ABV - PowerPoint PPT Presentation

1 / 42
About This Presentation
Title:

ABV

Description:

ABV LES 1 Formuleren onderzoeksvraag Doelstelling les 1 Via brainstorm en het elkaar vragen stellen over de stage komen de studenten tot een (persoonlijke ... – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:109
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 43
Provided by: pbwo191
Category:

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: ABV


1
ABV
  • LES 1
  • Formuleren onderzoeksvraag

2
Doelstelling les 1
  • Via brainstorm en het elkaar vragen stellen over
    de stage komen de studenten tot een
    (persoonlijke) onderzoeksvraag.
  • Deze onderzoeksvraag linkt aan de voormalige
    stage.
  • Aan het eind van deze les weet de student een
    onderzoeksvraag te formuleren.

3
Maar voor de vraag.
  • Heb je een probleem geconstateerd.

4
Van onderwerp /probleem naar onderzoeksvraag
  • OPDRACHT 1
  • In groepjes brainstormen over problemen die je
    bent tegen gekomen op je stage.
  • Inventariseer de problemen en probeer ze zo
    duidelijk mogelijk te omschrijven.
  • Verken het probleem door middel van topische
    vragen (hoe, wat, waar waarom, welke), door vrij
    erover schrijven, of door het maken van een
    mindmap.
  • Tips voor probleemstelling
  • Wat is geconstateerd (feitelijk probleem)?
  • Wat is de aanleiding van deze situatie/probleem?
  • Wat is de (eventueel) wenselijke situatie?

5
Probleem
  • Er zijn twee soorten problemen
  • Gesloten problemen logische oplossing
  • Definitie Gesloten problemen hebben doorgaans
    een éénduidig te bepalen oplossing die door
    logisch redeneren kan gevonden worden.
  • Open problemen unieke oplossing
  • Definitie Open problemen vragen om een creatieve
    oplossing. Daarenboven is er nooit zekerheid of
    een gekozen oplossing ook de juiste zal zijn.

6
Voorbeeld gesloten probleem
  • Stel je voor
  • Je zit in een huis met vier muren, in elke muur
    zit een raam
  • Elk raam heeft uitzicht op het zuiden
  • Je kijkt naar buiten en ziet een beer lopen
  • Vraag Welke kleur heeft de beer?
  • (hier mag je even over nadenken)

7
Logische oplossing
  • Als alle ramen uitzicht hebben op het zuiden
  • dan kan het huis niet anders staan dan op het
    puntje van de Noordpool
  • Wat voor
    soort beer woont er op de Noordpool?
    Welke kleur heeft deze
    beer?
  • Antwoord vraag WIT

8
Voorbeeld open probleem
  • Hoe zal ik mijn haar laten knippen?
  • Wat zal ik voor dat feest aantrekken?
  • Wat voor cadeau geef ik mijn vriend?
  • Wat voor tuinhek zal ik maken?
  • Hoe maak ik mijn website succesvol?
  • Hoe kom ik met mijn website boven in een
    zoekmachine?
  • Hoe kan een werkruimte optimaal door meer mensen
    benut worden?
  • Hoe vind ik passende woonruimte
  • Hoe vind ik een goede afstudeerstage

9
Creatieve oplossing
10
Inperken
  • Een onvolledige probleemstelling /vraagstelling
    geeft verkeerde oplossingen.
  • Dus de vraagstelling ingeperkt / duidelijker
  • Werk in groepjes aan een van de volgende vragen
  • Hoe vind ik passende woonruimte?
  • Hoe vind ik een goede afstudeerstage?
  • Hoe kan een werkplek optimaal door meer mensen
    benut worden?
  • Tip denk aan uitgangspunten, eisen.

11
Voorbeeld oplossing werkplek
Een werkplek voor vier computers Een
server inklapbaar verrijdbaar afsluitbaar
12
Probleemstructuur
  • Wat is het probleem?
  • Waarom is het een probleem en voor wie
  • Wat zijn de mogelijke oorzaken?
  • Wat zijn de mogelijke oplossingen?
  • Welke oplossing verdient de voorkeur?
  • Wat kan en moet er gedaan worden?

13
Twee voorbeelden van probleemsituatie
  • A. http//www.1001filmpjes.nl/video/90ce0268229151
    c9bde120Filmpje20Zoeken20Sneeuw20probleem.html
  • B.
  • http//nl.youtube.com/watch?vdGCJ46vyR9ofeature
    channel

14
Opdracht 2 in werkgroep
  • Analyseer de problemen van beide filmpjes
  • Welke probleemstellingen zijn uit de filmpjes af
    te leiden
  • Bedenk bij filmpje
  • A. een gesloten probleemstelling met
    onderzoeksvraag
  • B. een open probleemstelling met onderzoeksvraag

15
  • Creativiteit is hetzelfde zien als anderen, maar
    er iets anders bij denken
  • Make everything as simple as possible, but not
    simpler
  • If you always do what you always did, you always
    get what you always got
  • (Einstein)

16
Onderzoek gaat over vragen stellen
  • Om het juiste antwoord te vinden moet je eerst de
    juiste vraag stellen!!!!!

