WELKOM

1
WELKOM
2
Deel 2 opleiding
3
De sprekers

• Dhr. Laurent Vercruysse, Cedicol (Informazout)
• Dhr. Rudi Thijs, KVBG (Technigas)

4
Programma deel 2

• Nieuwe technieken met stookolie
• Condenserende stookolieketels
• Stookoliebranders met Low NOx
• Nieuwe technieken met aardgas
• Schouwaanpassingen
• bij toepassing van nieuwe ketels
• met lage rookgastemperaturen
• Condenserende aardgastoestellen

5
Nieuwe technieken voor stookolieketels
6
Nieuwe technieken met stookolie

• Condenserende stookolieketels
• Stookoliebranders met Low NOx - techniek

7
Condensatieketels op stookolie
8
De verbranding
9
Condensatie, hydraulisch principe
ingang gietijzeren blok
10
Invloed van de retour temperatuur
11
Interessant, ook in geval van radiatoren
12
Interessant, ook in geval van radiatoren

• Grote impact van de retourtemperatuur op de
  hoeveelheid condensatie
• Hoog rendement, zelfs met regime 75/60C
• Mogelijk bij renovatie
• Belangrijk
• Uitschakelen van alle systemen die koude retourT
  voorkomen.

13
Zonne energie en warmtevraag
Zonne straling
Warmtevraag verwarming
Warmtevraag SWW
14
Opbouw van een zonne installatie
15
Opbouw van een zonne installatie
FM 442 FM 443
16
Zonnecollectoren - Bevestiging
17
Kwaliteit van de SWW boiler
18
Belang van de regeling

• Coördinatie Collector / Ketel
• Geeft de zonnewinst aan
• Geeft de evolutie van de buitentemperatuur aan

19
Voorbeeld vóór renovatie
20
Voorbeeld nà renovatie
21
2de voorbeeld nà renovatie
22
Nieuwe brandertypes
3 bronnen van NOx
23
1. Verlaging NOx
Thermische NO
Mechanisme van Zeldovitch (gekend
sinds 1946)
O N2 ? NO N N O2 ?
NO O
Snelheid vorming NO f(T).N2.O21/2
24
2. Luchtovermaat verminderen
25
3. Productie van CO verminderen

• Volledig verbranding
• C O2 CO2
• Warmteproductie 33,830 MJ/kg koolstof
• Onvolledig verbranding
• Zuurstof tekort
• C ½ O2 CO
• Warmteproductie 10,22 MJ/kg koolstof

26
4. Kleiner roetgetal
Ketel blijft proper
27
Verbranding recirculatiebrander
Ontsteking in druppelfase
28
Verbranding vergassingsbrander
Vergassing elektrodes in gasfase
29
Nieuwe technieken in aardgastoestellen
Normen NBN D 51-003 NBN B 61-002
30
NIEUWE TECHNIEKEN GASTOEPASSINGEN

• Ketels type I2N
• Micro WKK
• Totaalconcepten

31
Suggested Label
32
Proposed Label Space heating
33
Minimum Requirements 2009 - Space heating
34
Minimum Requirements 2011 - Space heating
35
Minimum Requirements 2012 - Space heating
36
CONDENSERENDE AARDGASKETEL

• Verschil tussen calorische onder- en bovenwaarde
  van aardgas 10,9
• Toepassing van premixbranders
• Modulatiebereik van de ketel (24 kW voor SWW)

37
Het afvoer kanaal is afhankelijk van het type
verwarmingstoestel

• Voor gesloten toestellen type C maakt het
  afvoerkanaal deel uit van de CE keuring. Enkel de
  gekeurde combinaties (toestel en afvoerkanaal)
  kunnen toegepast worden.
• Voor open toestellen type B kan het afvoerkanaal
  onafhankelijk worden gekozen van het toestel.

38
In nieuwbouw en bij grondige renovaties worden
meestal gesloten toestellen type C met
bijbehorende aan- en afvoerkanaal geplaatst.
Voorbeeld
39
In bestaande woningen moeten we rekening houden
met de bestaande schoorstenen
40
AFVOERKANALEN MET NATUURLIJKE TREK

• WERKING
• De verbrandingsproducten moeten tot boven het
  gebouw worden gevoerd ? er is hiervoor energie
  nodig deze is natuurlijk of mechanisch.
• De natuurlijke energie vindt zijn oorsprong in
  het verschil in soortelijke massa tussen de
  verbrandingsproducten (warme gassen) en de
  omgevingslucht (de koude lucht).

41
AFVOERKANALEN MET NATUURLIJKE TREK

• THERMISCHE TREK
• In een mengsel van verbrandingsproducten en
  omgevings-lucht, zullende warme
  verbrandingsgassen stijgen.
• Belangrijk de stuwkracht mag niet te veel
  afnemen vooraleer de verbrandingsproducten de
  schoorsteen op het uiteinde verlaten
• ? de temperatuur van de verbrandingsproducten in
  de schouw mag niet dalen tot een waarde waarbij
  het stuweffect en de snelheid tot nul daalt
• ? indien de waterdamp in de verbrandingsgassen
  afkoelt tot onder het dauwpunt treedt er
  condensatie op.

