Title: Conduct Disorder
1Conduct Disorder
- A. Een zich herhalend en aanhoudend
gedragspatroon waarbij de grondrechten van
anderen of belangrijke bij de leeftijd horende
sociale normen of regels worden overtreden zoals
blijkt uit de aanwezigheid gedurende de laatste
twaalf maanden van drie (of meer) van de volgende
criteria, met ten minste de laatste zes maanden
één criterium aanwezig - Agressie gericht op mensen en dieren
- 1. Pest, bedreigt of intimideert vaak anderen
- 2. Begint vaak vechtpartijen
2Conduct Disorder
- Agressie gericht op mensen en dieren
- 3. Heeft vaak een wapen gebruikt dat anderen
ernstig letsel toebrengt - 4. Heeft mensen mishandeld
- 5. Heeft dieren mishandeld
- 6. Heeft in een direct contact een slachtoffer
bestolen - 7. Heeft iemand tot seksueel contact gedwongen
3Conduct Disorder
- Vernieling van eigendom
- 8. Heeft opzettelijk brand gesticht met de
bedoeling ernstige schade te veroorzaken - 9. Heeft opzettelijk eigendommen van anderen
vernield - Leugenachtigheid of diefstal
- 10. Heeft ingebroken in iemands huis, gebouw of
auto - 11. Liegt vaak om goederen of gunsten van anderen
te krijgen of om verplichtingen uit de
weg te gaan (vb. oplichting) - 12. Heeft zonder direct contact met het
slachtoffer voorwerpen van waarde gestolen
4Conduct Disorder
- Ernstige schendingen van de regels
- 13. Blijft vaak ondanks het verbod van de ouders,
s nachts van huis weg, beginnend voor het
dertiende jaar - 14. Is tenminste tweemaal van huis weggelopen en
s nachts weggebleven - 15. Spijbelt vaak, beginnend voor het dertiende
jaar - B. De gedragsstoornis veroorzaakt in significante
mate beperkingen in het sociale, school- of
beroepsmatig functioneren - C. Indien betrokkene achttien jaar of ouder is,
wordt niet voldaan aan de criteria van
antisociale persoonlijkheidsstoornis
5Conduct Disorder
- Specifieer
- Type beginnend in de kindertijd
- Type beginnend in de adolescentie
- Specifieer
- Licht
- Matig
- Ernstig
6Conduct Disorder
- Meer voorkomen bij jongens
- Prevalentie
- Jongens 6-16
- Meisjes 2-9
- Jongens meer vechten, stelen, vandalisme,.
- Meisjes meer liegen, weglopen, prostitutie
- Aanvang meestal niet voor 5 jaar, meestal einde
lagere school of nog later - Vroege aanvang is slechte prognose
- CDgtODD
7Conduct Disorder mogelijke indelingen
- Dimensie gaande van overt/confrontatief tot
covert - Agressief vs. delinquent
- Exclusive fighter, exclusive theft, versatile
antisocial group - Proactief vs.reactief
- ICD-10
- Confined to the family context
- Unsocialized
- Socialized
- ODD
- Hyperkinetic conduct disorder
- Groep vs. solitair (cfr. DSM-III-R)
8Conduct Disorderbijkomende kenmerken en
stoonissen
- ADHD
- Depressie
- Schoolse problemen
- Interpersoonlijke problemen
- Cognitieve en attributionele problemen
- Alcoholmisbruik, roken, drugs
- Roekeloos gedrag
- Suïcidaal gedrag
9Diagnose en behandeling van Conduct Disordernut
- 1/3 tot de helft van alle verwijzingen van
kinderen en adolescenten in de US - spontaan uitgroeien is weinig waarschijnlijk
- Hoge kost voor de maatschappij
- Psychiatrische en psychologische behandeling
- Sociaal gezinswerk
- Opsluiting, internering op jonge leeftijd
- Speciale educatieve programmas
- ---gt ook meer en meer preventie, zowel primair
als secundair
10Relatie CD-delinquentie
- Delinquent gedrag omvat gedragingen die
- Crimineel zijn wanneer ze door een volwassene
worden gesteld index delicten (moord, diefstal) - Illegaal zijn wegens de leeftijd van de
betrokkene status delicten (autorijden,
spijbelen) - Sommige inbreuken zijn opgenomen in de
diagnostische criteria, andere zijn dat niet (vb.