17
Onderzoek
  • Elk onderzoek gaat in het kort samengevat over
    het volgende
  • Wat wil ik weten? Achtergrond Vraag
  • Waarom wil ik dat weten? Doelstelling
  • Hoe kom ik dat te weten? Onderzoeksmethode
  • Dat noemt men ook wel de probleemstelling
  • Bij een probleemstelling hoort een onderzoeksvraag

18
Onderzoeksvraag
  • Hoofdvraag je onderzoeksvraag
  • Deelvragen zijn hulpvragen om de belangrijkste
    vraag, je hoofdvraag, te kunnen beantwoorden

19
The research processStep 1 Defining the
questions
  • Define the main-question
  • Then define the sub-questions

Tips! Use a mindmap to organize your
questions Write down all the questions you can
think of, even the stupid questions
The answers of the sub-questions will eventually
lead to the answers of the main-question
20
Onderzoeksvraag voorbereiden
  • Soorten vragen
  • Beschrijven (wat is het, hoe ziet dat eruit..?)
  • Vergelijken (wat of welke is beter?)
  • Definiëren (tot welke categorie behoort ?)
  • Evalueren (wat zijn de (relevante)kenmerken en
    welke voor en nadelen van ?)
  • Verklaren (welke oorzaken, gevolgen redenen.?)
  • Ontwerpen (hoe moet of kan het..?)

21
Beschrijvend Men laat zien hoe iets in elkaar zit, uit welke delen het bestaat Wat zijn de kenmerken? Welke eigenschappen heeft het? Hoe is het? Waaruit bestaat het? Wat doet het ? Wat voor gedrag vertoont het? Wie of wat is erbij betrokken? Wat zijn de belangrijkste stappen? Hoe ziet het eruit? Wat valt op? Vergelijkend De overeenkomsten of verschillen willen weten Wat zijn de verschillen? Wat zijn de overeenkomsten? Waarin komen ze overeen? Waarin wijken ze af? Wat is sneller? Groter? Beter? meer.?
Definerend Men wil weten hoe, dat wat men onderzoekt, zich verhoudt tot een groter geheel Wat is de aard, de plaats in het grotere geheel? Bij welke groep hoort het thuis? Waar is het een voorbeeld vanhoe kan het getypeerd worden? Waar kan het ingedeeld worden? Waarderend (evaluerend, toetsend, beoordelend, adviserend) Men wil de waarde van iets vaststellen. Of iets, goed, bruikbaar, normaal, wenselijk is. Wat is de waarde ervan? Hoe goed werkt het? Wat zijn de positieve punten? Wat zijn de negatieve punten? Hoe geschikt is het? Hoe wenselijk is het? Wat zijn de voor/nadelen?
Verklarend Men wil iets in verband plaatsen of een verklaring voor iets zoeken. Waarom is dat zo? Hoe komt dat? Wat zijn de oorzaken? Waar is dit een gevolg van? Wat zijn de achtergronden? Welke redenen zijn er? Wat is het verband tussen en.? Wat is de invloed vanop.? Ontwerpend Men wil een maatregel of ingreep voorstellen die er toe moet leiden dat het probleem wordt opgelost. Wat kan eraan gedaan worden? Hoe kan het verbeterd worden? Hoe moet het zijn? Wat zijn geschikte maatregelen? Wat moet er wel en niet gebeuren.?
22
Casus voorbeeld
  • http//www.fondsslachtofferhulp.nl/
  • (laatste filmpje)
  • Als we deze casus analyseren zien we
  • Waarneming als aanleiding tot probleem
  • Verklaringsvraag wordt gesteld (waarom staat de
    andere man zo dicht bij mij)
  • Een toetsende vraag wordt gesteld (goede of kwade
    bedoeling)
  • Ontwerpende vraag (wat moet ik in deze situatie
    doen)

23
Criteria onderzoeksvraag
  • Neutraal geformuleerd (geen vooronderstellingen,
    beweringen, oordelen, stereotypen die subjectief
    en/of onbetrouwbaar)
  • Voor één uitleg vatbaar( door heldere formulering
    is maar een interpretatie mogelijk)
  • Uitvoerbaar(binnen het tijdsbestek van je
    afstudeerfase)
  • Onderzoekbaar (d.m.v. het verzamelen van
    literatuur en praktijkgegevens te
    operationaliseren)
  • Ingeperkt (niet te ruim, maar ook niet te krap
    geformuleerd)
  • Afgebakend(helder welke zaken wel en niet
    bestudeerd worden)
  • Deelvragen vormen een precisering van de
    hoofdvraag (verschillende deelvragen overkoepelen
    de hoofdvraag)
  • Open( geen gesloten vraag die met ja of nee te
    beantwoorden is)

