Title: De molenaar
1De molenaar
2Pagina 2
Index
- Voorwoord. Pagina 3
- Interview met molenaar de Groot uit
Oud-Alblas Pagina 4 - Wat doet een molenaar? Pagina 6
- De opleidingen. Pagina 7
- Hoe worden molens aangedreven? Pagina 8
- Wat voor soorten windmolens zijn er? Pagina 9
- Hoe werkt een molen? Pagina 13
- Wat betekenen de standen van de wieken? Pagina
15 - Nawoord. Pagina 17
- Bronvermelding. Pagina 18
3Pagina 3
Voorwoord
Ik heb als onderwerp de molenaar gekozen omdat ik
het altijd al leuk heb gevonden om te zien hoe
een molen draait. Als we geen beroep hadden
moeten kiezen dan had ik mijn werkstuk over een
molen gemaakt. Het beroep molenaar is al heel erg
oud. Ik ga in dit werkstuk vertellen hoe molens
werken want als je dat niet weet dan is het
moeilijk om te begrijpen wat een molenaar doet
. Ik ben in de bibliotheek gaan zoeken naar
informatie en heb daar drie boeken gevonden over
molens, ik heb op internet gezocht waar ik veel
plaatjes heb gevonden van allerlei verschillende
molens en ook heb ik op internet een interview
met een molenaar gevonden maar ik ben zelf ook
naar een molenaar toe geweest en wel naar meneer
de Groot die molenaar is van molen de Hoop in
Oud-Alblas. Hij en en zijn vrouw hebben mij veel
uitgelegd hoe een molen werkt en waar een
molenaar allemaal verstand van moet hebben.
4Pagina 4
Intervieuw
Met de heer Evert de Groot, 68 jaar, molenaar en
eigenaar van molen De Hoop te Oud-Alblas. Hoe
heeft u het vak geleerd? Ik heb het met veel
opletten van mijn vader en opa geleerd en ik heb
een cursus malerij en bakkerij gevolgd en examen
gedaan in Wageningen. Ik ben in deze molen
geboren en de molen is nu van mijn vrouw en
mij. Moest u vroeger uw vader helpen? Ik vond
school niet zo leuk en ik wou graag meehelpen in
de molen. Pas toen ik veertien was ging ik echt
in de molen werken. Toen ik zestien was ging ik
pas het zware werk doen en ging ik zakken van 50
kilo dragen. Is deze molen altijd al een
korenmolen geweest? Ja, maar vroeger maakten we
ook veevoer, toen kregen we de grondstoffen in
zakken van 75 kilo binnen. De grondstoffen
kwamen vaak per vrachtwagen, als het binnen was
maalden en mengden we het, daarna deden we het
weer in zakken en die zakken verkochten wij weer
in onze winkel. Mijn opa maalde het graan. Wat
voort soort molen is molen De Hoop? Dit is een
ronde stenen stelling korenmolen. Hiervan zijn er
nog 10 werkende in Nederland maar dit is de enige
die nog in privé bezit is, alle andere ronde
stenen stelling korenmolens zijn eigendom van een
stichting. Waarom zijn deze molens in een
stichting gezet? Het voordeel van een molen die
in een stichting zit is dat je veel makkelijker
geld krijgt om de molen te repareren of te
restaureren, ik krijg niet zo makkelijk geld om
mijn molen in goede staat te houden en dat is wel
eens jammer. Maar ik heb gelukkig in 2005 wel de
