Title: PowerPoint-presentatie
1Hoorcollege 34 Populatiegenetica
2Latrodectus sp. Australian red-back spider
3Bicyclus anynana
?droge seizoen
natte seizoen ?
4(No Transcript)
5Rumex droog (links) Rumex overstroomd (rechts)
6pepermot
7Verspreiding Biston betularia
8Sikkelcelanemie
9Fenotypische variatie
10 Hoe ontstaan verschillende eigenschappen ?
11Wat moeten we aan informatie hebben om de
voorbeelden te begrijpen, te verklaren, te
voorspellen?
1. Individuen vertonen variatie in eigenschappen
2. Variatie is tenminste voor een deel erfelijk
3. Individuen planten zich voort, produceren
nakomelingen
4. Variatie in eigenschappen gaat samen met
variatie in aantal nakomelingen variatie in
fitness
5. Variatie in fitness is het gevolg van de
interactie tussen fenotype en milieu
121. Variatie
- Binomiale variatie vs. kwantitatieve variatie
132. Erfelijk
- Overerving volgens Mendel
- Kwantitatief heritabilities (quantitative
genetics)
14(No Transcript)
154. Variatie in fitness
Fitness relatieve bijdrage van elk genotype aan
de volgende generatie
reproductie
overleving
Relative fitness
Gemiddelde populatie fitness
Inclusive fitness
16Fitness van een genotype/fenotype houdt in het
aantal succesvolle ( reproductieve) nakomelingen
van dat genotype/fenotype in de volgende
generatie. Dit aantal is onderworpen aan selectie
op kenmerken van dat genotype zoals die tot
uitdrukking zijn gebracht in het fenotype en dit
leidt tot aanpassing
17 5. Variatie in fitness is het gevolg van de
interactie tussen fenotype en milieu
18malaria
sikkelcel gen
19Insecticide productie
insecten resistent tegen tenminste 1 insecticide
20Natuurlijke selectie resulteert uiteindeijk in
adaptatie
21(No Transcript)
220,8
0,7
0,6
0,5
0,4
survival
0,3
0,2
0,1
0
Nu
Ny
Po
Ru
diet
a
0,9
a
0,8
b
b
Jaw width
0,7
0,6
0,5
Nu
Ny
Po
Ru
Host
2325
a
20
b
15
leaf toughness
10
d
c
5
0
Ru
Nu
Ny
Po
host plant
24How to reveal differences between
individuals among each other, within groups,
between groups.
25Om te begrijpen hoe het proces van micro-evolutie
daadwerkelijk tot stand komt is begrip nodig
van het spel van allelen, genotypen en fenotypen
26(No Transcript)
27- Voorwaarden Hardy-Weinberg evenwicht
- De soort is diploïd
- De voortplanting is sexueel
- Er is random paring in de populatie
- Generaties zijn niet overlappend
- De populatie is oneindig groot
- Er vindt geen selectie plaats
- Er is geen mutatie
- Er is geen migratie
28Hardy-Weinberg evenwicht
AA Aa aa p2 2pq q2
29Hardy-Weinberg theorie
genetic structure of second generation
genetic structure of parent population
30Wat betekent Hardy-Weinberg evenwicht eigenlijk?
- Als allelfrequenties niet veranderen,
- als alle individuen in een populatie random
(dwz. met een even grote kans) met elkaar
paren, - dan
zijn de genotype frequenties in de
ouderpopulatie gelijk aan de genotype
frequenties in de nakomelingen populatie
31AA 80 Aa 10 aa 10 Is hier sprake van HW
evenwicht?
STAP 1
Wat is de allelfrequentie?
A p (2 x 80 10)/200 0.85 a q (2 x 10
10)/200 0.15
STAP 2
Wat zijn de verwachte HW frequenties?
p2 0.85 x 0.85 0.7225 2pq 2 x 0.85 x 0.15
0.255 q2 0.15 x 0.15 0.0225
STAP 3
Wat zijn de verwachte HW aantallen?
AA 0.7725 x 100 72.25 Aa 0.255 x 100
25.5 aa 0.0225 x 100 2.25
32STAP 3
Wat zijn de verwachte HW aantallen?
AA 0.7225 x 100 72.25 Aa 0.255 x 100
25.5 aa 0.0225 x 100 2.25
Wijken verwachte en waargenomen getallen
significant van elkaar af?
STAP 4
?2 (80-72.25)2/72.25
(10-25.5)2/25.5
(10-2.25)2/2.25 36.94
df 1 krit. Waarde 3.841
STAP 5
Conclusie?
Genotype frequenties zijn niet in Hardy-Weinberg
evenwicht!!!!!!!