24
Opdracht in werkgroep
  • Werk aan het criteria neutraal geformuleerd
  • Formuleer een onderzoeksvraag met een
    vooronderstelling (subjectief)
  • Formuleer een onderzoeksvraag vrij van een
    vooronderstelling (objectief)

25
Iets.en iets scherper
  • We willen iets met mobiel.
  • Wat gebeurt er met mobiel?
  • Stellen mobiele applicaties bijzondere
    usabilityeisen?

26
Helder
  • Probleemstelling
  • Tegenwoordig worden er veel mobiele applicaties
    ontwikkeld.
  • onderzoeken of deze applicaties bijzondere
    usability aspecten hebben.
  • Onderzoeksvraag
  • wat zijn de verschillen tussen klassieke
    applicaties en mobiele applicaties m.b.t.
    usability?
  • zijn er aparte usability richtlijnen m.b.t.
    mobiele applicaties? Zo ja, welke?
  • hoe word de usability van mobiele applicaties
    getest?

27
Een ander voorbeeld
  • Hmmmm
  • something about
  • co-creation
  • Turn something about into a question
  • Identify a question that will keep you interested
    (for half a year)

28
Slecht geformuleerde onderzoeksvraag
  • Whats wrong with this question? And why?

How can co-creation be used in product
development?
29
Goed geformuleerde onderzoeksvraag
  • This one is better !

MKB
How can SMEs benefit from co-creation when
developing new game concepts for women?
30
Onderzoeksvraag en deelvragen Iwaar wil ik
antwoord op krijgen
  • Je vertaalt je probleemstelling in een
    onderzoeksvraag
  • Complexe onderzoeksvraag wordt opgedeeld in
    deelvragen
  • Vier of vijf deelvragen, heb je meer deelvragen,
    voeg ze samen tot een deelvraag. Indien ze elkaar
    overlappen, dan schrappen.
  • Verschillende soorten onderzoeksvragen
  • Beschrijvend (wat is het, hoe ziet het eruit, wat
    doet het)
  • Vergelijkend(wat zijn de verschillen,
    overeenkomsten)
  • Definerend(wat is de aard,waarom is dat zo)
  • Waarderend, evaluerend, toetsend, beoordelend,
    adviserend (hoe goed werkt het, wat zijn de
    positieve, negatieve punten)
  • Verklarend (hoe komt dat)
  • Ontwerpend(hoe moet het zijn,wat kan er aan
    gedaan worden)

31
Opdracht 4
  • Het formuleren van de hoofdvraag en de deelvragen
    is een lastig karwei. Maar onthoud dat je
    gaandeweg altijd je vragen kunt veranderen of
    bijstellen!
  • Formuleer nu de onderzoeksvraag, gebaseerd op de
    probleemstelling uit je stage.
  • Wat is je hoofdvraag?
  • Welke deelvragen moet je stellen om je hoofdvraag
    te kunnen beantwoorden?
  • Wat voor soort vraag is het, beschrijvend,
    verklarend, definerend, waarderend, verklarend,
    ontwerpend?

32
Onderzoeksvraag en deelvragen IIwaar wil ik
antwoord op krijgen
  • Let bij het formuleren van je onderzoeksvraag op
  • Sluit de onderzoeksvraag aan bij mijn
    kennisgebied?
  • Is de vraag goed afgebakend?
  • Past de vraag binnen het onderzoek wat ik wil
    gaan doen?
  • Is de vraag neutraal geformuleerd, dus geen
    stelling innemen?
  • Is de vraag niet te gesloten geformuleerd (in de
    vraagstelling ligt het antwoord al besloten)?
  • Is de vraag niet te open geformuleerd (is
    beantwoording wel haalbaar)?
  • Draagt de beantwoording van de deelvragen bij aan
    het beantwoorden van de hoofdvraag?
  • Is de vraag nog niet eerder beantwoord, dus een
    toevoeging voor het vakgebied

33
Voorbeelden onderzoeksvraag
  • Dankzij alle ontwikkelingen rond Web 2.0 lijkt
    User Generated Content de toekomst te zijn. Maar
    in hoeverre zijn users bereid om Web 2.0 wat UGC
    betreft daadwerkelijk tot een succes te maken?
  • Kunnen apparaten ons voorzien van oplossingen
    waar onze emotionele toestand behoefte aan
    heeft?
  • In hoeverre is gendermarketing op Internet
    essentieel in de verkoop van een product?
  • Is de ontwikkeling binnen affective computing
    wel iets wat we graag willen?
  • Ik ga op onderzoek naar de toepassingen van
    emotional design en experience branding in
    winkels, wat de effectiviteit ervan is. Ik ga op
    zoek naar de meerwaarde.

