantity
- Maxim of Quality
- Maxim of Relation
- Maxim of Manner
21De Maxims van Grice
- Maxim of Quantity
- Make your contribution as informative as is
required for the current purposes of the
exchange - Do not make your contribution more informative
than is required. - "Hoe ging het met Pieter in de rechtszaal?"
- "Hij heeft een boete van fl 100,- gekregen.
- "Mevrouw Jansen is niet alleen heel handig met
computers, ze kan ook zeer goed omgaan met
rekenmachines, koffieautomaten en weet zelfs dat
je een CD niet hoeft om te draaien om kant twee
te horen."
22De Maxims van Grice
- Maxim of Quality
- Try to make your contribution one that is true,
specifically - do not say what you believe to be false
- do not say for which you lack evidence.
- Ironie "Jan is pas een echte vriend."
- Metafoor "Je bent de slagroom op mijn toetje.
- Understatement "Hij was een beetje onder invloed"
23De Maxims van Grice
- Maxim of Relation
- Make your contribution relevant to the ongoing
exchange - "Waar is Peter"
- "Er staat een gele golf bij Marijke voor de
deur. - Maxim of Manner
- avoid obscurity
- avoid ambiguity
- be brief
- be orderly.
- Het Maxim of Manner gaat niet zozeer over wat
wordt gezegd, maar over hoe het gezegd wordt.
24Conversational Implicature
- Het is niet zo dat mensen zich altijd letterlijk
aan de maxims van Grice houden. - Conversaties kunnen andere doelen hebben dan het
cooperatie principe. In deze situaties zullen de
maxims van Grice bewust geschonden worden. - Grapjes en raadsels zijn hier goede voorbeelden
van - Welk dier bestaat voor 75 uit wol?
- Het is rood, fluit, zit op een tak en is geen
roodborstje? - Als de maxims van Grice geschonden lijken te
worden, zal je als luisteraar op zoek gaan naar
dieper liggende betekenissen. Dat wil zeggen
betekenissen die verder gaan dan de letterlijke
betekenis van een uitspraak (implicature).
25Intentie Model IV
- Beperkingen
- Het model richt zich voornamelijk op de spreker
- Het gaat met name over het begrip en het
interpreteren van boodschappen, en niet zozeer
over de productie van een boodschap. - De impliciete communicatie regels kunnen
verschillen tussen spreker en boodschapper, of
veranderen gedurende een communicatie. - Communiceren heeft vaak meer doelen dan alleen
het overbrengen van een intentie (Higgins et
al.) - social relationship goal
- face goal
- social reality goal
26Perspectief Model I
- Voor goede communicatie moet de boodschapper
rekening houden met de ontvanger (en de ontvanger
met de boodschapper). Hij/Zij moet denken vanuit
het perspectief van de ander. - Mead "Take the attitude of the other"
- Een boodschapper moet zijn boodschap dan ook
maken op maat van de ontvanger. - Bij dit model wordt de betekenis dus voornamelijk
bij de ontvanger gelegd!
27Perspectief Model II
- Voorbeelden
- Sprekers houden rekening met het visuele veld
van de ander. (Herrmann, 1988) - Verschil tussen benoemingen voor eigen gebruik
en voor ander gebruik (Krauss Fussell, 1989) - Verschillen tussen categorieën ontvangers bij het
de wegwijzen (Kingsbury, 1968) - Babytalk
- Invloed van individuele karakteristieken van de
ontvanger! (Sedikides, 1990)
28Sedikides (1990)
- Doorgegeven impressie
- 1 (negatief vertekend) / 7 (positief vertekend)
29Sedikides (1990)
- Doorgegeven impressie
- 1 (negatief vertekend) / 7 (positief vertekend)
30Dialoog Model
- Intersubjectiviteit
- Het doel van communicatie is niet om informatie
over te brengen (zoals bij de andere drie
modellen), maar om intersubjectiviteit te
verkrijgen. - Collaboratieve communicatie (Clark
Wilkes-Gibbs) - Presentatie fase (uhuh)
- Acceptatie fase (grounding)
- Het principe van de minste collaboratieve moeite
- Sprekers geven vaak te weinig informatie
(schending van Grice!) omdat ze dan eerder
feedback krijgen van de ontvanger, en de shared
social reality makkelijker en sneller opgebouwd
kan worden.
31Verschillen tussen Modellen
- Een belangrijk verschil tussen de vier modellen
is de plaats in de communicatie waar communicatie
betekenis krijgt. - Code/Encode Model
- Betekenis in boodschap
- Intentie Model
- Betekenis bij intentie spreker
- Perspectief Model
- Betekenis bij ontvanger
- Dialoog Model
- Betekenis vormt zich tussen de spreker en de
ontvanger
32Stereotypen Voorbeeld
- 1. Sociale cognitie --gt Taalgebruik
- 2. Taalgebruik --gt Sociale cognitie
- Stereotypering --gt Taal --gt Stereotypering
- Onderzoek naar stereotypen
- Intra-individueel
- Inter-individueel
33Taal als gereedschapLinguistic Category Model
- Jan geeft Piet een stomp in het gezicht
- 1. (DAV) Jan slaat Piet
- 2. (IAV) Jan pijnigt Piet
- 3. (SV) Jan haat Piet
- 4. (Adj) Jan is agressief
- Jan steekt zijn hand naar Piet uit
- 1. (DAV) Jan steekt zijn hand uit naar Piet
- 2. (IAV) Jan helpt Piet
- 3. (SV) Jan geeft om Piet
- 4. (Adj) Jan is behulpzaam
34Stap 1 Cognitie --gt Taal I(Maass et al., 1989)
35Stap 1 Cognitie --gt Taal II (Wigboldus et al.,
2000)
36Stap 2 Taal --gt Cognitie(Wigboldus et al., 2000)
.57
Stereotype verwachting
Attributies Ontvanger
- Herhaling - Persoon - Situatie -
Situatie-Persoon
37Stap 2 Taal --gt Cognitie(Wigboldus et al., 2000)
.57
Stereotype verwachting
Attributies Ontvanger
.63
Taalabstractie
38Stap 2 Taal --gt Cognitie(Wigboldus et al., 2000)
.15 (ns)
Stereotype verwachting
Attributies Ontvanger
.63
.66
Taalabstractie
39Samenvatting
- Taal beïnvloedt denken
- Denken beïnvloedt taal
- Beïnvloeding via taal en communicatie
- Encode/Recode model
- Intentie model
- Perspectief model
- Dialoog model
- Ook op het niveau van specifieke woorden speelt
taal een belangrijke rol
40Literatuur College
- Deel 1 Relatie taal en denken
- Brown, R. (1986). Language and thought. In R.
Brown, Social Psychology (2nd ed., pp 467-494).
New York The Free Press. - Hunt, E., Agnoli, F. (1991). The Whorfian
hypothesis A cognitive psychology perspective.
Psychological Review, 98, 377-389. - Deel 2 Beïnvloeding via taal en communicatie
- Krauss, R. M., Fussell, S. R. (1996). Social
psychological models of interpersonal
communication. In E. T. Higgins A. W.
Kruglanski (Eds.), Social Psychology Handbook of
basic principles (pp. 655-701). New York
Guilford. - Deel 3 Voorbeeld stereotypering
- Maass, A (1999). Linguistic intergroup bias
Stereotype perpetuation through language.
Advances in Experimental Social Psychology, 31,
79-121. - Wigboldus, D. H. J., Semin, G. R., Spears, R.
(2000). How do we communicate stereotypes?
Linguistic bases and inferential consequences.
Journal of Personality and Social Psychology, 78,
518.