wieken kunnen vervangen met geld van mijn
subsidie, want het kostte 60.000 euro. Waarom
draaien de wieken linksom? De as waar de wieken
aanzitten was vroeger van hout gemaakt en deze as
was het sterkst als hij linksom draaide. Nu zijn
vaak de assen van staal en maakt het niet meer
uit welke kant de wieken op draaien, de meeste
moderne windmolens die elektriciteit opwekken,
draaien nu rechtsom dus met de wijzers van de
klok mee. Hoe snel draaien de wieken? De vlucht
van de wieken is 22.68 meter en als ze op hun
snelst draaien dan draaien ze in 1 minuut 20
keer rond waardoor ze een snelheid hebben van
bijna 100 km per uur
5Pagina 5
Hoe zwaar zijn de molenstenen? De molenstenen van
deze molen wegen 1200 kg per stuk. De molenstenen
moeten ook regelmatig gebild worden, dat
betekent dat de steen weer scherp gemaakt
wordt. Moet je veel van het weer weten als
molenaar? Jazeker, je moet met het weer kunnen
spelen. Je moet veel naar de lucht kijken en
bepaalde dingen weten, als het bijvoorbeeld gaat
vriezen dan gaat het zeker niet waaien. Ook moet
je op alles voorbereid zijn, als het te hard gaat
waaien of gaat stormen dan moeten de wieken
goed vastgezet worden omdat ze anders kapot
kunnen waaien of zelfs afbreken. Ook als het
dreigt te gaan onweren dan moet de
bliksem- afleider snel op de wieken gezet worden
want het is al vaak voorgekomen dat een molen is
afgebrand nadat de bliksem was ingeslagen. Wat
doet u nu nog in de molen ? Ik leid de molen nu
voor mijn plezier. Ik maal nog tarwe, gerst en
rogge voor thuisbakkers want er zijn best veel
mensen die zelf brood bakken. Ik lever geen meel
aan bakkers want ik kan niet elke dag malen, ik
ben afhankelijk van de wind . Hoe lang doet u
erover om een zak graan te vermalen? Bij
windkracht 5 doe ik er 10 minuten over om 75 kg
graan te vermalen. Hoe vaak draait de molen? De
molen draait als er genoeg wind staat. Hoe meer
de molen draait hoe meer subsidie dat je krijgt
van het rijk, dus laat ik de molen zo vaak
mogelijk draaien en de meeste mensen vinden dat
ook het mooiste om te zien. Maar ja als er geen
wind is staat de molen uiteraard stil. Wat deed
uw vader vroeger als er geen wind was? In de
jaren vijftig hadden we al een elektrisch gemaal
dus we konden ook draaien als er geen wind
was. Hoe oud is de molen? De molen werd in
1844-1845 gebouwd door meneer Slingerland uit
Bleskensgraaf. In 1914 werd de molenaars woning
tegen de molen aangebouwd Mijn familie werkt
sinds 1898 op deze molen. Woont u in de molen of
in het huisje ernaast? In een molen wonen gaat
bijna niet, als je naar een molen kijkt zie je
dat de muren allemaal schuin naar boven lopen en
daar samen komen. Als je binnen zit en je zou een
schilderij of een spiegel ophangen dan hangt deze
bijna 10 cm vrij aan de onderkant, dus daarom
wonen wij in het huisje ernaast, waar de muren
recht zijn.
Molen De Hoop
6Pagina 6
Wat doet een molenaar.
