Title: Onderzoekgegevens betreffende de Psycho-Sociale Aspecten van Aangepaste Bewegingsactiviteiten
1Onderzoekgegevens betreffende de Psycho-Sociale
Aspecten van Aangepaste Bewegingsactiviteiten
2De psychosociale aspecten zijn misschien wel de
meest belangrijke aspecten van APA
- maar misschien worden die ook wel het meest
vergeten!
3Fysieke handicap
- Wat zijn de voordelen van sportactiviteiten op
psychologisch en sociaal vlak voor iemand met een
fysieke handicap? (blind, doof, geamputeerd ,
hartziekten, enz.) - zeer goed beeldmateriaal de bekroonde film
( Medal of Peace van de United Nations)
Ik ben niet gehandicapt
4Psychologische problemen
- Wat zijn de voordelen van deelname aan aangepast
bewegen en sporten (Psychomotorische therapie)
voor iemand met psychologische problemen?
(depressie, anorexia nervosa, schizofrenie) ?
5Verstandelijke handicap
- Wat zijn de positieve aspecten van sport en
aangepast bewegen bij personen met een
verstandelijke handicap?
6Deze drie groepen personen met een handicap
- zullen het onderzoeksonderwerp zijn binnen dit
psychosociaal domein
7Onderzoeksgegevens zijn meestal gebaseerd op
vragenlijsten
- Als ik wil weten wat een persoon met een handicap
denkt over deelname aan sporten, dan moet ik hem
dit vragen - dus, omdat dit de enige manier is, zijn alle
gegevens gebaseerd op de meningen van die
personen zelf - maar deze impressies zijn de enige die betekenis
hebben, aangezien niemand anders daar in hun
plaats over kan oordelen
8Anderzijds zijn er ook nadelen verbonden aan
vragenlijsten
- vertellen de personen de waarheid?
- begrijpen zij de vragen?
- zijn ze voldoende gemotiveerd om de vragenlijsten
op een ernstige manier in te vullen?
9Persoonlijkheid, gedrag en sociale aanpassing bij
personen met een handicap
- R. Shephard (Fitness in Special Populations)
Human Kinetics, 1990, pp.201-221)
10Sociale Problemen bij personen met een handicap
- Het individu met een handicap wordt vaak
ontmoedigd tijdens activiteiten in het dagelijks
leven. Het onderwijs wordt belemmerd,
tewerkstellingsvooruitzichten zijn beperkt, en
het individu moet vaak het hoofd bieden aan
stigmatisatie en stereotypering.
11Stigmatistie
- Een fysieke handicap creëert een zichtbaar stigma
dat het sociaal leven vaak in diskrediet brengt,
en dat anderen ertoe aanzet de gehandicapte te
mijden (Aufesser, 1982, Hunt, 1966) - vaak worden gehandicapten beschouwd als
onproductieve personen of personen met sociaal
afwijkend gedrag. Bepaalde beschavingen
beschouwden hen als door de godheid of door een
heks gestraft, of als bezeten door de duivel
(Adedoja,1987, Goffman, 1963)
12Helaas blijken ook kinderen vaak negatieve
stereotiepe gedachten te hebben over gehandicapten
- Over het algemeen worden sensoriële handicaps het
minst gestigmatiseerd - fysieke handicaps zijn de volgende in de rij, en
personen met mentale handicaps worden het meest
uitgesloten - de oorzaak van de handicap beïnvloedt eveneens de
visie erop - verrassend genoeg kan dit proces ook
plaatsgrijpen binnen de gehandicapten onderling
13Stereotypering
- Vaak zijn stereotiepe gedachten een waargenomen
tekort aan fysieke aantrekkingskracht,
intelligentie en bekwaamheid - in vele gevallen is het hele stereotype onjuist
en ongepast - de gehandicapten worden naar speciale scholen en
beschermde werkplaatsen gestuurd, hoewel ze
eigenlijk goed zouden kunnen functioneren in
normale onderwijssystemen en tewerkstellingsplaats
en
14negatieve stereotypes hebben mede geleid tot
conflicten over eigendomsrechten van
atletenwedstrijden
- Sommige valiede atleten wilden rolstoelatleten
uitsluiten van evenementen als de marathon - zon uitsluiting heeft onmiddellijk een nadelige
effect op de meeste gehandicapte deelnemers, die
beoordeeld willen worden op hun globale
competitieve prestaties, eerder dan als blinde of
paraplegische patiënten
15Levensstijl en Handicap
- De sociale problemen waar gehandicapten mee