42
AFVOERKANALEN MET NATUURLIJKE TREK

• KRITISCHE OMSTANDIGHEDEN
• Bij het opstarten van het toestel is de schouw
  relatief koud en is de vereiste stuwenergie
  maximaal.
• Een goede schouw zal vlug warm zijn en voldoende
  thermische trek leveren ? schoorsteen met kleine
  inertie.
• Isolatie van de schoorsteenwanden en rechtlijnige
  verticaliteit hebben een grote invloed op de trek
  van de schoorsteen.

43
AFVOERKANALEN MET NATUURLIJKE TREK

• TEMPERATUURVERLOOP IN EEN SCHOORSTEEN ONDER
  VERSCHILLENDE OMSTANDIGHEDEN
• NIET GEïSOLEERDE SCHOORSTEEN

44
AFVOERKANALEN MET NATUURLIJKE TREK

• TEMPERATUURVERLOOP IN EEN SCHOORSTEEN ONDER
  VERSCHILLENDE OMSTANDIGHEDEN
• GEÏSOLEERDE SCHOORSTEEN

45
AFVOERKANALEN MET NATUURLIJKE TREK

• TEMPERATUURVERLOOP IN EEN SCHOORSTEEN ONDER
  VERSCHILLENDE OMSTANDIGHEDEN
• SCHOORSTEEN MET VERANDERING VAN RICHTING

46
AFVOERKANALEN MET NATUURLIJKE TREK

• CONTROLE VAN DE TREK VAN EEN AFVOERKANAAL
• Voor open gastoestellen type B kan de controle
  het makkelijkst worden uitgevoerd ter hoogte van
  de trekonderbreker terugslag kan bv. met behulp
  van een spiegel zichtbaar worden gemaakt.
• Voor gesloten gastoestellen type C wordt de trek
  gemeten in het rookgaskanaal.
• De trek van het afvoerkanaal wordt gemeten met
  een anemometer of een onderdrukmeter.

47
AFVOERKANALEN MET NATUURLIJKE TREK

• Controle van de trek van een afvoerkanaal

48
AFVOERKANALEN MET NATUURLIJKE TREK

• Controle van de trek van een afvoerkanaal

49
GEMEENSCHAPPELIJKE AFVOERKANALEN
Gemeenschappelijk enkelvoudig Ingebouwd
afvoerkanaal

• Huidige norm NBN D51-003 maximum 3 niveaus op
  het gemeenschappelijk kanaal
• Vroegere versies van de norm max. 5 niveaus op
  het gemeenschappelijk kanaal
• Alleen voor B11BS toestellen

Onmogelijk om dit type afvoerkanaal te tuberen
50
GEMEENSCHAPPELIJKE AFVOERKANALEN
Gemeenschappelijk meervoudig ingebouwd
afvoerkanaal (Shuntschoorsteen)

• Huidige norm NBN D51-003 maximum 3 niveaus op
  het gemeenschappelijk kanaal
• Vroegere versies van de norm 5 tot 7 niveaus op
  het gemeenschappelijk kanaal
• Alleen voor B11BS toestellen

Onmogelijk om dit type afvoerkanaal te tuberen
51
RECHTSTREEKSE AANSLUITING
Onmogelijk om dit type afvoerkanaal te tuberen
52
TECHNISCHE PROBLEMEN MET SOMMIGE BESTAANDE
SCHOORSTENEN

• De schoorsteen wijkt veel af van het ideaal
• perfect vertikaal, zonder bochten
• voldoende hoog,
• rond en onveranderlijke sectie,
• thermisch geïsoleerd,
• geringe thermische inertie,
• dicht en ondoorlaatbaar (geen barsten)
• Temperatuur verbrandingsproducten
• ketels van de jaren 60en 70 gt200C
• huidige hoogrendementsketels 100 à 130C
• huidige condensatieketels 50 à 75C
• Minder thermische trek met nieuwe toestellen

53
TECHNISCHE OPLOSSINGEN

• Tuberen van het afvoerkanaal voorwaarden
• sectie van afvoerkanaal is voldoende
• geen grote verslepingen
• condenswaterafvoer mogelijk
• Individueel afvoerkanaal
• Mechanische afzuiging van verbrandingsproducten
• (elektrisch verbruik vergrendelingen voor
  veiligheid)
• Nieuwe technologieën toepassen bv hydrofoberen
• (duur en beperkte levensduur - circa 10 jaar)

54
SPECIFIEKE EISEN VOOR CONDENSATIEKETELS

• Waterafvoer voor het afvoerkanaal
• aan te brengen bij elk afvoerkanaal waarin zich
  condensaten kunnen vormen
• op het laagste punt wordt via een stankafsluiter
  een verbinding gemaakt met het rioleringssysteem
• de materialen die in contact komen met de
  condensaten moeten zijn bestand tegen corrosie..

55
SPECIFIEKE EISEN VOOR CONDENSATIEKETELS

• Waterafvoer van een afvoerkanaal waarop een
  condenserend toestel is aangesloten

56
TOESTELLEN TYPE C3S(vanaf nu C9)

• Individueel systeem.
• De afvoerleiding van de verbrandingsproducten is
  geplaatst in het luchtdichte afvoerkanaal dat
  deel uitmaakt van het gebouw.
• De verbrandingslucht wordt aangezogen via de
  ruimte rond de afvoerleiding.

57
TOESTELLEN TYPE C3S(vanaf nu C9)