33Voorwaarden Hardy-Weinberg
genotype frequenties ouderpop.
MUTATIE
MIGRATIE,
allel frequenties ouderpop.
NON-RANDOM PARING
parings frequenties
genotype frequenties bij geboorte
genotype frequenties nakomelingen
34Selectie
Mutatie
Migratie
- gene flow
- migratie-selectie evenwicht
Genetische drift
- toeval
- grootte afhankelijk van populatie grootte
Niet-random paring
- assortatieve paring (pos. of neg.)
- inteelt
35POPULATIE GENETISCHE MODELLEN Verandering van
allel frequenties
v.b. directionele selectie tegen recessieve
homozygoot
p2 2pq q2(1-s) p2 2pq q2 sq2
1 sq2
gemiddelde fitness
36frequentie genotypen na selectie
frequentie A na selectie
p f(AA) f(Aa)/2
p2/(1-sq2) (2pq/(1-sq2))/2
(p2 pq)/(1-sq2)
?p p p spq2/(1-sq2)
37SELECTIE
- Directioneel
- Stabiliserend
- Disruptief
- Frequentie-afhankelijk
38(No Transcript)
39Voorwaarden Hardy-Weinberg
genotype frequenties ouderpop.
MUTATIE
MIGRATIE,
allel frequenties ouderpop.
NON-RANDOM PARING
parings frequenties
DRIFT
genotype frequenties bij geboorte
genotype frequenties nakomelingen
40Mutatie
- Punt mutaties
- Subtituties
- Translocaties
- Synoniem vs. non-synoniem
mutatie-selectie evenwicht
q ? (u/s) voor recessieve allelen
q (u/s) voor dominante allelen
genetic load (Wmax W)/Wmax
41Zijn mutaties nu goed of slecht?
Mutaties worden vaak als iets negatiefs gezien -
veel ziektes zijn veroorzaakt door mutatuties
- Het merendeel van alle mutaties zijn neutraal,
zonder effecten op het fenotype - neutral theory of molecular evolution (Motoo
Kimura) neutrale mutaties creëren een
onzichtbaar reservoir voor genetische diversiteit
!
Mutaties zorgen voor genetische variatie en
soortvorming
42- Hoe bijzonder zijn mutaties ?
- ééncelligen 2 of 3 op de 1000 ééncelligen
hebben een mutant die de cels fenotype
(uiterlijk) verandert - de mens elk mens bevat gemiddeld 1.6 nieuw
gen - mitochondriaal DNA 1.6 x 10-7 mutaties per
locus per generatie
43Puntmutaties Sikkelcelanemie
44Voorwaarden Hardy-Weinberg
genotype frequenties ouderpop.
MUTATIE
MIGRATIE,
allel frequenties ouderpop.
NON-RANDOM PARING
parings frequenties
DRIFT
genotype frequenties bij geboorte
genotype frequenties nakomelingen
45Selectie
Mutatie
Migratie
- gene flow
- migratie-selectie evenwicht
Genetische drift
- toeval
- grootte afhankelijk van populatie grootte
Niet-random paring
- assortatieve paring (pos. of neg.)
- inteelt
46De toevoeging van migratie in Hardy-Weinberg
47Migratie kan allel- en genotype frequenties
veranderen
48Drift kan allel- en genotype frequenties
veranderen
49Bottleneck effect
50Selectie
Mutatie
Migratie
- gene flow
- migratie-selectie evenwicht
Genetische drift
- toeval
- grootte afhankelijk van populatie grootte
Niet-random paring
- assortatieve paring (pos. of neg.)
- inteelt
51(No Transcript)
52De kans op inteelt is groter in kleine populaties
Frequentie heterozygoten in overblijvende
populaties met verschillende populatiegrootte na
meerdere generaties na random kruisingen
53Homozygoten worden doorgaans geassocieerd met
slechtere overlevingskansen van individuen
(inteelt depressie) en op de langere termijn
kunnen door de lagere genetische variatie
individuen zich bijv. moeilijker aanpassen aan
veranderingen in de omgeving. Aan de andere kant
kan inteelt leiden tot het purgenvan slechte
eigenschappen en tot specialismen
Inteelt verhoogt de kans op slechte eieren in
mezen
54Het spel der allelen is meestal veel complexer
dan nu gesuggereerd waarbij er geen directe
relatie is tussen allel, genotype en het
bijbehorende fenotype Meestal zijn er
geleidelijke overgangen Het bewijs dat
eigenschappen door meerdere genen worden bepaald
55Kwantitatieve genetica verklaard met Mendelse
genetica