Onveilige hechting en geweld - PowerPoint PPT Presentation

1 / 37
About This Presentation
Title:

Onveilige hechting en geweld

Description:

Onveilige hechting en geweld * * * * * * * Fasen in het werken Steun en empathie Verhelderen Basaal mentaliseren Mentaliseren van de overdracht Oefening mentaliseren ... – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:300
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 38
Provided by: CVer3
Category:

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: Onveilige hechting en geweld


1
Onveilige hechting en geweld
2
Uitgangspunten
  • De psyche van de mens ontwikkelt zich in het
    raakvlak tussen menselijke relaties en de zich
    ontvouwende structuur van het brein
  • Een kind wordt geboren met een genetisch bepaald
    programma om zich te verbinden met belangrijke
    verzorgers hechtingsfiguren

3
Uitgangspunten
  • In interactie met deze hechtingsfiguren
    ontwikkelt het kind basispatronen voor de omgang
    met andere personen (interne werkmodellen).

4
Bowlby
  • Onderzocht deze hechting en kwam tot het
    onderscheid
  • Veilige hechting
  • Onveilige hechting

5
Veilige hechting
  • Veilige haven
  • - emotionele geruststelling
  • - gevoel van veiligheid
  • Veilige basis voor verkenning
  • - buitenwereld
  • - binnenwereld

6
Ainsworth
  • Onderzocht de hechting door ze in een strange
    situation te brengen.
  • 60 veilig gehecht
  • 40 onveilig gehecht

7
Onveilig gehecht
  • 15 vermijdend, trekt zich terug op zichzelf
  • 15 afwerende gehechtheid vastklampen en
    afweren.
  • 10 gedesorganiseerd heftige onvoorspelbare
    wijze van reageren.

8
Invaliderende omgevingen
  • Geen rekening houden met persoonlijke behoeften
    en grenzen.
  • Expressie van persoonlijke belevingen en emoties
    als incorrect en ongepast te benoemen.
  • Oplossingen van reele problemen onterecht
    vereenvoudigen.

9
Invaliderende omgevingen
  • Bestraft expressie van emotie of het overbrengen
    van emotioneel lijden.
  • Bekrachtigt escalatie van emoties op een grillige
    wijze
  • Doet voorkomen dat het leven simpel is

10
Invaliderende omgeving leert niet
  • Dat emoties betekenisvol zijn in relatie tot
    gebeurtenissen
  • Hoe emoties gemoduleerd kunnen worden
  • Persoonlijke belevingen te vertrouwen als
    betrouwbare reacties op gebeurtenissen.

11
Invaliderende omgeving leert niet
  • Tegenslagen en heftige emoties te verdragen
  • Moeilijke problemen op te lossen
  • Emoties te benoemen
  • Emoties over te brengen
  • Pijn en lijden effectief te communiceren

12
Invaliderende omgeving leert wel
  • Persoonlijke belevingen en uitingen af te keuren
  • Heen en weer te zwenken tussen emotionele remming
    en extreme emotionele uitbarstingen

13
Fonagy
  • Verband tussen onveilige hechting en geweld.
  • Er was op basis van de onveilige hechting een
    zeer laag niveau van reflectie
  • Mentalisering faalde. Er was sprake van een
    tendens tot geweld tegen het eigen of het lichaam
    van de ander.

14
Mentaliseren
  • Mentaliseren
  • Vermogen om mentale toestanden, zoals gedachten
    gevoelens wensen en verlangens bij je zelf en bij
    de ander waar te nemen.

15
Veilige relatie
  • Veilige relatie is nodig om te mentaliseren.
  • Veilig is dat jouw opvoeder in staat is betekenis
    voor jou te interpreteren en daar taal aan te
    geven.(beleving en sensitiviteit)
  • Als er geen betekenis wordt gegeven, maar
    afwijzing gaat het kind dat overnemen en creëert
    een alien self (vals zelf)

16
Mentaliseren
  • Je hebt verbeeldingskracht nodig om in te
    schatten, wat anderen denken, voelen en wensen.
  • Zorgt ervoor dat wij onszelf en anderen kunnen
    begrijpen.
  • Is wezenlijk voor menselijke communicatie en
    relaties.

17
Mentaliseren
  • Vermogen om onszelf van buiten af te zien en
    anderen van binnen.
  • Het normale vermogen om aan menselijk gedrag
    bedoelingen en betekenis toe te schrijven

18
Neurologische component
  • Diverse gebieden zijn erbij betrokken. M.n. de
    frontale kwab heeft een functie in de emotie
    regulatie.
  • Mentaliseren helpt bij het reguleren van onze
    emotie.
  • Als we mentaliseren spiegelen we de ander
    (aanmaak spiegelneuronen)

19
Neurologische component
  • Komen we in contact met de ander. We valideren de
    houding. Reageren op de ander.
  • Bij niet mentaliseren voelt de ander zich niet
    begrepen (geen aanmaak van spiegelneuronen).
  • Het contact komt niet tot stand

20
Psychologische equivalentie
  • Er is geen onderscheid tussen binnen en buiten.
    Wat ik denk voel of waarneem, denkt voelt neemt
    de ander ook waar.