Waaruit bestaat het dagelijkse werk van een
molenaar. Eerst moet hij een opdracht binnen
hebben om graan te malen. Hij moet dan ook weten
wat voor soort meel het moet worden. Moet het
grof volkoren, volkoren, spelt of witte brood
meel worden, want als hij meel moet malen wat
voor witbrood gebruikt gaat worden dan moet hij
alle zeven maalstenen en goten heel goed
schoonmaken, want er mag natuurlijk geen stukje
grof volkoren in witte brood meel zitten. Daarna
moet hij zijn wieken gaan instellen, is de wind
niet erg hard dan spant hij zeilen op de wieken
zodat ze meer wind vangen. Deze zeilen moet hij
dan op een paar plaatsen aan de wieken bevestigen
waardoor hij een stuk in de wieken moet
klimmen. Daarna gaat hij de kap van de molen in
de wind draaien, dit wordt kruien genoemd. Als
het een bovenkruier is dan is het vaak niet zo
heel erg zwaar maar als de molen een onderkruier
is dan moet hij soms wel 30.000 kg draaien. Zodra
de windmolen in de wind staat kan de molenaar de
rem of vang eraf gooien waardoor de wieken gaan
draaien en alles in de molen in beweging gaat
komen. Nu kan hij de zakken met graan omhoog gaan
takelen met het luiwerk naar de
bovenste zolder. Hij kan dan de zakken met graan
storten in een soort trechter die uitkomt in een
soort gootje dat de graankorrels naar de
maalstenen stuurt. Hierna wordt het meel gezeefd,
als dit nodig is voor de soort meel die besteld
is. Als het bijvoorbeeld grof volkoren moet zijn
zal dit minder goed gezeefd worden dan als het
meel voor volkoren brood moet zijn. Nu hoeft de
molenaar alleen nog maar het meel in zakken te
doen en deze zakken af te sluiten met een soort
grote naaimachine of met een plakstrip. De zakken
meel worden daarna opgestapeld en zijn klaar om
naar de bakker te gaan die er dan weer brood van
maakt. De molenaar moet ook regelmatig zijn
molenstenen controleren of dat ze nog wel
goed werken en ze niet uitgehakt moeten
worden. Als de molenaar een poldermolen heeft is
zijn werk wat minder zwaar, hij hoeft alleen
de wieken in te stellen en zijn molen in de wind
te kruien waarna het schoepenrad de polder gaat
leeg malen. Hij moet natuurlijk wel weten tot
hoever het water in de polder moet zakken zodat
hij op tijd de molen moet stoppen om de polder
niet helemaal droog te malen. Maar wat alle
molenaars moeten doen is elke dag het inwendige
van hun molens goed verzorgen, alle tandwielen
onderhouden en de lagers smeren zodat hun molen
nog heel lang kan ronddraaien. Als de molenaar de
molen stil zet moet hij oppassen dat hij de
wieken goed zet want de standen hebben allemaal
een betekenis.
7Pagina 7
De opleidingen
Een molenaar heeft vele verschillende opleidingen
nodig om alles te mogen doen met een molen. Als
je een molenaar wilt worden heb je een diploma
via het Gilde van Vrijwillige Molenaars
nodig. Vroeger werd het beroep molenaar van
vader op zoon doorgegeven, en ook soms
van molenaar op knecht. Dit gebeurd bijna niet
meer, dat komt omdat er nog maar weinig beroeps
molenaars zijn in Nederland, nu moet bijna
iedereen een diploma halen. Om er voor te zorgen
dat liefhebbers van molens ook molenaar kunnen
worden Organiseert het Gilde van
Vrijwillige Molenaars opleidingen om
vrijwillige molenaar te worden. Een opleiding
bestaat uit praktijk en theorielessen. Onderwerpe
n die besproken worden zijn het weer,
verschillende molentypes en hun onderdelen ook
onderhoud en veiligheid worden natuurlijk
besproken. Als je examen wilt doen moet je een
bewijs hebben van de molenaar of instructeur
waarmee je mee hebt gelopen en het vak van hebt
geleerd. Als je examen wilt doen moet je minimaal
vier seizoenen met een molenaar meegelopen
hebben. En je moet minstens 150 uur onder
toezicht van een Gilde instructeur of een
geslaagd lid, meegelopen hebben op verschillende
molens, om praktijk ervaring op te doen. Van deze
150 uur moeten tenminste 30 uur praktijklessen
gevolgd zijn op een ander type molen of met een
molen met een andere functie dan de molen waar je
je vaste molenles volgt. Voor je aan de opleiding
wilt beginnen moet je minimaal een jaar betalend
lid zijn van het Gilde van Vrijwillige Molenaars
en je moet ook een toelatingsexamen afleggen.
Dit toelatingsexamen word afgenomen door leden
van het afdelingsbestuur. Als dit gebeurt is
wordt je voorgedragen bij de examencommissie van
De Hollandse Molen. Deze vereniging De Hollandse
Molen neemt ook het examen molenaar af, met dit
diploma ben je volwaardig molenaar. Je kan ook
bij deze vereniging de opleiding volgen tot
watermolenaar waarna je een volwaardig watermolena
ar bent.