geconfronteerd worden, zijn vaak oorzaak van
reactieve depressie en deze kan leiden tot een
ongezonde levensstijl (tabak-, alcohol- en
drugmisbruik) (Nelipovich, 1983 Nelipovich
Parker, 1981)
16Tewerkstelling
- Ondanks negatieve vooroordelen van vele
werkgevers, zijn veel zogezegdekreupelen beter
gemotiveerd en productiever dan hun gezonde
collegas - niettemin blijven de tewerkstellingskansen voor
het gemiddeld gehandicapte individu toch relatief
gering
17 activiteiten (habitual activities)
- Over het algemeen daalt het plezier in
vrijetijdsbesteding bij individuen die een
ruggemergletsel opliepen (Price, 1987) - deelname aan sportactiviteiten daalde meestal
evenredig met de situatie waar het individu zich
vóór het trauma in bevond
18invloed van sportorganisaties voor personen met
een handicap
- Onder de verschillende klinische types van
handicaps, was de minst actieve groep deze van de
multiple sclerosis- patiënten (misschien omdat
er voor deze groep geen speciale
sportorganisaties bestaan)
19Rookgewoontes
- Het aantal rokers onder de rolstoelpatiënten
overschreed het gemiddelde in hoge mate - de zware rokers waren voornamelijk die met een
type B persoonlijkheid op de Rosemann schaal
zij hadden meestal een externe controle locus, ze
waren ook goedgelovig , verlegen en hadden een
laag-gemiddelde intelligentie
20alcohol verbruik
- Het is heel moeilijk om accurate informatie te
verkrijgen over alcoholverbruik door middel van
zelf-rapportering - Kofsky en Shephard vonden dat 68 van hun
steekproef van paraplegiekers zichzelf beschreven
als niet meer dan gelegenheidsdrinkers - slechts 12 gaf toe meer dan zes glazen alcohol
per week te drinken
21Persoonlijkheid van de gehandicapte persoon
- Onvermijdelijk hebben de sociale problemen
meestal een slechte invloed, zowel op de
levensstijl als op de manifeste persoonlijkheid
van de gehandicapte persoon - hoewel sommige gehandicapte atleten een even hoog
niveau van zelfverwezenlijking hebben als de
gezonde atleten
22gestoorde persoonlijkheid
- Vele gehandicapte individuen vertonen kenmerken
van slechte aanpassing, vertraagde emotionele
ontwikkeling, sociale vervreemding, depressieve
gevoelens, enz. - Onmiddelijk na het ruggemergletsel is de sterkte
van het ego zwak en de depressiescore zeer hoog - in de daaropvolgende maanden hebben ze grote
problemen om zich aan hun handicap aan te passen
23Fysieke activiteiten zouden een aanzienlijk
therapeutisch en psychologisch nut kunnen hebben
- Tijdens de vroege rehabilitatie-fase helpen ze de
patiënt een gevoel van zelfdoeltreffendheid te
ontwikkelen - en het bewustzijn dat hij niet noodzakelijk een
leven in totale inactiviteit en afhankelijkheid
moet aanvaarden - Deelname in sportcompetitie is ook belangrijk
voor vele gehandicapte personen, niet alleen
omwille van de fysieke voordelen
24Maar omwille van het sociaal aanzien,
goedkeuring en prestige die ermee gepaard gaan
- Deelname aan sportactiviteiten geeft uitzicht op
desinstitutionalisatie en reïntegratie in de
maatschappij van de niet gehandicapten - Tucker stelde vast dat de Cattell
persoonlijkheidstest bij fysiek gehandicapte
personen een hogere intelligentie, meer
introversie en een minder practische denkwijze
aantoonde dan bij gezonde subjecten
25Harper gebruikte de Minnesota Multiphasic
Personality Inventory (MMPI)
- En stelde vast dat gehandicapten bijzonder
vatbaar waren voor problemen van sociale
aanpassing - andere studies betrokken standaard psychologische
tests, lichaamsbeeldschalen, locus of control
tests en de norm van blinde atleten op
angst-niveaus en gemoedstoestanden - uiteraard waren de resultaten van deze
potlood-en papiertesten afhankelijk van de
betrouwbaarheid van de subjecten
26Aangezien de meeste studies cross-sectioneel waren
- is er geen bewijs of de verhoogde fysieke
activiteit verantwoordelijk is voor de gunstige
psychologische karakteristieken van groepen als
rolstoelatleten - dan wel of initieel gunstige psychologische