21
Doen alsof modus
  • Er is geen onderscheid tussen fantasie en
    werkelijkheid. Opvattingen, overdenkingen passen
    niet bij de werkelijkheid.

22
Wel of niet mentaliseren
  • Als je niet kan mentaliseren heb je minder
    identiteitsbesef, geen coherent zelf.
  • Als je wel mentaliseert
  • - benen op de grond
  • - voel je wat je voelt
  • - ben je daar bewust van

23
Fysiek geweld
  • Fysiek geweld is alleen mogelijk als we
    opzettelijk de mogelijkheid uitsluiten dat de
    persoon die we mishandelen een geest heeft. Je
    beschouwt de ander als een fysiek object of als
    lid van een vreemde groep, maar niet als een
    individu met belangen en wensen.

24
Geweld en hechting
  • Als het te gevaarlijk is ga je niet nadenken wat
    de ander bedoelt.
  • Je leert je dus niet te verplaatsen (of
    ongezond).
  • Je kan niet interpreteren. Het was veel te
    onveilig.
  • Als er gevaar is zoek je bescherming. Die krijg
    je niet. Zorgt voor onveilige hechting.

25
Niet mentaliseren
  • Zeer veel details zonder drijfveren, gevoelens of
    gedachten
  • Focus op externe factoren
  • Focus op fysieke en structurele etiketten (moe,
    lui, slim, zelf destructief, depressief, kort
    lontje)
  • Zaken letterlijk opnemen

26
Niet mentaliseren
  • Gepreoccupeerd met regels
  • Ontkenning van betrokkenheid bij het probleem
  • Zoeken naar de schuldige, de foute
  • Stelligheid over gevoelens en gedachten van
    anderen. Weten.
  • Vijandigheid

27
Niet mentaliseren
  • Actieve vermijding
  • Letterlijke betekenis van woorden

28
Het vreemde of valse zelf
  • Internalisatie van niet contingente reflecties
    van de opvoeder.
  • Het mentalisatievermogen van de opvoeder faalt.
  • Er bestaat psychologische verwaarlozing of mis
    interpretatie van de affectieve toestand.
  • Dit als gevolg van eigen psychopathologie of
    onverwerkte levenservaringen.

29
Het vreemde of oneigen zelf
  • Of een opvoeder die op de emotionele uitdrukking
    van het kind reageert met terugtrekking of
    angstaanjagende reactie.
  • Er is een gedrevenheid om innerlijk betekenis te
    zoeken van zijn eigen ervaring.
  • Daartoe neemt hij de geestestoestand van de
    opvoeder over als deel van de eigen zelfervaring

30
Houding van de begeleider
  • De onwetende houding.
  • Niet op zoek naar complexe onbewuste motieven
  • Gericht op het hier en nu.
  • Focus op het verleden is zinloos
  • Trigger ligt in het heden
  • En dat wordt geëxploreerd

31
Houding van de begeleider
  • De begeleider is voortdurend bezig om zich een
    beeld te vormen om zo de client te helpen
    begrijpen wat hij/zij voelt
  • En dat valideren.
  • Mentaliseren bestaat uit gedeelde aandacht voor
    de mentale toestand van de client.

32
Houding van de begeleider
  • Om meerder gezichtpunten te ontdekken
  • Om zich te bevrijden van één werkelijkheid.
  • Begeleider stelt zichzelf de vraag?
  • - wat gebeurt er nu?
  • - waarom zegt de client dit nu?
  • waarom doet de client dat nu?
  • wat voel ik nu?

33
Houding van de begeleider
  • Wat is er onlangs gebeurd dat de actuele mentale
    toestand rechtvaardigt?

34
Fasen in het werken
  • Steun en empathie
  • Verhelderen
  • Basaal mentaliseren
  • Mentaliseren van de overdracht

35
Oefening mentaliseren
  • Doel van de eerste fase mentaliseren terug tot
    leven brengen of bevorderen.
  • Niet door het aanleren van een cognitieve
    vaardigheid.
  • Niet door cliënt te vertellen dat hij verkeerd
    denkt/reageert of te zeggen hoe hij wel zou
    kunnen denken of gedrag zou moeten interpreteren.

36
Oefening mentaliseren
  • Wel door de cliënt zelf te mentaliseren, door
    voortdurend een expliciete mentaliserende houding
    tegenover de cliënt zelf aan te nemen. Door
    voortdurend de focus te leggen op de gevoelens,
    de gedachten, de verlangensdie een verklaring
    kunnen zijn voor wat de cliënt zegt.

37
Casus
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com