8Pagina 8
Hoe worden molens aangedreven?
Er zijn drie verschillende soorten molens,
rosmolens, watermolens en windmolens. De molen
op het plaatje rechts is een watermolen. Deze
molen wordt aangedreven door een beek of door
een snelstromende rivier, deze beek draait dan
het grote waterrad rond en dit rad is met
allerlei assen en tandraderen verbonden met de
rest van de molen waar dan een zaagmachine of een
maalsteen word aangedreven. In het openlucht
museum in Arnhem staat een watermolen die een
papiermachine aandrijft en waar dus papier wordt
gemaakt. Maar ik ga het niet over een watermolen
hebben.
Op het plaatje hier links staat en
rosmolen. Zoals je kan zien wordt een rosmolen
aan- gedreven door een paard of een ezel. In
arme landen worden ze nog steeds gebruikt om
water uit de grond te pompen of het graan te
malen of olie te persen uit bepaalde zaadjes. In
het openlucht museum in Arnhem staat ook nog een
rosmolen waar olie werd geperst uit
lijnzaad. Maar ik ga het niet over een rosmolen
hebben.
Op het plaatje hiernaast staat een windmolen en
over deze molens en de daarin werkende molenaar
ga ik het hebben in dit werkstuk. Ik denk dat je
wel begrijpt dat deze molen door wind word
aangedreven. In een windmolen word vaak graan
gemalen om brood van te maken. Als je een
windmolen wil zien dan kun je naar Kinderdijk
gaan, daar kun je ook nog in een molen
kijken. Er zijn veel verschillende soorten
windmolens en over al die molens ga ik eerst wat
vertellen.
9Pagina 9
Wat voor soorten windmolens zijn er?
Er zijn 2 echt verschillende soorten
windmolens. De ene is de onderkruier en de andere
is de bovenkruier. Als de molenaar zijn
molenwieken in de wind draait heet dat
kruien. Bij een onderkruier draait de hele
molenkap mee dit is goed te zien bij een
standerdmolen. Het hele gevaarte met alle assen
en tandwielen erin draait mee wat een zware
inspanning is voor de molenaar. Want alles bij
elkaar kan de molen wel 35000 kilo wegen Bij een
bovenkruier draait alleen de bovenste kap van de
molen mee de wind in. Het gedeelte waar alle
tandwielen
en assen zitten
blijft bij deze molen gewoon op zijn
plaats staan.
De molenaar hoeft dan niet zon heel erg
grote inspanning te doen
om de wieken in de wind te
draaien.
Op de foto hiernaast staat een grondzeiler die
een bovenkruier is.
Bovenkruiers worden door molenaars
ook wel beermolens genoemd.
Bovenkruiers zijn ook weer
onder te verdelen want de plaats waar
de molenaar zijn
zeilen aan de wieken hangt is verschillend.
Bij
grondzeilers kan hij vanaf de grond bij zijn
wieken en kan hij
makkelijk zijn zeilen op de wieken
hangen.
Bij een berg- of beltmolen loopt er een
verhoogd stuk rondom de
molen om bij de wieken te
komen.
Bij een stellingmolen zit er rondom de molen een
gaanderij zoals
dat heet die vaak vele meters boven de
grond aan de molen is
bevestigd, hier kan de
molenaar dan bij zijn wieken. Bovenkruiers zijn
meestal van steen en worden dan stenenmolen
genoemd maar er zijn er ook veel die van hout
zijn en dan een achtkantige vorm hebben en deze
worden dan een koffiepot of achtkant
genoemd. Onderkruiers zijn Tjaskermolens ---
Spinnenkopmolens --- Standerdmolens ---
Wipmolens
Paltrokmolens --- en Weidemolens. Bovenkruiers
zijn Torenmolens --- Grondzeilers --- Berg- of
Beltmolens --- Stellingmolens
en Poldermolens. Op de volgende
paginas ga ik al deze molens apart beschrijven
zodat je ze makkelijk kan herkennen als je een
molen ergens ziet staan
Standerdmolen is een onderkruier
Grondzeiler is een bovenkruier
10Pagina 10
Als eerste ga ik de onderkruiers bespreken.