karakteristieken zulke subgroepen hebben
toegelaten om meer energieke activiteiten te
ondernemen, aan het begin van hun handicap
27Cattell Test Scores
- Bij deze persoonlijkheidstest konden Goldberg en
Shephard geen significante verschillen in test
scores vinden ten opzichte van de normale
populatie - rolstoelatleten werden echter onderscheiden van
meer sedentaire paraplegiekers op de factoren
intelligentie, zin voor avontuur en
vasthoudendheid
28Rolstoelatleten verschilden van de algemene
rolstoelpopulatie op factor H (verlegen versus
stoutmoedig)
- Dit zou als gevolg kunnen hebben dat veel
prestaties die de gehandicapte atleet kenmerken,
niet te wijten zijn aan de eigenheid van een
fysiologische gave - maar eerder aan een sterke persoonlijkheid
- en een prestatie-gerichte oriëntering die gezorgd
heeft voor de vaste wil om die zware trainingen
vol te houden
29Lichaamsbeeld
- Testen met het lichaamsbeeld geven ons een
numerieke uitdrukking van hoe men zichzelf
waarneemt, zowel op fysiek als op sociaal vlak - als het lichaamsbeeld laag is, ontstaat er een
belangrijke kloof tussen het ideaal en het
waargenomen lichaamsbeeld - vroegere onderzoeken suggereerden zelfdepreciatie
bij verschillende types handicaps
30Harper (1978) stelde vast dat gehandicapten vaak
problemen hadden met zelfperceptie en een slecht
lichaamsbeeld
- Hoewel men geen verschil kon vaststellen tussen
diegenen met congenitale en diegenen met
traumatische letsels - Brinkmann and Hoskins noteerden een laag
zelfconcept bij hemiplegische patiënten - na een trainingsperiode rapporteerden de
onderzoekers significante winst op verscheidene
subschalen van de Tennessee self-concept schaal
31Deze subschalen waren identiteit, het fysieke
ik, het persoonlijke ik en het sociale ik
- Patrick paste de aanvaarden-van-de-handicap-schaa
l en de Thennessee-self concept-schaal toe - 5 maanden na hun eerste wedstrijd, vertoonden
beginnende rolstoelatleten een significante
verbetering op deze schaal
32Het Kenyon/Mc Pherson instrument is één manier om
het lichaamsbeeld te meten
- Het ontwikkelt scores voor items als Mijn
lichaam is zoals ik het wil dat het is en De
echte ik uit een serie Likert schalen, die
contrasterende adjectieven omvatten, zoals mooi
en lelijk
33Goldberg en Shepard (1982) stelden vast dat
- De kloof tussen het vastgesteld en gewenste
lichaamsbeeld groter was bij gemiddeld actieve
gehandicapten met een ruggenmergletsel dan bij
hen die de status van rolstoelatleet bereikt
hebben
34Locus of Control
- de locus of control schaal onderzoekt de mate
waarin iemand denkt zijn of haar omgeving te
kunnen controleren - Men spreekt van externe locus of control wanneer
iemand een gebeurtenis beschouwt als
onvoorspelbaar, of als het resultaat van toeval,
kans of het lot - we kunnen spreken van interne locus of control
wanneer gebeurtenissen gezien worden als
afhankelijk van persoonlijk gedrag
35De locus of control bij rolstoel-afhankelijke
individuen is gewoonlijk extern
- De gemiddelde score is bijna tweemaal zo hoog als
deze beschreven bij jonge, gezonde mensen - de locus of control bij mensen met een
ruggenmergletsel werd niet beïnvloed door het
niveau van de lesie of door de fysieke
activiteiten die het individu gewoonlijk doet
36Zelfverwezenlijking
- Formele metingen van zelfverwezenlijking bij
elite ISOD deelnemers door middel van de
persoonlijke-oriëntatievragenlijst van
Shostrom toonden aan dat er een redelijk hoog
niveau van zelfverwezenlijking was - in vergelijking met niet-elite deelnemers
scoorden deze proefpersonen hoger
37Angst
- Vele groepen gehandicapten zoals de blinden zijn
ontzettend angstig in de beginperiode van hun
handicap - ze zijn bang dat ze niet in staat zullen zijn het
alleen vol te houden - verschillendene rapporten suggereren dat de
blinde deelnemers in het bijzonder angstig zijn
tijdens een wedstrijd omwille van een tekort aan
normale visuele informatie