34
Voorbeelden onderzoeksvraag
  • Welke recente ontwikkelingen op het gebied van
    actieve gaming bieden aanknopingspunten en/of
    oplossingen om overgewicht onder Nederlandse
    jongeren te bestrijden en welk product kan
    hiervoor worden verbeterd / ontwikkeld?
  • Op welke manier dient een Visual Interface
    Designer bij het ontwikkelen van web apllicaties
    rekening te houden met daltonisme
    (kleurenblindheid)?
  • Hoe kan de ANWB met nieuwe media het carpoolen
    in het woon- en werkverkeer een nieuwe impuls
    geven?
  • Wat zijn de toepassingsmogelijkheden van RFID
    technologie voor Centerparcs / Disneyland?
  • Wat zijn effectieve methoden om social networks
    te visualiseren?
  • Welke methoden en technieken met betrekking tot
    gebruikersonderzoeken en/of design patterns zijn
    van belang voor het ontwikkelen van een
    interactief product?

35
Onderzoeksvraag
  • Moeilijker dan bepalen van onderwerp
  • Pas op voor de valkuilen
  • Veel valkuilen, hier de 5 belangrijkste

36
Samengestelde vraag
  • Hoe heeft de Nederlandse arbeidersklasse het
    institutionele en socio-culturele gat tussen de
    verzuiling en de ver-Trossing tussen 1960 en 1985
    weten te overbruggen, en op welke manier heeft
    dat hun mediagebruik in de jaren 80 veranderd?
  • -gt Probleem samengestelde vraag, en, of
    onduidelijk welke vraag beantwoord moet worden.
  • -gt Oplossing formuleer een enkelvoudige vraag.

37
Gesloten vraag
  • Lijden kinderen op lagere scholen onder
    internetpesten?
  • -gt Probleem ja/nee vraag roept geen
    achterliggende oorzaak op.
  • -gt Oplossing formuleer een hoe (op welke
    manier) of een waarom vraag gericht op de
    ervaringen.

38
Toekomstvraag
  • Als 3D-tv op de markt wordt geïntroduceerd is er
    dan vraag naar bij de consumenten?
  • -gt Probleem als-dan of heeft de
    toekomst? het antwoord op deze vraag ligt in de
    toekomst (hypothetisch), en dus niet
    onderzoekbaar ivm dataverzameling.
  • -gt Oplossing zoek naar een onderzoekbare vraag.

39
Onduidelijke vraag
  • Welk effect heeft globalisatie op Nederland?
  • -gt Probleem begrippen onduidelijk geeft geen
    richting van onderzoek aan waar te beginnen?
  • -gt Oplossing gebruik begrippen waarmee je aan
    de slag kunt.

40
Schaal vraag
  • In welke mate beïnvloedt het gebruik van MSN /
    SMS het taalgebruik van de jeugd?
  • -gt Probleem schaal vraag, in welke mate? of
    in hoeverre?, beantwoordbaar met bijvoorbeeld
    heel veel.
  • -gt Oplossing herformuleer de stelling in de
    vorm van een vraag naar een proces of mechanisme.

41
Literatuursuggesties
  • Feijen,E. Trietsch, P., Snel afstuderen. Stap
    voor stap naar een geslaagde scriptie, Couthino,
    Bussum, 2007.
  • Oosterbaan, W., Een leesbare scriptie, Gids voor
    het schrijven van scripties, essays en papers,
    Prometheus/NRC Handelsblad, Amsterdam/Rotterdam,
    2004.
  • Oort, H., Markenhof, A., Een onderzoek
    voorbereiden, HB uitgevers, Baarn, 2002.
  • Padmos, B., De scriptie supporter. Een
    doeltreffende aanpak van je scriptie, Garant,
    Antwerpen/Apeldoorn, 2001.
  • Soudijn, K.A., Onderzoeksverslagen schrijven,
    praktische handleiding bij het schrijven van
    scripties en andere werkstukken voor hbo en wo,
    Bohn Stafleu van Lochum, Houten, 2005.
  • Tol-Verkuyl, E.M., Van opzet tot opmaak.
    Stappenplan voor het maken van verslagen en
    scripties, Courthino, Bussum, 1997.

42
Huiswerksuggestie
  • Lees hoofdstuk 12, 13 en 14 van Sheila Cameron,
    vaardigheden voor studie en loopbaan
  • Lees Hoofdstuk 5 van, een onderzoek
    voorbereiden, Heinze Oost, Angela Markenhof, HB
    uitgevers, Utrecht, 2002
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com