De tjaskermolen Een tjaskermolen is een hele
kleine molen, hij pompt de sloten rond de
weilanden met behulp van een schroef leeg. In de
winter haalden de boeren de molens uit elkaar en
legde ze in hun schuur en in de lente gingen ze
weer naar buiten. Deze molens werden het meest
gebruikt in Friesland, west Groningen en de kop
van Overijssel.
De spinnenkopmolen Een spinnenkopmolen komt nu
alleen nog in Friesland voor, vroeger stonden ze
ook in Groningen en Overijssel. De spinnenkop is
de kleinste soort wipmolen. Net als de
tjaskermolen was de spinnenkop altijd van een
boer, de spinnenkop was alleen sterker omdat de
onderkant met dakpannen bedekt was en hij was
dus ook duurder.
De standerdmolen De standerdmolen is vaak te
zien op middeleeuwse plaatjes omdat het de oudste
soort molen is. Alle standerdmolens zijn
korenmolens. Aan de achterkant worden de zakken
graan en meel opgehesen door een door de wind
aangedreven hijsas . Er zijn nog maar een paar
standerdmolens over, ze staan in Gelderland,
Noord-Brabant, Limburg, Zeeland en België.
De wipmolen Deze molen heeft zijn naam gekregen
doordat hij het water weg wipte. Aan de molen
hangt een scheprad om het water af te voeren. Het
bovenhuis van de molen kan draaien en onder in
grote wipmolens woont vaak de molenaar. De
eerste wipmolen is van begin 15e eeuw en het is
het oudste type watermolen.
11Pagina 11
De paltrokmolen De paltrokmolen is een
onderkruier en een houtzaagmolen. Hij werd
gebruikt voor het zagen van boomstammen en ander
licht zaagwerk. Hout om te zagen kwam meestal
over het water naar de molen toe. De paltrok
heeft zijn naam van de kleding die in het Duitse
Pfalz werd gedragen. Er zijn nog vijf
paltrokmolens in Nederland, vroeger waren er
honderden, de meeste stonden langs de rivier de
Zaan. De paltrokmolen op dit plaatje staat in het
openluchtmuseum in Arnhem.
De weidemolen De weidemolen is net als de
spinnenkopmolen en de tjaskermolen altijd van een
boer. Deze molen is heel veel gebruikt om de
weilanden droog te malen. De grote windvaan aan
de achterkant van de kop zorgt ervoor dat de
molen altijd goed op de wind staat, hierdoor was
het een heel simpele molen om te bedienen. De
molens kwamen voor in Noord- en Zuid-Holland.
Nu ga ik de bovenkruiers bespreken.
De torenmolen Een torenmolen is een ronde
stenen molen. De eerste torenmolen bestond al
voor 1450, ze staan nog in Gelderland en
Limburg. Een torenmolen is ouder dan de
poldermolen. De meeste torenmolens komen in het
buitenland voor en in Spanje staan de meeste die
dan wit geschilderd zijn.
12Pagina 12
De Grondzeiler Een grondzeiler kan je vanaf de
grond bedienen. Bij een Grondzeiler maakt de
hoogte niet uit ze vangen toch voldoende
wind. Als er bebouwing, een dijk of een heuvel in
de buurt is dan kiezen de bouwers niet snel voor
de bouw van een Grondzeiler maar eerder voor een
stellingmolen.
Berg- of Beltmolen Een Bergmolen die je ook
Beltmolen kan noemen is op een heuvel gebouwd en
die wordt gebruikt als stelling. Aan twee kanten
van de heuvel is een ingang waar een paard en
wagen doorheen konden rijden en er aan de andere
kant weer uit kwamen. Beltmolens zijn korenmolens.
