Title: Symbiose = langdurig samenleven van individuen van verschillende soorten
1- Symbiose langdurig samenleven van individuen
van verschillende soorten
Samenlevingsrelaties Symbiose
2Relaties Er zijn relaties tussen soorten
(interspecifiek) en er zijn relaties tussen
organismen van dezelfde soort (intraspecifiek)
Parasitisme
Commensalisme
Symbiose
Interspecifiek
Mutualisme
Relaties
Concurrentie
Intraspecifiek
Coöperatie
3Symbiose langdurig samenleven van individuen
van verschillende soorten
gastheer gast
mutualisme voordeel voordeel
commensalisme - voordeel
parasitisme nadeel voordeel
4Mutualisme
- Nijlkrokodil
- Eet normaal beesten
- Staat vogel toe in zijn mond rond te lopen
- Krokodilvogel
- Verwijdert parasieten uit mond krokodil
- Verwijdert en eet voedselresten
- Eet parasieten (o.a. bloedzuigers)
5Mutualisme
- Heremietkreeft
- Krijgt bescherming van anemoon vanwege stekende
tentakels - Zeeanemoon
- Krijgt voedselresten van kreeft
6Mutualisme
- Buffel
- Laat de vogel eten
- Ossenpikker
- Eet teken en andere parasieten van de huid
- Waarschuwt de buffel voor gevaar
7Mutualisme
- Korstmossen, bestaan uit
- 1) Algen
- Maken organische stoffen (suikers) m.b.v.
fotosynthese - 2) Schimmel
- Zorgt voor water en mineralen
- Komt via alg aan organische stoffen
8Mutualisme mycorrhiza
mycorrhiza met larix
mycorrhiza met berk
holsteelboleet
Schimmel Levert voedingsstoffen
(mineralen) Boom Maakt m.b.v. voedingsstoffen
organische stoffen (suikers)
vliegenzwam
9Commensalisme
- Clownvis
- Schuilplek tussen zeeanemoon
- Heeft slijmlaag tegen netelcellen anemoon
- Zeeanemoon
- Geen voordeel, geen nadeel
10Commensalisme
- Zuigvis
- Reist mee met haai
- Haai
- - Geen voordeel of nadeel
11Parasitisme
12Plantaardige parasieten
Vogellijm of maretak onttrekt water en
voedingsstoffen aan de gastheer
13Symbiose langdurig samenleven van individuen
van verschillende soorten
gastheer gast
mutualisme voordeel voordeel
commensalisme - voordeel
parasitisme nadeel voordeel
14Niveaus van de ecologie
1.Individu (bv. Een olifant)
2.Populatie ( kudde olifanten) ? onderling
voortplanten
3.Levensgemeenschap (populatie olifanten met
populatie leeuwen)
4.Ecosysteem (levensgemeenschap en a-biotische
factoren samen ) 5.Biosfeer (alle ecosystemen
aarde samen)
15- Biotoop uniform gebied, geschikt voor bepaalde
organismen bijv. naaldbos - Habitat de werkelijke ruimte bijv. de waterkant
- Niche (nis) functionele plaats in een
biotoop/ecosysteem bijv. Voedsel, holen graver,
roofdier etc.
Binnen het habitat bezet elk individu een deel
van het gebied een territorium
16Voorbeeld de rode eekhoorn
- Biotoop gemengde bossen en naaldbossen
- Habitat in en om de bomen
- Niche eten van nootvruchten, verstoppen hiervan
(zaadverspreiding), voedsel voor roofvogels en
vossen. Concurrent voor wilde zwijnen, muizen