autorijden op te jonge leeftijd) - CD vereist een patroon gedurende een zekere tijd
- Delinquentie vereist dat niet 1 of 2 daden
kunnen tot arrestatie leiden zonder dat men de
diagnose krijgt - Kinderen en jongeren met CD kunnen wel of niet
gedragingen stellen die beschouwd worden als
delinquent
11CD diagnose en assessment bij schoolgaande
kinderen en jongeren
- 1. Zelfrapportering
- YSR 11-18
- Anders moeilijk bij adolescenten
- Vooral nuttig voor coverte gedragingen zoals
vandalisme, druggebruik,... - 2. Rating schalen voor ouders
- CBCL 4-16
- VvGK 6-12
- 3. Rating schalen voor leerkrachten
- TRF 4-18
- VvGK 6-12
12CD diagnose en assessment bij schoolgaande
kinderen en jongeren
- 4. Interviews
- Bv. DISC-IV
- Vanaf 12 jaar ook van betrokkene zelf
- 5. Observatie
- Duur, moeilijk te organiseren
- Niet geschikt voor covert gedrag
- Eventueel vervangen door telefonische
rapportering
13CD Diagnose en assessment bij schoolgaande
kinderen en jongeren
- 6. Ouder-kind interacties en gezinsprocessen
- Vragenlijsten en interviews over pathologie bij
de ouders (vb. SCL-90) - Interviews en observaties over opvoedingsstijl
- Observatie van interactie tussen partners (vb.
rollenspel m.b.t. conflict over opvoeding) - Stress bij ouders (cfr. OSI)
- 7. Sociometrie
- Zie oefening
14CD diagnose en assessment bij schoolgaande
kinderen en jongeren
- 8. Macrocontextuele factoren
- Buurt waarin men woont
- SES
- 9. Allerlei rapporten
- Aanwezigheidslijsten op school
- Contacten met de politie
- Arrestaties
15CD diagnose en assessment bij schoolgaande
kinderen en jongeren
- 10. Onderzoek naar geassocieerde problemen en
stoornissen - Intelligentie en andere aspecten van cognitief
functioneren - Sociale competentie
- Schoolvorderingen
- .
16Kenmerken in de volwassenheid
- slechtere psychiatrische status
- meer crimineel gedrag
- problemen m.b.t. tewerkstelling
- lagere scholingsgraad
- meer partnerrelatieproblematiek
- minder sociale contacten
- gezondheidsproblemen
17Risicofactoren kind
- temperament
- pre- en perinatale complicaties
- neuropsychologische en cognitieve tekorten
- taalproblemen, leerstoornissen
- agressie, ODD
- hyperactiviteit, impulsiviteit (ADHD)
- subklinische CD
- vroege aanvang
- frequentie
- diversiteit
- aantal settings
18Risicofactoren ouders en gezin
- genetische invloeden
- antisociaal en crimineel gedrag
- alcoholisme
- depressie moeder
- ouder-kind interactie
- ruw straffen
- inconsistent straffen
- beperkte supervisie
- coercieve uitwisselingen
- weinig warmte, steun, ....
19Risicofactoren ouders en gezin
- relatiedissatisfactie, scheiding,
- geweld tussen ouders
- sexueel misbruik
- stress
- groot gezin
- geboorte -orde (middenin)
- oudere siblings met problematiek
- beperkt aantal gezinsactiviteiten
- lage SES
-
20Risicofactoren ruimere omgeving
- school
- buurt (blootstelling aan geweld)
21Protectieve factoren
- eerstgeboren
- door moeder beschouwd als aanhankelijk
- hoger zelfwaardegevoel
- alternatieve opvoeders
- model van dezelfde sexe
- bovengemiddelde intelligentie
- goede relaties met leeftijdgenoten
- hebben van vrienden
- .
22Cognitief functioneren van kinderen met CD
- IQ of VIQ
- EF
- Sociale cognitie
- Informatieverwerking
- ? comorbiditeit met ADHD?
23CD interventie
- MEDICAMENTEUS
- geen vast onderdeel, bij chronische agressie
wordt wel eens pipamperon (Dipiperon?)
voorgeschreven - PSYCHOSOCIAAL
- vaak moeilijk
- onvoldoende probleembesef bij kind/jongere
- vaak onvoldoende probleembesef bij ouders
- winst van oppositioneel, antisociaal, agressief
gedrag - wantrouwen t.a.v. volwassenen
24CD interventie
- contingency management en oudertraining
- multi-systemic therapy
- training sociale en sociaal-cognitieve
vaardigheden (m.i.v. sociale problem solving) - woedebeheersing
- vaak residentieel