De Stellingmolen Een stellingmolen is een molen
die in een stad of een dorp tussen de huizen
staat. De molen moet hoger zijn dan de huizen er
omheen om de wind op te vangen. Om bij de wieken
te kunnen moet je op een soort balkon (stelling)
gaan staan, vandaar de naam stellingmolen. De
hoogste molen ter wereld is een stellingmolen en
is een van de vijf stadsmolens van Schiedam, hij
is tot aan de bovenste wiek bijna 45 meter hoog.
Poldermolen Een Noord-Hollandse poldermolen is
bijna het zelfde als een Zuid-Hollandse
poldermolen maar de Zuid-Hollandse poldermolen is
wat anders van vorm, hij is zwaarder. Deze molen
is uit de 16e eeuw en is zelden ergens anders te
zien dan in Noord-Holland boven het IJ. Als er
in Noord-Holland feesten zijn worden de molens
altijd heel mooi versierd.
13Pagina 13
Hoe werkt een molen?
Bij een korenmolen is de voet meestal van steen,
maar er zijn ook houten onderstellen. Vanaf de
hoogte waar de stelling begint wordt vaak een
achtkantige constructie gemaakt, maar er komen
ook zeskantige molens voor, in Horn (Limburg)
staat zelfs een zestienkantige molen. Soms wordt
een molen op een heuvel of op een berg gemaakt en
soms zelfs in een heuvel. Het voordeel hiervan
is dat er geen stelling onder hoeft. In een
molen zijn verschillende zolders, zoals de
maalzolder, de steenzolder, de luizolder en de
kap- of smeer-zolder. Op de bovenste zolder de
kap- of smeerzolder is de (1) vang of rem. (2)
het bovenwiel. (3) de bovenas. (4) de kruiring
(5) de bonkelaar. (6) op de bovenste twee zolders
is de koningsspil. (7) het luiwerk waarmee
zakken graan omhoog en omlaag getakeld
worden.(8) het spoorwiel. (9) het
steenrondsel. (10) de steenspil. (11) de
steenkraan. (12) de kaar. (13) op de steenzolder
is het spoorwiel. (14) de maalstoel. (15) de
meelpijp of meelkoker. (16) het lichtwerk of
paard. (17) de maalzolder In een molen zitten
verschillende wieken die allemaal van hout zijn
gemaakt. Ze geven die draaiende beweging door
door middel van kammen en staven die dan
door elkaar draaien. De roede, met daaraan de
wieken, zijn met wiggen vast geklemd in de kop
van de bovenas. De kammen van het bovenwiel
grijpen in de kammen van de bonkelaar, hierdoor
gaat de koningsspil draaien.
14Pagina 14
Een stukje lager dan de koningsspil zit de
luitafel vast die samen met de luias met daaraan
het luiwiel en het gaffelwiel het luiwerk
vormt. Met windkracht kunnen de zakken graan of
meel op en neer getakeld worden. Nog iets lager
zit het spoorwiel, het spoorwiel geeft de
draaiing weer door aan het rondsel of
steenschijfloop hierdoor gaat de steenpil
draaien en de bovenste molensteen ook. De ligger
(de onderste steen) ligt stil. Deze twee stenen
liggen samen in een steenkuip, die stenen hebben
beiden waaiervormige kerven, het biltsel
genaamd. Als een molenaar een molen in gang gaat
zetten dan gaat hij eerst de windrichting
bepalen. Als dat gebeurd is worden de bliksem
afleider, de roedeketting en de krui- en
belegkettingen af- gekoppeld, daarna gaat hij
met het kruirad de kap met de wieken van de wind
kruien. Vervolgens klimt hij in de wieken om de
zeilen vast te maken. Om dat te doen maakt hij de
lussen aan verschillende haakjes vast op de
roeden. Dit klusje is afhankelijk van het type
molen. Het ligt aan de wind of de zeilen helemaal
of voor een gedeelte vast gemaakt zullen worden
op alle vier de wieken of op twee tegenover
elkaar staande wieken. Er zijn ook molens die een
constructie hebben waarmee er geen zeilen hoeven
te worden versteld. Er zijn bijvoorbeeld in het
noorden van het land molens voorzien van een
jaloezieconstructie. Ook zijn er wieksystemen
waarbij gebruik wordt gemaakt van kleppen. En
tenslotte is er ook nog een gecombineerd systeem
met aan de voorkant van de roe een soort klep en
achter de roe het hekwerk voor het zeil.
