De computer

1
De computer
2

• Als God de mens
• had geschapen om
• computers te gebruiken,
• had hij ons zestien
• vingers gegeven.

3

• Schrijven met de pen
• in plaats van
• met het toetsenbord
• dreigt tot de
• oude ambachten
• te gaan behoren.

4

• De computers zullen nooit
• meer kunnen dan wij,
• want wij hebben ze gemaakt.
• Dat zeiden de apen
• ook over ons.

5

• Een computer maakt
• dat je minder moet raden
• maar dat heb je
• met een bikini ook.

6

• Eén ding
• zal de computer
• nooit kunnen van de apen afstammen!!

7

• Met een computer kun
• je in twee seconden
• zoveel fouten maken
• als twintig man
• in twintig jaar!!

8

• Met de computers
• gaat het zoals met alles
• eerst is er de oplossing
• dan het probleem.
• Lichaamsgeur is ook
• pas een probleem geworden
• nadat de deodorant
• was uitgevonden.

9

• Als je iets in huis hebt
• dat je bloeddruk
• hoger doet stijgen
• dan je libido,
• kan je het beter weg doen.
• Dat geldt vooral voor computers.

10

• Een computer kan alles,
• maar dat is dan ook alles.

11

• Het antipathieke
• van een computer
• is dat hij alleen ja
• of neen kan zeggen,
• maar niet misschien.

12

• Vroeger pronkten
• managers met
• hun secretaressen.
• Nu laten zij eerst
• hun computers zien.

13

• Een computerprogramma
• doet wat je het opdraagt,
• niet wat je wilt
• dat het doet.

14

• Mannen zijn net computers.
• Niemand begrijpt waarom
• ze zo raar doen
• en ze hebben altijd
• te weinig geheugen!!

15

• De mens is de beste
• computer die we
• in ons ruimteschip
• kunnen stoppen
• en de enige die massaal
• geproduceerd kan worden
• met ongeschoolde arbeid.

16

• Ideale computer,
• nog uit te vinden
• Je stopt er
• je problemen in,
• en ze komen
• er nooit meer uit.

17

• Welke uitvluchten
• verzonnen de mensen
• voor er computers waren?

18
Groetjes