38Profile of Mood States (POMS)
- De POMS test is een eenvoudige vragenlijst van
één bladzijde lang die onmiddellijk de
gemoedstoestand onderzoekt - gehandicapte atleten vertoonden het
ijsbergprofiel, typisch voor een gezonde
deelnemer - een hoge score op kracht en lage scores op
spanning, depressie, vermoeidheid en verwardheid
39Trainingseffecten
- Het spreekt vanzelf dat een gunstige
persoonlijkheid de mogelijkheid een training te
ondergaan verhoogt - en dat een verhoogde capaciteit om dagelijks
activiteiten te ondernemen en een onafhankelijk
leven te leiden een positieve invloed zou hebben
op het lichaamsbeeld en op het psychologisch
profiel... - Bij kinderen met een mentale achterstand had
deelname aan competitie (Special Olympics) een
heel positieve invloed op zelfbeeld en sociale
interacties
40Voor de fysiek gehandicapten
- Veel hangt af van de organisatie van een
trainingsprogramma met realistische doelen en
verwachtingen - begeleiders moeten rekening houden met inherente
veranderingen in de gemoedstoestand en ze moeten
vermijden excessief fysieke of emotionele eisen
te stellen die een zelfbeeld dat al fragiel is,
zouden kunnen verwoesten
41Bewegingsmotivatie
- De initiële recrutering van een activiteitenklas
en het blijven trainen vormen een groot probleem,
zelfs bij gezonde personen - goed opgezette programmas trekken minder dan 20
tot 30 aan van de volwassenen die in aanmerking
komen - en de helft van de gerecruteerde deelnemers geven
de georganiseerde activiteiten op binnen 6 maanden
42Houding ten opzichte van fysieke activiteiten
- Het Kenyon instrument onderzoekt de instrumentele
waarde voor het individu van een globaal concept
van beweging in zeven specifieke domeinen - een serie contrasterende adjectieven (bv.
goed/slecht) bepaalt de overeenkomende concepten
(bv. Beweging als middel voor fitness en
gezondheid)
43Delforge ( 1973) kon geen verschillen vaststellen
tussen gehandicapte en niet-gehandicapte studenten
- Goldberg and Shephard (1982) stelden vast dat
paraplegiekers vijf van de zeven schalen
waarnemen, net als gezonde individuen - rolstoelatleten waren méér dan de gewone
populatie geïnteresseerd in beweging om een kick
op te doenen beweging als een ascetische
ervaring
44De waargenomen motieven om deel te nemen
- M. Cooper (1986) gebruikte een gepaarde
vergelijkingstest om de belangrijkste motieven te
rangschikken waarom een gehandicapt individu aan
sport doet. - De eerste zeven redenen waren in volgorde de
wedstrijd-uitdaging, plezier en vreugde, liefde
voor de sport, fitheid en gezondheid, kennis en
vaardigheden i.v.m. sport, deelname aan sport en
de team sport atmosfeer
45Deze zeven items waren allemaal significant
belangrijker dan items als
- Sympathie voor de andere teamleden
- reizen
- sympathie voor de coach en
- status
46Socializatie in en via Sport
- Gehandicapten hebben meestal slechts geringe
sociale contacten en een beperkte integratie in
hun directe omgeving - mogelijke uitdrukking van slechte aanpassing zijn
schuchterheid en verlegenheid, angstig gedrag
en andere vormen van zich terugtrekken, zich
verbergen, de werkelijkheid ontkennen en
effectief zelfbedrog
47Deelname aan sport kan het integratieproces soms
positief beïnvloeden
- Maar of het effectief is, in het bijzonder op
lange termijn, is niet enkel afhankelijk van de
houding van het gehandicapt individu - maar ook van de reacties van de begeleiders
lichamelijke opvoeding en van de hele maatschappij
48De belangrijkste waargenomen stimuli tot deelname
aan sport bij een groep gehandicapte atleten
waren
- 1. Het initiatief van de individuele deelnemer
(29) - 2. De aanmoediging door gehandicapte vrienden
(27) - 3. Door gezonde, normale vrienden (27)
- 4. Of door de familie (9)
49Toch suggereerde Hopper (1986) dat
- Nog andere factoren zoals carrière en gelukkige
familiale omstandigheden nog een groter impact
zouden kunnen gehad hebben op zelfwaardering dan
succes in de rolstoelcompetitie