Molensteen
15Pagina 15
Wat betekenen de standen van de wieken?
Vroeger toen niemand een telefoon, televisie of
radio had en er moest snel een bericht
doorgegeven worden dan deden ze dat met de
wieken van de molen. Molenaars hadden de standen
van de wieken eens afgesproken zodat iedereen
wist dat als de wieken in een bepaalde stand
stonden dat er iets bijzonders was gebeurd. De
standen die er waren golden voor de onderstaande
gebeurtenissen. Vreugdestand. Korte
ruststand. Lange ruststand. Spoedstand. Rouwsta
nd. Feeststand. De molenaar moest wel zorgen
dat wanneer hij weg ging, aan het eind van de
dag, dat hij de wieken goed neerzette want anders
dachten de mensen bijvoorbeeld dat er iemand dood
was en dat was dan helemaal niet
waar. Vreugdestand Als een molenaar heel erg
blij is wil hij dat natuurlijk aan iedereen laten
merken,als er bijvoorbeeld een baby is geboren,
dan zet hij de wieken op een bepaalde stand.
Bij de vreugdestand staan de wieken een beetje
naar links dus niet meer helemaal in het
midden.
Korte ruststand
Bij de korte ruststand zie je één wiek
in het midden, en ze
staan helemaal recht als een
plusje.
Deze stand doet de molenaar als hij er een paar
dagen niet is
en uitrust.
16Pagina 16
Lange ruststand Bij de lange ruststand staan de
wieken schuin in de vorm van een X. Dit doet
de molenaar als hij een paar weken op vakantie
is, hij heeft dan lang rust.
Spoedstand
Om de mensen te
waarschuwen dat er iets
ergs gebeurt was bijvoorbeeld,
dat er ergens
brand was, deed de molenaar grote
doeken om de wieken.
Omdat er anders nooit doeken om de
wieken zitten wisten de mensen
meteen dat er iets aan
de hand was want die doeken zie je heel goed uit
de
verte. Rouwstand De rouwstand is als de
wieken een beetje naar rechts staan dus niet
helemaal in het midden, het betekend dat er
iemand dood is gegaan in de familie van de
molenaar.
Feeststand
Als er een bijzonder feest is,
bijvoorbeeld een trouwerij, dan versierd de
molenaar de wieken met allemaal vlaggetjes.
Iedereen
kan dan al van ver zien dat er een feest is.
17Pagina 17
Nawoord
Ik vond het erg leuk om dit werkstuk te maken, Ik
heb er heel veel van geleerd over molens. Ik vond
het ook heel erg leuk om naar molenaar de Groot
toe te gaan en een interview af te nemen. Ik heb
dit werkstuk op mijn computer gemaakt mijn vader
heeft de plaatjes ingescand en mijn moeder heeft
alles op schrijffouten gecontroleerd. Samen met
mijn vader heb ik op internet gezocht naar
informatie over molens en plaatjes van molens,
dit was niet altijd even makkelijk want op veel
sites staat min of meer hetzelfde. Ik was heel
erg blij dat het werkstuk op de computer gemaakt
mocht worden want dan hoef ik niet zo op mijn
netheid van schrijven te letten.
De molens bij Groot Ammers in de sneeuw
18Pagina 18
Bronvermelding
- Boek molens uit de bibliotheek
- Enkarta winklerprins encyclopedie
- Molenaar Evert de Groot van molen De Hoopuit
Oud Alblas. - Molens in Nederland van Willem Roose
- Wikipedia encyclopedie op internet.
- Fotos en informatie zijn van diverse internet
sites zoals - http//molens.domijn.com
- http//www.demolenaar.nl
- http//www.molens.nl
- http//www.geocities.com
- http//www.molendatabase.nl
- http//www.wldelft.nl